"Ghanezen met een beperking worden genegeerd"

Nieuws

"Ghanezen met een beperking worden genegeerd"

Jonathan Migneault en Jamila Akweley Okertchiri

18 mei 2012

Ongeveer 150.000 Ghanezen hebben een autistische stoornis, schat de UNESCO. Net als andere kinderen met een beperking worden ze door de overheid genegeerd, vinden betrokkenen.

Op het eerste gezicht lijkt Nortey Quaynor een gewone jongen van 29. Maar na een tijdje zie je dat hij anders reageert dan anderen. Hij vermijdt oogcontact en beantwoordt vragen meestal met één woord. Soms doet hij zijn handen voor zijn oren als hij niet meer tegen de herrie kan van de kinderen in een speeltuin in de buurt. Hij heeft een autistische stoornis.

“Nortey is een goeie gast, als je maar weet wat autisme is”, zegt Abeiku Grant, die hem heeft lesgegeven aan het Autismecentrum voor Bewustwording, Zorg en Training in Accra. Quaynors moeder, Serwah Quaynor, zette het centrum in 1998 op omdat ze niet tevreden was met de weinige hulp die er in Ghana voor haar zoon was. Het is nu een van de weinige plekken in het land waar speciale aandacht voor autisten is.

1 of 2 procent

De UNESCO schat dat 150.000 Ghanezen de stoornis hebben. Van alle kinderen met een beperking gaat overigens maar 1 of 2 procent naar de basisschool, schat de organisatie.

De directeur van de Nationale Raad voor Mensen met een Beperking, Max Vardon, zegt echter dat de statistieken van het land onbetrouwbaar zijn en dat het aantal veel hoger zou kunnen liggen. Hij wil 13 miljoen dollar (10 miljoen euro) bijeenbrengen om een nationale telling te kunnen uitvoeren. “Mensen met een beperking worden in Ghana genegeerd.”

“Ik heb nooit gehoord dat de regering iets voor kinderen met autisme doet”, zegt Grant. Het centrum waar hij lesgeeft, wordt vooral betaald met bijdragen van leerlingen, 300 cedis (125 euro) per maand. Er is een team van therapeuten die een op een met leerlingen werken. Sommige leerlingen stromen door naar een gewone school.

Maar het centrum loopt continu tegen de grenzen aan van ruimte en geld. Er is maar plek voor dertig leerlingen. Elke week worden er twee of drie geïnteresseerden geweerd. Er zijn een paar vergelijkbare instellingen, maar die hebben hetzelfde probleem. Zo is er de Nieuwe Horizon Speciale School in Accra, voor kinderen met het downsyndroom, verlamming en autisme. Ook deze school leeft van de leerlingenbijdrage. En dat is lastig, zegt Vanessa Adu-Akorsah, het hoofd van de school, omdat veel leerlingen uit een eenoudergezin komen. “Als deze kinderen worden geboren, laten hun vaders de moeders helaas in de steek.”

Overheidsscholen

Ghana heeft een netwerk van kostscholen voor kinderen met een beperking, maar die laten veel te wensen over, zegt Adu-Akorsah. Op overheidsscholen is er één leraar voor twaalf leerlingen.

“We doen het wel veel beter dan toen we begonnen, in de jaren zestig”, zegt Tamba Gbessay, onderdirecteur van de overheidsschool Dzorwulu Special Needs School in Accra. “De regering is meer betrokken en heeft de subsidie verhoogd.” Zijn school heeft 163 leerlingen die geen bijdrage hoeven te betalen — al zitten hier geen kinderen met autisme bij.

Dankzij het autismecentrum is Quaynor ver gekomen. Hij werkt in een drukkerij, en kan lezen en schrijven. Zijn trainer heeft ook dingen van hem geleerd. “Ik heb geleerd geen rotzooi op de grond te gooien”, zegt Grant. “En dat ik mijn gordel altijd moet vastmaken als ik in de auto zit.” Maar om anderen zoals Quaynor te kunnen helpen, zou het centrum meer geld goed kunnen gebruiken.