Hooggerechtshof bevestigt Amerikaanse jurisdictie tegen overzeese mensenrechtenschendingen

Nieuws

Hooggerechtshof bevestigt Amerikaanse jurisdictie tegen overzeese mensenrechtenschendingen

Jim Lobe

30 juni 2004

Het Amerikaanse hooggerechtshof heeft beslist dat overzeese mensenrechtenschendingen vervolgd kunnen blijven worden met een wet uit 1789, oorspronkelijk bedoeld om piraterij op zee te kunnen vervolgen. De Amerikaanse regering wilde van de wet af. Het is de tweede keer deze week dat het hoogste juridische orgaan een uitspraak doet die ingaat tegen de wensen van het Witte Huis.

De Alien Tort Claims Act (ACTA) werd in 1789 in het leven geroepen om piraterij op zee tegen te gaan. Nu biedt ACTA iedereen de mogelijkheid om elke persoon en elk bedrijf op Amerikaans grondgebied aan te klagen voor het overtreden van Amerikaanse wetten of internationale verdragen. De wet geldt ook als de misdaden gepleegd zijn in het buitenland.

Mensenrechtenorganisaties zijn verheugd over de uitspraak. Het hooggerechtshof heeft bevestigd dat de Amerikaanse gerechtshoven open blijven voor de slachtoffers van marteling en andere mensenrechtenschendingen, reageerde Eric Biel, waarnemend directeur van Human Rights First in Washington. Ook de Amerikaanse tak van Amnesty International is blij. Volgens Amnesty gaat het om de schending van internationale normen die specifiek, universeel en verplicht zijn. Volgens Jennie Green, procureur bij het Centre voor Constitutional Rights, is de uitspraak een signaal naar regering en bedrijven dat internationale mensenrechten niet genegeerd kunnen worden. Green houdt zich momenteel bezig met de aanklachten jegens betrokkenen bij de martelingen in de Iraakse Abu Ghraib gevangenis. Volgens haar kunnen ook buitenlandse gevangenen op de Amerikaanse marinebasis Guantanamo Bay op Cuba aanspraak maken op de wet.

De Alien Tort Claims Act werd twee eeuwen lang niet gebruikt. In 1980 werd ze vanonder het stof gehaald en sindsdien wordt de twee eeuwen oude wet regelmatig gebruikt. Een eerste keer door de vader en zus van Joel Filartiga, een zeventienjarige jongen uit Paraguay die ontvoerd en doodgemarteld werd door een Paraguyaanse politieman die de Verenigde Staten bezocht. Bij die zaak stelde het hof van beroep dat slachtoffers schadevergoedingen kunnen vragen voor ernstige schendingen van internationale mensenrechten. Om de burgerlijke verantwoordelijkheid te dienen is de martelaar - net als de zeerover en de slavenhandelaar - hostis humani generis geworden: een vijand van de gehele mensheid.

Ook de voormalig Filipijnse president Ferdinand Marcos kreegt het aan de stok met de wet. Er werden ook klachten ingediend tegen oud-legerofficieren van onder meer Guatemala, Indonesië en Argentinië. In 1993 begonnen mensenrechten de wet te gebruiken tegen Amerikaanse en buitenlandse bedrijven omdat buitenlandse legers of de politie hun boekje te buiten gingen bij de beveiliging van hun eigendom. Sinds ‘93 zijn er zo’n 25 van dit soort zaken geweest, maar zonder veel succes. Geen enkel bedrijf werd veroordeeld.

De meest succesvolle zaken werden aangebracht door overlevenden van de holocaust. Zij wisten bedrijven en banken te kapittelen die hun spaargeld of verzekeringsgeld na de Tweede Wereldoorlog niet wilden uitkeren. Hoewel het in die zaken nooit tot een uitspraak kwan, hebben ze Zwitserse banken wel aangezet om de slachtoffers van de Holocaust miljoenen euro’s aan schadevergoedingen uit te keren.

De Amerikaanse regering en de bedrijfswereld zijn de wet liever kwijt dan rijk omdat bedrijven erdoor dreigen te bezwijken onder een wildgroei aan schadeclaims. Vorig jaar nog vroeg ministerie van Justitie John Ashcroft een federaal hof van beroep de wet nietig te verklaren. De minister brak toen een lans voor het Californische bedrijf Unocal, dat het aan de stok had gekregen met Birmese dorpelingen die mishandeld waren geweest door soldaten in dienst van het bedrijf. Ashcroft stelde toen dat de wet niet gebruikt kon worden door burgers en niet geldt voor internationale mensenrechten of andere verdragen afgesloten na 1789. Het hooggerechtshof heeft die argumentatie van tafel geveegd met zijn arrest van gisteren.

Het is de tweede keer deze week dat het Amerikaanse hooggerechtshof een uistpraak doet die indruist tegen wensen van de regering-Bush. Maandag besliste het hooggerechtshof dat de vermeende terroristen op Guantánamo, de Amerikaanse militaire basis op Cuba, wel degelijk naar een Amerikaanse rechtbank mogen stappen om de rechtmatigheid van hun gevangenschap aan te vechten. Beide uitspraken worden gezien als een serieuze tegenslag voor de Amerikaanse regering. (KS/MM)