Honderdduizenden op de vlucht voor geweld in Noord-Kivu

Nieuws

Honderdduizenden op de vlucht voor geweld in Noord-Kivu

Johan Denis

13 oktober 2008

Honderdduizenden mensen zijn op de vlucht voor het seksuele geweld, de kogels en de plunderingen in Noord-Kivu (DR Congo). Mensen lopen zelfs weg uit het ziekenhuis omdat ze schrik hebben. Artsen zonder Grenzen (AZG) doet een noodoproep aan de (internationale) gemeenschap.

Sinds 28 augustus is de situatie gevoelig verslechterd. Vele ngo’s zijn omwille van de onveiligheid uit het gebied verdwenen. De laatste 24 uur is de situatie nog geëscaleerd, zo getuigt Axelle De la Motte Saint-Pierre, AZG-projectverantwoordelijke in Rutshuru, ten noorden van Goma, telefonisch.

Totale apathie

Luis Encinas, verantwoordelijke voor de projecten van AZG in het gebied van de Grote Meren, zegt dat “sommigen profiteren van de oorlog, maar de bevolking betaalt de prijs.” Hij ziet drie ernstige problemen in het gebied. Ten eerste zijn er uiteraard de directe slachtoffers van het aanhoudende geweld, fysiek maar ook mentaal. Ten tweede zijn er de honderdduizenden vluchtelingen. Maar de veiligheidssituatie is zo immens slecht dat die zich gedwongen zien telkens opnieuw te vluchten, zonder de minste bezittingen. Dat leidt ertoe dat het voorzien in de meest elementaire behoeften een dagelijkse strijd vormt. Tot slot heeft hij het over de totale apathie van de internationale gemeenschap. “Wie maalt er nu nog om Congo?” vraagt hij zich wanhopig af.
Artsen zonder Grenzen heeft het moeilijk om aan alle noden te voldoen. AZG heeft 778 werknemers in Noord-Kivu. Maar de bevolking overtuigen van het feit dat ze neutraal zijn, is niet makkelijk. Dit heeft niet in het minst te maken met de VN. De MONUC, de VN-missie in Congo, bevindt zich in een ‘schizofrene’ situatie. Ze hebben een dubbel mandaat, enerzijds de burgers beschermen, maar anderzijds het Congolese leger steunen. “Het is een onmogelijke opdracht,” aldus Luis Encinas over de VN-missie van ongeveer 17.000 manschappen. Hij weet te vertellen dat de situatie momenteel “van week tot week, van dag tot dag, van uur tot uur” verergert.

Zoektocht naar voedsel

Arts Caroline Simons heeft een half jaar ter plaatse gewerkt in het ziekenhuis van Masisi en is sinds deze week terug. Masisi is erg geïsoleerd gelegen, in een dal, met slechts een verbindingsweg naar Goma, die wegens de bijna voortdurende regen voor een bijzonder slechte bereikbaarheid zorgt. Artsen zonder Grenzen zit sinds een jaar in de streek. In het begin was vooral oorlogschirurgie vereist, en dit blijft belangrijk. Mensen met schotwonden blijven toestromen.
Daarnaast is er een afdeling verloskunde en kindergeneeskunde bijgekomen. Momenteel zijn er 120 bedden. De gezondheidssituatie ter plekke is dramatisch. Rond Masisi zijn er twee vluchtelingenkampen waar mensen op elkaar gepakt zitten. Men vreest dat cholera elk moment kan uitbreken. Bij kinderen is het vooral mazelen, maar vaccineren is erg moeilijk. “Omdat zoveel mensen steeds op de vlucht slaan kan het gebeuren dat het ene kind in een familie gevaccineerd is en een ander niet,” getuigt Caroline Simons. Gebrekkige voeding is een constant probleem, nog verergerd door de situatie. Mensen hebben werkelijk niets, de zoektocht naar voedsel blijft een dagelijks probleem.
Vorige week donderdag had de Tutsi rebellenleider Laurent Nkunda aangekondigd dat ze “het volk van Congo zouden bevrijden” en dat het vredesbestand van januari wat hem betreft over was. Deze week heeft de Congolese president Joseph Kabila gereageerd door de bevolking op te roepen om de wapens op te nemen tegen de rebellenleider. Er lijkt weinig beterschap in zicht…