Hiv vraagt om extra maatregelen in Oost-Europa en Centraal-Azië

Hiv is een groeiend probleem in Oost-Europa en Centraal-Azië dat dringend actie vereist, zeggen experts uit de regio. Een vijfde van de geïnfecteerden is zich er niet van bewust besmet te zijn.

In Amsterdam wordt de tweedaagse Internationale Aidsconferentie gehouden. In aanloop waren gisteren al experts uit Oost-Europa en Centraal-Azië (EECA) bijeen om de groeiende problematiek in die regio te bespreken.

Europa is de enige WHO-regio waar het aantal nieuwe hiv-infecties groeit. In 2016 werden meer dan 160.000 nieuwe gevallen geconstateerd, waarvan 80 procent in de EECA-landen. Ongeveer een vijfde van de geïnfecteerden is zich er niet van bewust besmet te zijn, waarvan een kwart in Oost-Europa en Centraal-Azië. Daardoor worden vaak laat diagnoses gesteld, wat resulteert in vertraagde behandeling, sterfte en onnodige verspreiding van het virus.

Collectieve actie

“We hebben al veel gedaan om dit probleem te bestrijden, maar niet genoeg”, zegt Zsuzsanna Jakab, regiodirecteur voor Europa van de WHO. “Er moet collectief actie worden ondernomen in overeenstemming met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en andere wereldwijde en regionale doelen. Als we hiv niet kunnen inperken, zullen we ook de SDG’s niet halen.”

Afgevaardigden van internationale en niet-gouvernementele organisaties, ministers van Gezondheid en beleidsmakers uit verschillende landen stelden gisteren prioriteiten vast, wat ertoe moet leiden dat er een effectief antwoord op de problematiek komt. Ze denken onder meer aan verbeterde dienstverlening, innovatieve preventiemethoden, extra testen, behandeling en zorg en eliminatie van de hiv-transmissie van moeder op kind. Ook moeten de samenwerking tussen sectoren en partnerschappen met ngo’s versterkt worden.