HRW: Wereldbank negeert dwangarbeid in Oezbekistan


IPS
29 juni 2017
De Wereldbank investeert een half miljard dollar in landbouwprojecten die in verband worden gebracht met dwang- en kinderarbeid in Oezbekistan. Dat zeggen Human Rights Watch en het Duits-Oezbeekse Forum voor Mensenrechten.
Oezbeekse overheid verplichtte studenten, leerkrachten, medisch personeel, ambtenaren en soms zelfs kinderen om katoen te oogsten.
Adam Jones (CC BY-SA 2.0)
Oezbekistan is de vijfde grootste katoenproducent ter wereld. Het land voert jaarlijks een miljoen ton katoen uit, goed voor een kwart van het bruto binnenlands product. De inkomsten uit de sector belanden op een rekening van het ministerie van Financiën die gecontroleerd wordt door topfiguren uit de regering en niet publiek gecontroleerd kan worden.
In een 115 pagina’s tellend rapport beschrijven de organisaties ook hoe de Oezbeekse overheid in 2015 en 2016 studenten, leerkrachten, medisch personeel, ambtenaren en soms zelfs kinderen verplicht heeft om katoen te oogsten of onkruid te wieden. De overheid dreigt ermee mensen te ontslaan, uitkeringen stop te zetten of studenten te verbannen als ze weigeren mee te werken.
Interviews
Het rapport is gebaseerd op 257 gedetailleerde interviews en nog eens 700 gesprekken met slachtoffers van de dwang- en kinderarbeid, katoenboeren en sleutelfiguren in het systeem, gelekte overheidsdocumenten en uitspraken van regeringsbronnen. De organisaties documenteerden gedwongen tewerkstelling en kinderarbeid in een van de projectgebieden die door de Wereldbank worden gesteund en beschrijven gedwongen arbeid als systematisch doorheen de katoensector.
Het is ‘erg waarschijnlijk’ dat de landbouw- en irrigatieprojecten van de Wereldbank verband houden met gedwongen tewerkstelling, en er is een ‘significant risico’ dat dat ook het geval is voor kinderarbeid, besluit het rapport.
Oezbekistan is de vijfde grootste katoenproducent ter wereld.
Chris Shervey (CC BY 2.0)
Half miljard
De Wereldbank investeerde de voorbije twee jaar 518,75 miljoen dollar in de landbouwsector.
De Wereldbank investeerde de voorbije twee jaar 518,75 miljoen dollar in de Oezbeekse landbouwsector. De Oezbeekse regering beloofde in ruil dat ze geen gebruik zou maken van gedwongen tewerkstelling of kinderarbeid in de gesteunde projectgebieden.
Maar volgens de organisaties blijft het land enorme aantallen mensen, onder wie kinderen van tien en elf jaar oud, dwingen om lange uren te kloppen in de katoenvelden, ook in het projectgebied waar de Wereldbank irrigatieprojecten steunt. De bank beperkt zich tot erg inefficiënte controles en draagt zo bij aan de dekmantel voor de misbruiken van de overheid, stellen de organisaties.