Hindoenationalisme kan kiezers in Himachal Pradesh niet bekoren

Nieuws

Hindoenationalisme kan kiezers in Himachal Pradesh niet bekoren

Ranjit Devraj

02 maart 2003

De hindoenationalistische Bharatiya Janata Party heeft bij deelstaatverkiezingen in de noordelijke deelstaat Himachal Pradesh opnieuw de “Hindutva”-kaart getrokken, maar de stembusgang verloren. “Hindutva” staat voor een agressieve vorm van hindoenationalisme die de BJP in december de overwinning bezorgde bij verkiezingen in de westelijke deelstaat Gujarat. In Himachal Pradesh kwam zaterdag een niet-religieuze partij als overwinnaar uit de bus.

“De BJP erkent zijn nederlaag met nederigheid”, zei woordvoerder Vankiah Naidu. Maar aan de tactiek om ook bij volgende verkiezingen de “Hindutva”-kaart te trekken verandert volgens Naidu niets, omdat het gaat om “de ziel van India”. Het matige resultaat in Himachal Pradesh ligt mogelijk aan de hoge geletterdheid en het algemene ontwikkelingsniveau van de bevolking.

Het resultaat werd op gejubel onthaald bij de Congrespartij van Sonia Ghandi, die bij nationale verkiezingen in november de grote uitdager is van de BJP. De Congrespartij beheerst nu 15 deelstaatregeringen. De BJP heeft nationaal de macht in handen, en verder enkel in Gujarat. Vóór de nationale verkiezingen wordt er nog gestemd in de deelstaten Rajastan, Madhya Pradesh, Chattisgarh en Delhi.

De overwinning van de BJP-voorman Narendra Modi in Gujarat volgde op een van de ergste uitbraken van religieus geweld in de moderne geschiedenis van India. Nadat moslims in het station van Godhra een trein met hindoepelgrims in brand hadden gestoken, stelde Modi het voertuig en de verkoolde lijken van 59 passagiers tentoon in de hoofdstad Ahmedabad. Er volgde een massale pogrom tegen moslims en de deelstaatpremier wordt ervan verdacht het geweld te hebben aangewakkerd. Het klimaat van haat en wederzijds wantrouwen zorgde ervoor dat Modi na een campagne vol religieus fanatisme werd herverkozen.

Modi trok hoogstpersoonlijk naar Himachal Pradesh om er de BJP te steunen. Hij kreeg het gezelschap van de Indiase BJP-premier Atal Behari Vajpayee, die zich voorbereidt op de nationale verkiezingen in november. De BJP hamerde er op zijn traditionele eis: de bouw van een hindoetempel in Ayodhya op de plaats waar 10 jaar geleden de moskee van Babri met de grond werd gelijk gemaakt.

In de aanloop naar de stembus haalt de BJP ook een nieuw thema van stal: een nationaal slachtverbod voor koeien. De viervoeters zijn voor de hindoes heilige dieren, maar voor andere religieuze bevolkingsgroepen een belangrijke bron van proteïnen. Premier Vajpayee raakte tijdens de campagne in Himachal Pradesh alvast in nauwe schoentjes toen aanhangers van de Congrespartij hem ervan beschuldigden stiekem een voorliefde voor hamburgers te koesteren.

De koekwestie ligt in India erg gevoelig. Zelfs de Congrespartij, die zich opwerpt als de behoeder van een scheiding tussen politieke en religie, heeft het slachtverbod nog niet officieel durven afwijzen. Sonia Ghandi zei zaterdag dat ze “op dat debat niet wilde ingaan”. De Congrespartij heeft het liever over de hoge werkloosheid en de corruptie van de BJP-machthebbers.

“De koe en de tempel als pijlers van de Indiase democratie ? De politici lijken wel te geloven dat India geen andere problemen meer heeft”, zo luidde de commentaar van voormalig geschiedenisprofessor D N Jha. Jha is de auteur van het omstreden boek “De mythe van de heilige koe”, waarin hij aan de hand van oude teksten aantoont dat men in antieke tijden niet vies was van een stuk biefstuk en dat de heilige status van de koe van relatief recente datum is.

Ranjit Devraj

xml=3

Ref: ap ip