Hommeles bij de Bolivariaanse revolutionairen

Nieuws

Hommeles bij de Bolivariaanse revolutionairen

Hommeles bij de Bolivariaanse revolutionairen
Hommeles bij de Bolivariaanse revolutionairen

Thomas Peeters

03 juli 2014

President Maduro ontsloeg op 18 juni de Venezolaanse minister van Plan, Jorge Giordani. Deze laatste was een medestander van wijlen president Chavez en een revolutionair van het eerste uur. Giordani schreef een vlammende brief als antwoord, waarin hij de vuile was van de Venezolaanse Socialistische Partij buiten hing.

Jorge Giordani is niet langer Venezuela’s minister van Plan. Hij wordt na vijftien jaar dienst opgevolgd door Ricardo Menendez, de voormalige minister van Industrie. Giordani heeft jarenlang het Venezolaanse economische beleid vormgegeven, samen met oud-president Hugo Chavez.

De laatste maanden echter bekritiseerde hij meer en meer de maatregelen van president Maduro, die hij onder meer verweet te laks op te treden tegen de kapitaalverduistering door bedrijven die subsidies - bedoeld om consumptiegoederen te importeren - misbruiken om zich te verrijken op de zwarte markt.

Door deze wanpraktijken verduisterden deze bedrijven volgens hem tussen twintig en de dertig miljard dollar. Ook had Giordani kritiek op de diepgewortelde corruptie binnen de Verenigde Socialistische partij van Venezuela (de PSUV). Hij insinueerde onder andere dat Chavez en opvolger Maduro hun verkiezingscampagnes met staatsgeld financierden.

Daarbovenop stelde hij dat Nicolas Maduro leiderschapskwaliteiten ontbeert, waardoor hij onder andere de grip op het nationale, staatsgeleide petroleumbedrijf kwijt is. Hector Navarra, vroeger minister van Onderwijs en minister van Elektriciteit sprak zijn steun uit voor Giordani en werd eveneens gedesavoueerd door Maduro.  Als reactie stelde Maduro dat Giordani en de zijnen behoorden tot ‘het oude links’, en bestempelde hen als verraders van de revolutie.

Revolutionaire kopzorgen

Het ontslag van Jorge Giordani toont echter voornamelijk een breuklijn aan binnen de Socialistische partij. De regering Maduro staat immers voor gigantische economische uitdagingen. Venezuela lijdt aan een monsterinflatie, consumptiegoederen in supermarkten zijn schaars en men verwacht een negatieve economische groei dit jaar. Twee strekkingen binnen de PSUV staan daarbij met verschillende oplossingen tegenover elkaar: een “pragmatische” die voorstander is van een eventuele devaluatie en andere economische ingrepen, tegenover een “ultra-marxisitische” die vindt dat het huidige beleid al te veel van de linkse koers afwijkt en eerder heil ziet in het verstrengen van het huidige beleid om kapitaalvlucht tegen te gaan.

Deze economische breuklijn bestond al langer binnen de socialistische partij, maar de immens populaire en gezaghebbende figuur van Hugo Chavez kon die tegenstellingen kanaliseren. Huidige president Maduro heeft qua autoriteit en vooral qua populariteit moeite om de schoenen van zijn voorganger te vullen, wat de “rebellie” van Giordani en zijn ultralinkse medestanders verklaart.

Eind juli vindt het partijcongres van de PSUV plaats. Hoewel partijleden enkel mogen stemmen over de bevestiging van Maduro’s mandaat, beloven de interne twisten stevige kopzorgen voor de president.