'Handel is de kern van alles wat we doen', zegt Karel De Gucht

Nieuws

'Handel is de kern van alles wat we doen', zegt Karel De Gucht

De Europese Commissie Barroso II krijgt vorm. De Belgische Commissaris, Karel De Gucht, krijgt een van de belangrijkste portefeuilles: Internationale Handel. De liberale politicus is in zijn nopjes.

In een korte mededeling na de officiële bekendmaking door Commissievoorzitter Barroso, zegt De Gucht: ‘Handel is de kern van alles wat we doen en uiteindelijk gaat het erom een meer welvarende wereld te creëren met gedeelde mogelijkheden.’ De Gucht belandt met deze benoeming in elk geval in het hart van de Europese Commissie en van de Europese constructie die opgezet en uitgebouwd werd rond vrijhandel.
De portefeuille Handel zorgt er anderzijds voor dat De Gucht behoorlijk snel zal botsen met de regeringen waarmee hij op dit moment, als Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, moet samenwerken. De Europese Unie zit immers op twee fora op een fundamenteel andere koers dan de meeste ontwikkelingslanden.

WTO en EPA’s

Binnen de onderhandelinsronde van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) vragen de ontwikkelingslanden een afbouw van de Europese handelsbelemmeringen en landbouwsubsidies, terwijl de EU vooral aandringt op vrije markttoegang voor diensten, ook in de armere landen.
Die discussie werkt nog sterker door in de onderhandelingen over de Europese Partnerschapsakkoorden (EPA’s), waartegen binnen de landen uit Afrika, de Cariben en de Pacific grote weerstand is. In beide dossiers zal De Gucht de forcing moeten voeren om de Europese (vrijhandels)belangen te laten primeren boven de vragen en belangen van de ontwikkelingslanden. In elk geval is dat de manier geweest waarop voorgangers als de Britse Commissaris Peter Mandelson hun verantwoordelijkheid ingevuld hebben.
Op 3 december zei de Zimbabwaans-Zuid-Afrikaanse ontwikkelingssociologe Dot Keet in Brussel dat de Afrikaanse regeringen het aan hun eigen bevolkingen vandaag en in de toekomst verschuldigd zijn om met alle middelen verzet te blijven bieden tegen de EPA’s.
‘Al was het maar omdat de EU met deze akkoorden steeds meer aspecten van het menselijke handelen in de logica van de de vrijhandel dwingt. En omdat de EPA’s voorzien dat gemaakte toegevingen nooit meer teruggeschroefd kunnen worden -tenzij met enorme compensatiekosten. Er wordt niet onderhandeld tussen gelijkwaardige partijen, ook al zegt de EU altijd dat ze alleen maar streeft naar meer ontwikkeling voor het Zuiden. De realiteit is dat de gelden van ontwikkelingssamenwerking gebruikt worden als een drukkingsmiddel om de vrijhandelsakkoorden door te drukken.’