Humanitaire ramp dreigt onder Somalische vluchtelingen

Nieuws

Humanitaire ramp dreigt onder Somalische vluchtelingen

Joyce Mulama

27 juni 2006

De VN vragen dringend 2,5 miljoen dollar om de verwachte toestroom van Somalische vluchtelingen in de Keniaanse kampen op te vangen. In Somalië werden de afgelopen weken 300 mensen gedood, 1500 gewond en sloegen er opnieuw 17.000 op de vlucht. Ondanks het recente vredesakkoord is het helemaal niet zeker of het geweld niet opnieuw zal oplaaien en nog meer mensen op de vlucht zal jagen.

De Somalische Aaliya Omar Alas wacht bang op nieuws van haar vier dochters en haar zoon. Haar man en andere zoon kwamen om bij het geweld in Somalië, de rest van de familie werden tijdens de vlucht uit elkaar gedreven. “Ik bid dat een goede Samaritaan me mijn kinderen brengt. Ik heb gehoord dat ze naar hier kwamen. Als ze komen heb ik hen niks te bieden, maar op zijn minst zullen we samen zijn”, zegt Aaliya Omar Alas.

Ze verblijft nu in één van de drie kampen in de buurt van de noordoostelijke Keniaanse stad Dadaab. Die vangen nu al meer dan 130.000 vluchtelingen op. De meesten zijn Somaliërs die op de loop gingen voor het geweld in eigen land. “We hebben extra geld nodig - als er morgen een grote toestroom komt, kunnen we die niet naar behoren opvangen”, zegt Niaz Ahmad, de vertegenwoordiger van de VN-vluchtelingenorganisatie in Dadaab.”We hebben latrines en shelters gebouwd, maar we hebben onvoldoende materiaal om er meer te zetten.”

Nu al bieden de hutjes van gescheurd plastic, karton en oude kleren onvoldoende bescherming. “Het is erg koud ‘s nachts en er komen veel muggen door de gaten in onze hut. Dat is gevaarlijk voor de baby (wegens het malariarisico), maar wat kan ik doen?”, vraagt Dahira Maalim Abdi. Ze wijst naar de vele muggenbeten op het gezichtje van haar kleindochter van zes maanden.

Momenteel is er nog geen epidemie uitgebroken, maar VN-vertegenwoordigster Nemia Temporal zegt dat gebrek aan materiaal in combinatie met overbezetting de kans daarop verhogen.

Op 22 juni ondertekenden de Somalische overgangsregering en de Unie van Islamitische Rechtbanken een akkoord waarbij ze elkaar erkennen en zeggen een einde te maken aan de wederzijdse vijandelijkheden. De islamitische rebellen hadden grotendeels de controle over de hoofdstad Mogadishu veroverd op een alliantie van krijgsheren.

Zaterdag echter zou de antiregeringsgezinde en wegens terroristische banden uit de VS verbannen Hassan Dahir Aweys aangesteld zijn als hoofd van een nieuwgevormde adviesraad van de Unie van Islamitische Rechtbanken. Waarnemers zeggen ook dat krijgsheren die niet deelnamen aan de gesprekken mogelijk verder onrust kunnen scheppen in Somalië.

“Ik hoop dat de oorlog snel over zal zijn zodat ik weer terug naar school kan, want ik wil ingenieur worden”, zegt Said Mohamed Abdullahi. Hij is acht. (ADR/MM)