Groen licht voor omstreden gaspijpleiding in Peru

Nieuws

Groen licht voor omstreden gaspijpleiding in Peru

Abid Aslam

20 december 2007

De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) heeft een lening van 400 miljoen dollar (280 miljoen euro) toegekend voor de aanleg van een omstreden gaspijpleiding door Camisea, een ongerept stuk regenwoud in Peru. Het geld is een peulschil in vergelijking met het totale prijskaartje van 3,9 miljard dollar (2,7 miljard euro) maar het verschaft de private investeerders de nodige politieke rugdekking.

De 400 kilometer lange pijpleiding moet de gasvelden van Camisea verbinden met een nog te bouwen terminal voor de export van vloeibaar aardgas aan de kust. Volgens de IDB gaat het om de grootste private investering in de geschiedenis van Peru en is het een cruciale stap om van het land een netto-exporteur van aardgas te maken. Peru voerde de laatste jaren meer olie in dan dat het exporteerde. Aardgas is schoner en goedkoper voor lokale consumenten.
De IDB heeft becijferd dat het project in de aanbouwfase de Peruaanse economie elk jaar met 0,4 procent extra zal doen groeien. Eens voltooid zou de groeibonus een half procent per jaar bedragen. De Peruaanse regering zou ook elk jaar 230 miljoen dollar (160 miljoen euro) royalty’s opstrijken vanwege de aardgasfirma’s en 90 miljoen dollar (63 miljoen euro) extra belastingen. De expansie in de olie- en gassector zou de huidige economische groei van acht procent per jaar ook in de volgende jaren moeten garanderen.

Privésector profiteert

De komende weken worden bijkomende financiële engagementen verwacht van de Import-exportbank van de Verenigde Staten en de International Finance Corporation, een afdeling van de Wereldbank. De grootste begunstigden van die institutionele engagementen zijn de private partners in het project, een consortium aangevoerd door het Amerikaanse Hunt Oil, met participaties van het Spaanse Repsol-YPF, het Zuid-Koreaanse SK Energy en het Japanse Marubeni. Die firma’s hebben al 800 miljoen dollar (559 miljoen euro) geïnvesteerd in het project.
De politieke rugdekking van de IDB is belangrijk voor de investeerders. In 1998 gaf het Brits-Nederlandse Shell er de brui aan omdat er bij de exploratie van de gasvelden van Camisea telkens nieuwe problemen opdoken met opeenvolgende Peruaanse regeringen.

Indianenleed

De IDB zegt gedurende achttien maanden te hebben overlegd met burgerorganisaties over de impact van het project op de mensen die in het gebied wonen. Bij de eerste fase van de bouw van de gaspijpleiding in de jaren tachtig stierven inheemse bewoners van het Amazonewoud aan ziekten die ze hadden opgelopen door het contact met arbeiders uit een wereld waarvan ze tot dan toe helemaal gescheiden hadden geleefd.
Organisaties die ijveren voor de bescherming van het regenwoud en zijn bewoners vinden dat de IDB haar huiswerk niet naar behoren heeft gedaan. “Vier jaar na het einde van de eerste fase heeft de bank besloten ook de tweede fase te financieren, zonder de tragische impact van de eerste fase te evalueren, laat staan er wat aan te doen”, zegt Aaron Golzimer, de Peruspecialist van de milieuorganisatie Environmental Defense.