Han-Chinezen eisen kop van partijleider in Xinjiang
Antoaneta Bezlova
07 september 2009
Peking heeft twee topfunctionarissen in Xinjiang ontslagen, maar de Han-Chinese meerderheid eist de kop van Wang Lequan. Hij is de sterke man in de woelige regio en weigert al jaren in te gaan op de eisen van de Oeigoeren.
De Chinese overheid heeft in Xianjiang nu niet alleen de Oeigoeren tegen zich in het harnas gejaagd maar ook de Han-Chinezen, iets wat hoogst uitzonderlijk is. Na de grote betoging van donderdag rolden dit weekend twee koppen. Volgens het officiële persagentschap Xinhua werden zowel Li Zhi, leider van de Communistische Partij in de regionale hoofdstad Urumqi, als Liu Yaohua, directeur van het departement Veiligheid in Xinjiang, afgezet.
In de betoging van vorige week eisten zo’n duizend mensen, vooral Han-Chinezen, de kop van Wang Lequan, leider van de Communistische Partij in Xianjiang. De manifestanten zeggen dat hij verantwoordelijk is voor de chaos en instabiliteit in de regio na het etnische geweld van juli.
Wang Lequan is Pekings sterke man in Xinjiang. Hij staat bekend als een hardliner en weigert al vijftien jaar in te gaan op de Oeigoerse eisen voor meer religieuze vrijheid en autonomie.
Aanvallen met injectienaalden
De etnische spanningen laaiden vorige week opnieuw op na geruchten over aanvallen op Han-Chinezen waarbij met hiv besmette injectienaalden gebruikt zouden zijn. De paniek verspreide zich snel in het onrustige Urumqi.
Volgens Xinhua begonnen de aanvallen op 17 augustus en hebben 500 mensen verzorging gevraagd, waarvan 89 tekenen van aanvallen vertonen. De regering geeft de aanvallen toe en zegt dat de politie 21 verdachten heeft opgepakt.
Gisterenavond (zondag) verspreidden justitie en politie in Urumqi een mededeling waarin staat dat op de injectienaald-aanvallen zware straffen staan, tot de doodstraf toe. Ook wie valse informatie over de aanvallen verspreidt en zo onrust zaait, zal gestraft worden.
Uitgesloten van het mirakel
Net zoals de Tibetanen voelen de Oeigoeren, die de meerderheid uitmaken in Xinjiang, dat ze uitgesloten worden van het Chinese economische mirakel. De opbrengsten gaan naar de Han-Chinezen die op bevel van de regering naar hun gebied gemigreerd zijn. Oeigoeren vormen minder dan de helft van de 20 miljoen inwoners in Xinjiang.
Begin juli escaleerde de situatie. Bij wederzijdse aanvallen kwamen volgens officiële cijfers 197 mensen om. Sindsdien is de spanning te snijden in het gebied.
Volgens Peking zijn de Oeigoerse eisen een uiting van regelrecht separatisme. De overheid brengt de nieuwe rellen in verband met Rebiya Kadeer, de Oeigoerse mensenrechtenactiviste die naar de VS is uitgeweken en wel eens de “Dalai Lama van de Oeigoerse bevolking” genoemd wordt.
Vorige week heeft Kadeer leden van de subcommissie Mensenrechten van het Europees Parlement toegesproken. “Ik ben bereid om met de Chinese overheid de manieren te bespreken waarop wij haar beleidsmislukkingen van de afgelopen zestig jaar kunnen aanpakken en naar politieke hervorming kunnen streven”, zei ze toen.
Volgens Li Wei, directeur van het Studiecentrum voor Contraterrorisme, zijn de aanvallen met injectienaalden het werk van separatisten, die zo de etnische spanningen in het gebied willen opdrijven.