Indianendorpen onder veilinghamer
Marcela Valente
28 juni 2005
Een stuk inheems land van 10.000 hectare wordt donderdag op bevel van Argentijnse rechtbanken toegewezen aan de hoogst biedende. Er staan zes indianendorpen op. De Argentijnse overheid gaat in extremis in beroep tegen de beslissing tot verkoop.
De dorpen in kwestie liggen in de noordelijke provincie Santiago del Estero, op zo’n 900 kilometer van Buenos Aires. De kerk, de begraafplaats en enkele andere openbare gebouwen worden niet geveild, maar het terrein zelf wel. Verschillende rechtbanken gaven opdracht tot de veiling van het stuk land hoewel ze wisten dat het bewoond was. Het terrein is naar schatting een miljoen dollar waard.
Dat komt omdat het perceel ooit als onderpand werd gegeven voor een grote banklening aan de Platense-bank, ver weg in La Plata, de hoofdstad van de provincie Buenos Aires. De lening werd nooit terugbetaald. De bank ging intussen failliet en de eigendommen worden verkocht in een poging de 2.000 gedupeerde rekeninghouders schadeloos te stellen.
De 4.000 inwoners van de dorpen San José de Boquerón, El Ceibal, Tres Varones, Santa Luisa, Nueva Simbolar en Villa San Juan verzetten zich met hand en tand, en hielden de voorbije weken een reeks betogingen. Ze krijgen nu hulp van de Argentijnse overheid, die in beroep gaat tegen de uitspraken. De federale en provinciale ombudsman leverde documenten die aantonen dat het land al minstens 100 jaar bewoond is. Volgens de Argentijnse wet kunnen mensen het eigendomsrecht op een stuk land claimen als ze kunnen aantonen dat ze er al meer dan 20 jaar leven en werken.
De strijd voor het land met vooral bewoners van indiaanse afkomst staat symbool voor de aanslepende kwestie van inheemse landrechten in Argentinië, Bolivia en Paraguay. De positieve kant van de zaak is dat het mensen bewust maakt van een kwestie die al jaren aansleept doorheen heel noordwest Argentinië, Bolivia en Paraguay, zegt advocaat Pablo Muratore. Hij werkt voor de non-gouvernementele organisatie El Ceibal, die de boeren in de streek training geeft over eigendomsrechten. Het ngo-project stelde de boeren in staat samen het geld op tafel te leggen om hun eigendomsrecht te laten registreren, maar de juridische procedures slepen aan.
Momenteel komt de grootste bedreiging voor boeren die al generaties lang een stuk grond bewerken maar geen papieren hebben van de grootschalige sojateelt, zegt Muratore. Vroeger was het houtkap, toen kwamen de olieboringen en sinds de jaren negentig kennen we het probleem dat terreinen als onderpand worden gegeven voor grote leningen. Vaak wordt een terrein aangekocht zonder dat de koper op voorhand weet dat er mensen wonen.
De indianen in de provincie klagen al jaren over knokploegen die hen met behulp van wapens en gevechtshonden van hun land willen verjagen. In 2003 stuurde de federale overheid een officiële mensenrechtendelegatie naar Santiago del Estero om de klachten te onderzoeken. De delegatie vond bewijzen van het bestaan van paramilitaire groepen.
Er is al een kandidaat-koper voor het terrein dat donderdag wordt geveild. Die heeft geprobeerd de boeren uit de dorpen te overtuigen na de verkoop op het land te blijven wonen en voor hem te werken. Dat is onzin, want het land behoort aan de boeren, vindt MOCASE, de boerenbeweging van Santiago del Estero. Ze herinnert eraan dat twee jaar geleden al een perceel werd geveild dat aan dezelfde bank toebehoorde maar in een ander deel van de provincie ligt. Toen werden tientallen families van hun land verdreven.
Volgens Muratore is het bovendien niet voldoende dat de boeren hun huizen en een eigen stukje land kunnen blijven beheren. Ze leven van extensieve landbouw en gebruiken het hele terrein in gedeeld beheer. De organisaties uit de streek hopen dat de federale en provinciale overheid er niet alleen in slagen de veiling van donderdag tegen te houden, maar het makkelijker maken om het eigendomsrecht van boeren vast te leggen. Vaak hebben de boeren geen geld om de lange en dure procedure te doorlopen. (ADR/MM)