Wie wint de Grote Prijs Toekomstige Generaties 2012?
Toon Lambrechts
30 mei 2012
De Stichting Toekomstige Generaties reikt elk jaar de Grote Prijs voor Toekomstige Generaties uit aan een project dat erin slaagt de principes van duurzame ontwikkeling – economische welvaart, sociaal welzijn en respect voor het milieu – te combineren. MO* stelt alvast de vier laureaten voor. U kunt mee bepalen wie de winnaar wordt, door zelf uw stem uit te brengen. De prijsuitreiking vindt op 12 juni in Brussel plaats.
‘Goeste in energie’
BeauVent is een coöperatieve vereniging die groene stroom produceert uit wind, zon en biomassa. Daarnaast werkt BeauVent via de vzw ZonneWinDT aan sensibilisering omtrent duurzaam energieverbruik en geeft het advies aan bouwers en verbouwers. Gedelegeerd bestuurder Niko Depreze legt uit.
‘Het verhaal van BeauVent begint met drie huismannen die los van elkaar hun huis aan het verbouwen waren tot een energiezuinige woning. Duurzaam omgaan met energie was iets wat ons bezighield en we hadden alle drie “goeste”, zoals ze hier in West-Vlaanderen zeggen, om voor een zo ecologisch mogelijke oplossing te gaan. Kleine windmolens bleken onrendabel en zonnepanelen waren toen nog erg duur. Naar buitenlands model hebben we toen voor grote windmolens gekozen.
Grote turbines leveren natuurlijk erg veel elektriciteit, en die wilden we delen. De beste manier om dat te doen en niet te vervallen in het stramien van een traditioneel bedrijf was een coöperatie oprichten. Momenteel hebben we ongeveer 2000 vennoten. Dat coöperatieve model vind ik persoonlijk de grootste sterkte van BeauVent. Alle energie-installaties, of het nu gaat om windmolens, zonnepanelen of biomassa, zouden bij wijze van spreken van Jan met de pet moeten zijn. Er is veel meer mogelijk dan men denkt, zeker als men de handen in elkaar slaat. In die geest willen we ons ook verenigen met andere coöperaties. Duurzame energie opwekken in een coöperatief beheermodel, daar ligt de toekomst.
Dat we geen traditioneel winstgericht bedrijf zijn, bewijst ons sensibiliseringsproject ZonneWinDT. Iedere vennoot krijgt een tijdsbon voor twee uur energieadvies. Ooit verklaarde iemand ons tijdens een lezing gek omdat we energie produceren en tegelijk gebruikers sensibiliseren om er zo zuinig mogelijk mee om te gaan. De persoon in kwestie was blijkbaar niet mee met onze logica.
Met BeauVent hopen we nog nieuwe energieprojecten te realiseren. Maar ik hoop evenzeer dat ons coöperatief model navolging krijgt. BeauVent is het bewijs dat het anders kan, ook in de energiesector, en dat willen we uitdragen.’
‘Combineren schept vernieuwing’
Stebo houdt zich sinds 1987 bezig met buurtopbouwwerk, tewerkstelling en ondernemen in Limburg. De organisatie is in de loop van de jaren sterk gegroeid en richt zich op een reeks erg diverse projecten. Net dat is de sterkte van Stebo, legt directeur Erwin De Bruyn uit.
‘Innovatie ontstaat altijd aan de rand van dingen. Stebo is op heel veel domeinen tegelijk bezig, en dat schept mogelijkheden om verbindingen te maken, bijvoorbeeld tussen samenlevingsopbouw en energie. Dat leidt tot nieuwe, creatieve benaderingen. Die verbindingen zorgen er ook voor dat we vragen van mensen of problemen integraal kunnen aanpakken.
Onze lokale verankering staat bijzonder sterk. Dat geeft ons de mobilisatiekracht die nodig is om innovatieve projecten te realiseren.
Een mooi voorbeeld van overlappende thema’s is onze activiteitencoöperatie. Aan mensen die een zaak willen starten, kunnen we een winkelpand en een bistro aanbieden om hun project zonder al te veel risico’s uit te testen in de praktijk. Tegelijk werken we op die manier mee aan de heropleving van een winkelstraat die in het slop is geraakt. Twee vliegen in één klap.
Stebo is door een moeilijke periode gegaan toen bepaalde subsidies en erkenningen vervielen. We hebben op een bepaald moment zelfs getwijfeld of onze organisatie nog levensvatbaar was. Maar vanuit een geloof in onze sterkte hebben we een doorstart gemaakt en ons gespecialiseerd als projectorganisatie. Ondertussen hebben we een financieringsmodel bereikt dat niet meer afhankelijk is van één kanaal en zijn we gegroeid van een organisatie met twintig tot een organisatie met 75 medewerkers. Elk jaar bereiken we zeven- à achtduizend mensen met onze dienstverlening. Daar mogen we trots op zijn, vind ik.
Door die onafhankelijkheid hebben we als organisatie veel vrijheid om te doen waar we zelf in geloven. We willen ook investeren in domeinen waarvan we denken dat ze erg belangrijk zullen worden in de toekomst. Energie bijvoorbeeld, en de activering van ouderen in de samenleving. Die vrijheid voelt fantastisch aan.
Limburg blijft onze focus, maar we willen ons in de toekomst ook openstellen voor internationale uitwisseling. Glokaliseren dus.’
‘Inzetten op stadslandbouw’
Eco-Innovation werd opgericht door een groep landbouwingenieurs die vonden dat de vele oplossingen die voorhanden zijn te weinig in de praktijk worden gebracht. Vooral stadslandbouw heeft een enorm onbenut potentieel, vertelt algemeen directeur Frédéric Morand.
‘Brussel heeft een enorm tekort aan groen, en ook de nood aan betere voeding en meer banen is groot. Tegelijk heeft de stad potentieel. Heel wat gronden liggen er ongebruikt bij en zouden via stadslandbouw een zinvolle invulling kunnen krijgen. Toch leeft dat besef niet. Er is geen goed beeld van wat de reële noden zijn. Stadslandbouw kan hier een sleutelrol spelen.
De methodes om duurzaam voedsel te telen en een betere levenskwaliteit te realiseren zijn bekend en we weten dat ze werken. Toch vinden mogelijkheden zoals biologische landbouw en korteketenvoedselproductie nog te weinig ingang.
Brussel heeft een rijke traditie op het vlak van tuinbouw en viskweek, maar die is volledig vergeten. Met onze focus op stadslandbouw willen we opnieuw aanknopen bij die traditie. Al is stadslandbouw geen evidentie. Vaak zijn gronden erg vervuild en werken we met kweekbakken. Ook vandalisme is soms problematisch.
Vele projecten zijn wel ecologisch en sociaal maar zijn economisch niet leefbaar. Dat willen we anders doen. Via de verkoop van fruit en groenten hopen we op termijn economisch zelfbedruipend te worden. Ook de sociale component mogen we niet vergeten. Banen scheppen is een van onze hoofddoelstellingen.
In ons proefproject Pépinière de la Rosée in Anderlecht werken professionele en amateurtuinders samen. Dat schept nieuwe mogelijkheden. We zetten ook in op vorming en sensibilisering van onze medewerkers en het betrekken van lokale bewoners en verenigingen.
Ik ben ervan overtuigd dat er nog heel wat groei mogelijk is voor stadslandbouw. Momenteel staan er twee nieuwe projecten in de steigers, onder andere een boomgaard gecombineerd met groenteteelt. Boslandbouw dus, nog zo’n principe dat al lang bekend is maar te weinig toegepast wordt.’
‘Met respect voor de aarde en de mens’
Vzw Terre is een oudje onder de genomineerden. Al sinds 1949 houdt die organisatie zich bezig met projecten in België en in het Zuiden. De focus ligt daarbij altijd op de creatie van economische activiteiten, zegt William Walters, gedelegeerd bestuurder.
‘Terre is gebaseerd op twee principes: de neutraliteit van het kapitaal en directe democratie. Het hele kapitaal van Terre is ondergebracht in een vzw en wordt beheerd met de sociale doelstelling van de organisatie voor ogen.
Even belangrijk is ons bestuursmodel. Beslissingen worden genomen door een algemene vergadering waarin iedereen die dat wil en minstens een jaar bij Terre werkt stemrecht heeft. Het zijn dus de arbeiders zelf die de gang van zaken bepalen. En dat werkt.
Het feit dat wij met een systeem werken waarbij iedereen stemrecht heeft, levert ons wel extra moeilijkheden op. De overheid erkent een dergelijk model niet, en vakbonden evenmin. Momenteel zijn er sociale verkiezingen aan de gang, maar als iedere arbeider evenveel inspraak heeft in een onderneming zijn die feitelijk overbodig. Mijn grote hoop is dat er meer ondernemingen opduiken die volgens hetzelfde model werken. Dat zou een erkenning dichterbij brengen. Deze nominatie kan daarbij helpen.
We werken met mensen die het om welke reden dan ook moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Dat is altijd onze insteek geweest, ook met onze projecten in het Zuiden. Door economische activiteiten te creëren trachten we een regio er weer bovenop te helpen. Werk is bovendien de beste manier om een plek in de samenleving te vinden. Dat is niet altijd gemakkelijk. Ongeschoolde arbeid heeft haar waarde verloren hier in België. Het inzamelen en sorteren van tweedehandskleding bijvoorbeeld kan de nodige jobs opleveren, maar zo goed als geen enkele onderneming doet dat nog in België.
Volgens mij ligt onze grote sterkte in de manier waarop we georganiseerd zijn: een systeem van ondernemen met respect voor mens en natuur, maar met aandacht voor de economische realiteit.’
U kan zelf uw stem uitbrengen voor een van deze vier kandidaten op de website van de Stichting Toekomstige Generaties.