Hulp aan dorpseconomie helpt - voorlopig althans
Marwaan Macan-Markar
29 mei 2002
De Thaise regering is trots op de eerste resultaten van een programma dat de economische ontwikkeling van het platteland moet versnellen. Dat voornemen was één van de centrale punten uit het verkiezingsprogramma dat premier Thaksin Shinawatra in januari van vorig jaar aan een historische zege hielp. Lokale ambachtslui krijgen hulp om zich te vervolmaken in de aanmaak en de distributie van producten waarin ze goed zijn. Op die manier zouden de inkomens en de werkgelegenheid op het platteland moeten vergroten.
‘Eén tambon, één product’ heet het programma dat in oktober vorig jaar van start ging. Een tambon is een subdistrict, een bestuurlijke eenheid op het Thaise platteland. Vorig weekend werden 159 producten, gaande van messing schalen, katoenen tafelkleden, handgeweven zijden stoffen, houten boeddhabeeldjes en rotanmanden uit evenveel tambons gepresenteerd op een handelsbeurs in de provincie Nonthaburi, net ten noorden van de Thaise hoofdstad Bangkok.
Volgens Pravat Utamote, een adviseur van het Thaise ministerie van Binnenlandse Zaken, beantwoorden alle producten aan de kwaliteitseisen die de regering had gesteld. Kwaliteit is het belangrijkste op dit moment - de kwantiteit komt later wel. De projectmedewerkers van ‘Eén tambon, één product’ hebben in heel het land lokale gemeenschappen aangezet een product te kiezen waarin ze goed zijn en te onderzoeken hoe de kwaliteit daarvan nog kan worden verbeterd. Daarna krijgen de producenten hulp bij de marketing en de verkoop van dat product in de rest van het land.
Volgens de regering leverde het programma de deelnemers van januari tot april dit jaar voor 3,66 miljard baht (91 miljoen euro) inkomsten op - een winstmarge van 32,5 procent. Eind april werden er al op 6.719 plaatsen producten verkocht die voortkomen uit het programma.
Het ‘één tambon, één product-programma’ maakt deel uit van een reeks populistische maatregelen waarmee premier Thaksin, een steenrijke zakenman, zijn arme landgenoten sinds zijn aantreden ter hulp is gesneld. De regering heeft elk van de 78.000 dorpen in Thailand één miljoen baht (25.000 euro) ter beschikking gesteld om activiteiten te ontwikkelen die de inwoners aan een (extra) inkomen kunnen helpen. Boeren die de voorbije jaren opgezadeld werden met zware schulden, zullen later ook hulp krijgen bij de terugbetaling van dat geld. De arme Thais op het platteland en in de steden profiteren ook van een medisch programma dat de prijs van een consultatie in een ziekenhuis voor hen heeft verminderd tot 30 baht - minder dan 80 eurocent.
Zelfs onafhankelijke onderzoeksinstellingen en kritische ngo’s erkennen dat Thaksin armoedebestrijding ernstiger lijkt te nemen dan zijn voorgangers en de problemen gericht aanpakt waar ze het grootst zijn. Volgens de Wereldbank is de armoede in Thailand vooral een plattelandsprobleem. In 1998 was bijvoorbeeld bijna de helft van alle mensen in het noordoosten van het land arm, en maar zes procent van de inwoners van Bangkok.
Shalmali Guttal van Focus on the Global South, een onderzoeksinstelling die in Bangkok gevestigd is, zegt dat investeringen in kleinschalige nijverheidstakken op het platteland ook prima resultaten opleveren in landen als Vietnam en Laos. Zo ontstaan er alternatieve inkomensbronnen voor de arme bevolking in die streken.
Maar Guttal vraagt zich wel af hoe de Tha ise regering zal reageren als de nijverheidsproducten van het platteland concurrentie krijgen van goedkope importproducten - een logisch gevolg van de handelsliberalisering die de regering voorstaat. Gaat de regering de eigen productie dan beschermen? Hoe duurzaam zijn met andere woorden de resultaten van het programma?
Andere critici merken op dat het gevaarlijk is dorpen zich te laten toeleggen op één enkel product. Ze voeren ook aan dat de successen van het programma tot hiertoe nog niet van die aard waren dat ze de plattelandsvlucht konden tegenhouden.