Huurlingenindustrie boomt als nooit tevoren

Nieuws

Huurlingenindustrie boomt als nooit tevoren

Katherine Stapp

02 augustus 2004

Het zijn gouden tijden voor de private huurlingenbedrijven die in opdracht van de Amerikaanse regering in Irak de taken van het leger overnemen. Momenteel werken in Irak 20.000 huurlingen van 150 bedrijven voor contracten ter waarde van 48,7 miljard dollar. Sommige private veiligheidsfirma’s zijn zelfs op zoek naar specialisten om een handje te helpen bij het opstellen van de volgende defensiebegroting.

De cijfers zijn afkomstig van het Centre for Public Integrity (CPI) uit Washington. In vergelijking met een gelijkaardig rapport uit de herfst van 2003 zijn er 82 huurlingenfirma’s en voor 40 miljard dollar contracten bijgekomen. CPI heeft ook achterhaaldis er ook achter gekomen dat drie privéfirma’s – Booz Allen Hamilton, Perot Systems Governement Services en Miltec Systems Co – momenteel headhunters hebben ingeschakeld op zoek naar experten voor het opstellen van de defensiebegroting.

De expansie van het huurlingenbedrijf verloopt ongehinderd door schandalen. In de loop van het jaar werd duidelijk dat de veiligheidsfirma’s de Amerikaanse belastingbetaler opgeblazen rekeningen hebben voorgelegd en dat ze betrokken waren bij de martelpraktijken in de gevangenis van Abu Ghraib.

“Verschillende factoren stimuleren de trend”, zegt journalist William Bowles, een specialist inzake huurlingen. “Er is het algemene streven om overheidsdiensten te privatiseren en het grote loonverschil tussen de huurlingen en gewone soldaten. Privaat veiligheidspersoneel verdient tot vijf keer meer. Dat zorgt voor tekorten in de rangen van de Britse en Amerikaanse strijdkrachten”.

De privatisering van militaire taken is ook een handige manier om slachtoffercijfers te verdoezelen, zo meent Bowles. Paul Johnson, de Amerikaan die in juni werd onthoofd in Saoedi-Arabië, werkte voor Lockheed Martin en de vier Amerikanen die in Fallujah op straat werden gelyncht waren werknemers van de firma Blackwater Security. Meer dan 100 huurlingen zijn sinds het officiële einde van de oorlog in mei 2003 in Irak om het leven gekomen.

Een groot aantal van hen werkte voor Halliburton, de firma die verbonden is met de Amerikaanse vice-president Dick Cheney. Uit een onderzoek van het Amerikaanse parlement en het accountingbureau KPMG bleek dat Halliburton schandelijk teveel heeft aangerekend voor een contract ter waarde van 5,6 miljard dollar voor logistieke steun in Irak.

De firma Bechtel Corp, die het contract binnenhaalde voor de heropbouw van de Iraakse waterleiding, heeft volgens het Center for Responsive Politics de partijkas van de Republikeinse partij gespijsd met 1,3 miljard dollar.

“We wilden de voordelen van de vrije markt binnenhalen, maar we krijgen alleen de slechte kanten ervan”, zegt Peter Singer, expert inzake militaire privatiseringen bij het Brookings-Instituut. “Goede relaties zijn belangrijker dan de vraag wie het beste werk levert voor het minste geld. Bij gebrek aan controle swingen de kosten de pan uit”.

Ook in eigen land besteden de Verenigde Staten steeds meer uit aan onderaannemers. In 2004 gaat tien procent van het budget, 275 miljard dollar, naar de private sector. In zijn boek “The True Size of Government “ schat Peter Light, eveneens van het Brookings-instituut, dat bijna 12 miljoen mensen op zelfstandige basis opdrachten uitvoeren voor de federale regering, de helft van hen in defensie. Hun aantal is dubbel zo groot als het aantal ambtenaren en soldaten.

Specialisten op het Amerikaanse ministerie van Defensie zien de rol van de huurlingen in belang toenemen naarmate steeds minder jonge mensen kiezen voor een militaire loopbaan en steeds meer oudere soldaten overstappen naar de lucratieve privésector. Een woordvoerder van luitenant-generaal Franklin L Hagenbeck, bevoegd voor personeelszaken, verklaarde dat privé-bedrijven voortaan ook nieuwe recruten zullen gaan ronselen.

Katherine Stapp

Xml=7

Ref: na mm ip if