Grimmige sfeer in Noord-Ierland vijftien jaar na Goede Vrijdag-akkoord

Nieuws

Grimmige sfeer in Noord-Ierland vijftien jaar na Goede Vrijdag-akkoord

Grimmige sfeer in Noord-Ierland vijftien jaar na Goede Vrijdag-akkoord
Grimmige sfeer in Noord-Ierland vijftien jaar na Goede Vrijdag-akkoord

Manon Pauwels

10 april 2013

Vijftien jaar na het Goede Vrijdag-akkoord is het conflict tussen katholieke republikeinen en protestantse loyalisten in Noord-Ierland nog smeulend aanwezig. Er zijn meer "peace walls" en vlaggenprotesten en het straatbeeld bewijst dat er nog steeds een segregatie is tussen de twee gemeenschappen.

De Noord-Ieren zijn te verdelen in twee grote gemeenschappen: de nationalistische of republikeinse katholieken en de loyalistische of unionistische protestanten. Al decennia, zelfs eeuwen lang, voelen de protestanten zich Brits en de katholieken zich Iers. Het conflict, beter bekend als the troubles, zit in het collectieve geheugen door de onrust van in de jaren 60 tot eind jaren 80, met dieptepunten als Bloody Sunday en Bloody Friday.

Angst voor vrede

Op 10 april 1998 werd het Goede Vrijdag-akkoord getekend, op papier het einde van de gespleten gemeenschap en de politieke en sociale ongelijkheid in Noord-Ierland. De paramilitaire groeperingen aan beide zijden werden ontwapend, de politie hervormd en het herstel van het land ingezet.

Vijftien jaar later is de sfeer in Noord-Ierland nog steeds grimmig. Stoepranden tonen aan in wat voor buurt men zich bevindt: rood-wit-blauw voor de loyalisten en groen-wit-oranje voor de nationalisten, naar het evenbeeld van de vlag van het land waar ze bij willen horen.

Sinds het Goede Vrijdag-akkoord zijn er steeds meer muren bijgekomen die wijken van de verschillende gemeenschappen van elkaar scheiden. ‘De vrede heeft veel vooruitgang met zich meegebracht, maar ook een vergrote verdeeldheid,’ vertelt Owen Donnelly, vredesadviseur bij de Peace en Reconciliation Group. ‘Mensen voelen zich op sommige vlakken minder veilig. Tijdens de troubles, zoals wij het conflict noemen, wisten iedereen met een soort zekerheid wie de vijand was. Toen er vrede kwam, ging dat gepaard met het ontstaan van een ander soort van angst: de angst voor vrede, de angst voor wat ze zouden verliezen door het vredesakkoord.’

Er ontploffen niet dagelijks bommen, maar afranselingen of beatings zijn een alledaagse werkelijkheid voor de jonge Noord-Ier. ‘Ik kan mijn wijk niet verlaten,’ vertelt Philip. Hij woont in een streng protestantse wijk in Derry/Londonderry’. ‘Ik heb zelf te veel problemen gezocht met de katholieken. Nu sta ik op een lijst en is het dus niet meer veilig om buiten de muren van de wijk te komen.’

Vlaggenprotest

In december van vorig jaar besliste de gemeenteraad van Belfast om de Britse vlag enkel nog op bepaalde dagen in het jaar te laten wapperen om de gelijkheid tussen de twee gemeenschappen in navolging van het Goede Vrijdag-akkoord na te streven. De vlag van de nationalistische katholieken, wat de vlag is van de republiek Ierland, heeft nooit aan het stadhuis gehangen.

De loyalisten zien het weghalen van hun vlag als een aanval op hun cultuur en eigenheid en komen sindsdien elke zaterdag betogen voor het stadhuis. Dat protest mondt meestal uit in rellen en agressie tegen de politie in de streng loyalistische protestantse wijken.

De vlaggenprotesten zijn de laatste weken stilletjes doodgebloed, maar nu Margaret Thatcher overleden is, beloven de loyalisten om weer massaal op straat te komen. Hun identiteit als unionisten is weer aangedikt door het overlijden van één van hun helden.