De ontwikkeling van een blauwe economie moet duurzaam en inclusief zijn
Hoge verwachtingen voor conferentie over blauwe economie
IPS - Miriam Gathigah en Robert Kibet
24 november 2018
Begin volgende week komen experts samen in Nairobi voor de start van de veelbesproken conferentie over een duurzame blauwe economie. De verwachtingen zijn hoog gespannen.
Vissers op weg naar hun vissersboten in het district Kilifi in Kenia
CC UN Photo/Milton Grant - IPS
Begin volgende week komen experts samen in Nairobi voor de start van de veelbesproken conferentie over een duurzame blauwe economie. De verwachtingen zijn hoog gespannen. ‘Afrika is nog steeds blind voor de rijke diversiteit aan mariene bronnen.’
Van 26 tot 28 november komen deelnemers van over de hele wereld samen in de hoofdstad van Kenia voor de Sustainable Blue Economy Conference. Ze zullen er praten over de ontwikkeling van een blauwe economie die duurzaam en inclusief is, waar iedereen aan kan deelnemen dus.
‘Het wordt een conferentie zoals we nooit eerder hebben gezien’, zegt Micheni Ntiba, van het ministerie voor Visserij, Aquacultuur en Blauwe Economie in Kenia. ‘Hier wordt kennis vereist en tegelijkertijd ook strategisch inzicht en beleidsvaardigheden, om plannen te kunnen implementeren.’
Grondstoffen uit water
Volgens Wilfred Subbo, grondstoffenexpert en hoogleraar aan de Universiteit van Nairobi, zal de conferentie de blauwe economie van het land aanzienlijk helpen versnellen door de exploitatie van op water gebaseerde natuurlijke grondstoffen hoog op de agenda te plaatsen.
Volgens hem is zijn eigen land alleszins al klaar om te transformeren naar een commerciële blauwe economie. Heel recent nog, op 19 november, lanceerde president Uhuru Kenyatta een nieuwe kustwacht, de Kenya Coast Guard Service in Mombasa.
President Kenyatta lanceerde recent de gloednieuwe kustwacht die illegale en visserij moet controleren en toezien op grensconflicten en piraterij.
Eerder was er al de Kenya Coast Guard Act 2018, het mandaat voor de gloednieuwe kustwacht om illegale en ongereglementeerde visserij te controleren, toe te zien op grensconflicten en piraterij en op de degradatie van het mariene ecosysteem.
Op dezelfde dag lanceerde Kenyatta de ‘Eet meer vis-campagne.’
Uit overheidsstatistieken blijkt dat de huidige visconsumptie per hoofd van de bevolking in Kenia 4,6 kilogram bedraagt. Met de campagne wil de president die consumptie doen stijgen tot het gemiddelde van Afrika -10 kilogram- en later zelfs tot het wereldwijde gemiddelde van 20 kilogram.
Dit maakt deel uit van een agenda om doorsnee Kenianen aan te moedigen om zowel te investeren als te profiteren van de blauwe economie en het onbenutte potentieel van de visserij.
Waterhyacint
‘Kenianen zijn meer gericht op andere voedingsmiddelen zoals traditionele groenten. Vis hebben ze links laten liggen, denkende dat het duur is’, zegt Subbo. ‘Dat is niet waar.’
Volgens deskundigen is een sterk actieplan nodig om de blauwe economie te ontwikkelen, zoals dat eerder gebeurde in landen in de westelijke Indische Oceaan, zoals Mauritius, de Seychellen, Madagaskar en de Comoren.
Peter Anyang Nyong’o, de gouverneur van het district Kisumu, waar het Victoriameer is gelegen, vertelt dat ondanks enorme financiële steun voor het oplossen van milieuproblemen in het Victoriameer, de impact teleurstellend is. De regio plant daarom een bijeenkomt begin volgend jaar om de vervuiling van het Victoriameer apart te bespreken. Die wordt met name veroorzaakt door een invasieve waterhyacint die de commerciële visserij en het transport via het meer bijna heeft lamgelegd.
‘De hyacint heeft de visserij zwaar beperkt omdat de plant het zuurstofniveau in het water aantast. We moeten met wetenschappelijke oplossingen komen om dit probleem te verhelpen’, zegt Nyong’o.
Veiliger scheepsverkeer
Als de landen uit de regio rond het Victoriameer aanwezig zullen zijn op de conferentie volgende week, wil Kenia alvast voortrekker zijn inzake veiliger scheepsverkeer, zegt Nyong’o. Hij doelt op de herlancering van een materialenproject –onder meer het gebruik van glasvezel in plaats van zachte houtsoorten– omdat het gebruik van minderwaardig materiaal voor boten 5400 doden per jaar maakt.
Econoom Jason Rosario Braganza benadrukt het belang van een holistische aanpak op de conferentie die het publiek en de investeerders de mogelijkheid biedt om ‘een verhaal te bouwen rond duurzame ontwikkeling door middel van diversificatie van de economie.’ Zo meent hij dat er ook aandacht zal zijn voor de verantwoordelijkheid van de burgers inzake ethische consumptie en een verantwoordelijke manier om om te gaan met grondstoffen.
‘Kenia’s blauwe wereld houdt diepzee mijnbouw in, mariene biotechnologie en het genereren van nieuwe bronnen zoals energie en drinkwater’
Volgens het Keniaanse Instituut voor Publiek Beleid Onderzoek en Analyse (Kippra) bedraagt de geschatte jaarlijkse economische waarde van goederen en diensten uit het mariene en kustecosysteem (de blauwe economie) in de westelijke Indische Oceaan momenteel iets meer dan 22 miljard dollar. Het aandeel van Kenia is ongeveer 4,4 miljard dollar, terwijl de toeristische sector ongeveer 4,1 miljard dollar voor haar rekening neemt.
‘Kenia’s blauwe wereld is meer dan enkel toerisme’, zegt Dickson Khainga van Kippra. ‘Het houdt ook diepzee mijnbouw in, mariene biotechnologie en het genereren van nieuwe bronnen zoals energie en drinkwater.’
De analist zegt dat, ondanks het feit dat het land een zeegebied heeft van 230.000 vierkante kilometer en een afstand van 200 zeemijl uit de kust, Kenia alleen toerisme en visserij heeft geëxploreerd als bron van inkomsten.
Volgens Kippra is visserij goed voor slechts 0,5 procent van het bruto binnenlands product van het land.
Kansen grijpen
Tegen deze achtergrond benadrukt Braganza dat het land bij het nastreven van de blauwe economie zijn beleidslacunes moet dichten.
Hij zegt dat het ‘exploitatieve karakter van grote bedrijven van natuurlijke grondstoffen een bedreiging vormt voor duurzame ontwikkeling.’ Braganza waarschuwt dan ook dat regeringen ‘robuuster en doorslaggevender moeten zijn in de ontwikkeling van instellingen en wetgeving om de exploitatie van deze hulpbronnen te controleren.’
Met het oog op de geschatte 9,6 miljard mensen tegen 2050 heeft een stimulerende aquacultuur het potentieel om bij te dragen aan voedselzekerheid en sociaaleconomische inclusie van de armsten ter wereld.
Met dit gegeven in het achterhoofd zegt Ntiba dat Afrika nog steeds blind is voor de rijke diversiteit aan mariene bronnen en dat de Afrikaanse naties hun kans moeten grijpen om op de aankomende globale conferentie een groter Afrikaans partnerschap aan te moedigen.