IAO is dwangarbeid in Birma beu

Nieuws

IAO is dwangarbeid in Birma beu

Marwaan Macan-Markar

17 december 2004

De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) dreigt Birma vanaf maart 2005 zware sancties op te leggen als het land geen komaf maakt met dwangarbeid. De IAO schat dat zowat 800.000 Birmezen gedwongen worden om te werken voor weinig of geen geld.

De beslissing van de IAO om Rangoon meer onder druk te zetten, volgt op het recente akkoord tussen de Amerikaanse oliereus Unocal en Birma om een schadevergoeding te betalen aan Birmese burgers die in de jaren negentig onder meer het slachtoffer werden van dwangarbeid. Maar de IAO had vorige maand al laten verstaan dat sancties tegen Birma gerechtvaardigd zouden zijn. Die strafmaatregelen kunnen leiden tot een economische boycot en een verbod voor internationale vakbonden, VN-instanties en IAO-leden om nog zaken te doen met Rangoon.

De situatie in Birma is nauwelijks veranderd, zegt Kari Tapiola, een directeur van de IAO. We hebben een beetje verbetering gemerkt in de centrale delen van het land, maar niet in de gebieden waar het leger mensen verplicht tot dwangarbeid. De IAO is niet onder de indruk van de uitspraken en het beleid van Rangoon. Dat heeft onder meer verordeningen tegen het gebruik van dwangarbeid uitgevaardigd en maatregelen om een IAO-conventie tegen die misbruiken te implementeren. Tapiola: Op het veld zelf zien we maar weinig verandering. Klachten over dwangarbeid worden doorgespeeld aan de overheid maar verder gebeurt er niets. Dat geeft het systeem niet veel geloofwaardigheid.

Volgens de IAO worden naar schatting 800.000 Birmezen gedwongen om te werken voor weinig of geen geld. Ze moeten wegen schoonmaken, zwaar legermateriaal vervoeren, militaire gebouwen optrekken en meewerken in landbouw- en infrastructuurprojecten. De militaire junta, die in 1962 aan de macht kwam, beschikt volgens mensenrechtenorganisaties bovendien over 50 werkkampen waar gevangen, waaronder vrouwen en jonge meisjes, tot arbeid gedwongen worden.

In 2000 heeft de IAO voor de eerste keer sancties opgelegd aan Birma. De junta werd op die manier onder druk gezet om een aantal hervormingen door te voeren, waaronder een officiële verbod op dwangarbeid. In mei 2003 nam de junta met de VN een gezamenlijk actieplan aan om dwangarbeid uit te roeien. De samenwerking strandde na een aanval op de Birmese oppositieleidster Aung San Suu Kyi en leden van haar partij.

De beslissing van de IAO om de druk op Rangoon op te voeren is een hart onder de riem voor de organisaties die opkomen voor mensen- en arbeidsrechten in Birma. Die organisaties kregen eerder deze week al het goede nieuws te horen over een akkoord tussen de Amerikaanse oliereus Unocal en de Birmezen. Unocal gaat een schadevergoeding betalen aan de Birmese boeren die in de jaren negentig moesten wijken voor een oliepijpleiding in Birma. Het Birmese leger dwong hen te verhuizen; sommige gedupeerden werden verplicht tot dwangarbeid. De Amerikaanse rechtbanken die de zaak behandeld hebben, bevestigden ook dat het leger zich te buiten ging aan verkrachting, marteling en moord. (KC/PD)