“Indiase Niño” zit mee achter droogte in Oost-Afrika
IPS
14 april 2017
De historische droogte in Oost-Afrika wordt mee veroorzaakt door de “Indiase Niño”, de opwarming van oceaanwater voor de kust van Indonesië. Net als de bekendere tegenhanger El Niño wordt die frequenter door de klimaatverandering.
![Colin Crowley/Save the Children (CC BY-NC-ND 2.0)](//images.mo.be/sites/default/files/styles/portrait/public/field/image/53350_91656_HDkjjI.jpg?itok=V-i0i3E8 " De historische droogte in Oost-Afrika wordt mee veroorzaakt door de "Indiase Niño", de opwarming van oceaanwater voor de kust van Indonesië. ")
De historische droogte in Oost-Afrika wordt mee veroorzaakt door de “Indiase Niño”, de opwarming van oceaanwater voor de kust van Indonesië.
Colin Crowley/Save the Children (CC BY-NC-ND 2.0)
Oost-Afrika krijgt te maken met sterk tegenvallende oogsten, die de voedselprijs in grote delen van Ethiopië, Kenia en Somalië verdubbeld hebben. Bij de laatste droogte in de regio, in 2011, kwamen honderdduizenden mensen om. De periodes van droogte worden niet alleen frequenter, maar ook intenser. Elke keer hebben ze een rampzalige impact op de economie van de landen en de broodwinning van de bevolking.
Maar wat ligt aan de basis van die intense droogtes? Een deel van de verklaring ligt bij het klimaatfenomeen Indische Oceaan-dipool, dat vaak de Indiase Niño genoemd wordt. Het fenomeen is veel minder bekend dan zijn tegenhanger in de Grote Oceaan en werd pas in de late jaren negentig ontdekt door Japanse wetenschappers.
De dipool verwijst naar de oppervlaktetemperatuur van de Indische Oceaan voor de kust van Indonesië, die afwisselend kouder of warmer is dan het westelijke deel van de oceaan. Maar sommige jaren is dat temperatuurverschil veel groter. Op dit moment bijvoorbeeld komt de regio uit een bijzonder sterke dipool. Tijdens de zomer van 2016, op het hoogtepunt, was de zee voor de Indonesische kust een hele graad warmer dan de wateren enkele kilometers verder ten zuiden.
Warme wind
Als het zeeoppervlak warmer is, verdampt meer water, en op deze schaal kunnen relatief kleine veranderingen een groot effect hebben. In dit geval was er een veel hogere luchtvochtigheid boven de oostelijke Indische Oceaan.
Omdat vochtige lucht kouder is dan warme lucht, heeft dat ook invloed op de windpatronen. Wind is immers niet meer dan de atmosfeer die verschillen in temperatuur, druk en luchtvochtigheid probeert te egaliseren. Om de ongewoon koele lucht uit te vlakken, ontstond een warme wind vanuit Afrika naar het oosten, over de oceaan.
Rampzalig
Dat is rampzalig voor de boeren in de Hoorn van Afrika, die afhankelijk zijn van de Indische Oceaan om “korte regens” te genereren van oktober tot december en “lange regens” van maart tot juni. Doordat de winden werden omgedraaid, werd de lucht nog droger dan normaal. In 2016 kwamen de regens al een maand te laat, en in sommige regio’s bleven ze zelfs helemaal weg. Hulporganisaties waarschuwden toen al dat het wegblijven van regen grote hongersnoden zou veroorzaken in Kenia, Zuid-Soedan, Somalië en Oost-Ethiopië.
Het lijkt er niet op dat de situatie snel zal verbeteren. Net als bij El Niño heeft de opwarming van de aarde de Indische Oceaan Dipool extremer gemaakt in de voorbije jaren. In Oost-Afrika zullen extreme droogtes de norm worden.
Antwoorden
Omdat de mens de Indische Oceaan niet kan controleren, zijn er ook geen eenvoudige antwoorden op de crisis. Er kan wel heel wat gebeuren om de Afrikaanse bevolking veerkrachtiger te maken en te wapenen tegen de klimaatverandering.
Boeren moeten overschakelen op variëteiten die beter bestand zijn tegen klimaatextremen.
De geschiedenis van de regio toont een aantal mogelijke strategieën. Zo is op veel plekken overgeschakeld naar maïs, een gewas dat uit de Amerika’s is ingevoerd en meer traditionele gewassen als cassave en sorghum verving. Maar hoewel maïs erg voedzaam is in goede jaren, is het ook erg gevoelig voor droogte.
De geschiedenis toont ook dat herdersgemeenschappen veel minder mobiel geworden zijn. Veetelers zijn zich meer permanent gaan vestigen en zo afhankelijker geworden van irrigatie en landbouw.
Er zijn enkele maatregelen die Oost-Afrikanen kunnen nemen om zich beter te wapenen tegen de impact van de klimaatverandering, en met name droogte. Veetelers kunnen grote, gemeenschappelijke graasweiden delen als verzekering tegen lokale droogte. De bewegingen van de kuddes kunnen beter beheerd worden om overbegrazing te vermijden. Bergwouden moeten beter beschermd worden om water op te vangen zonder dure en kwetsbare irrigatiesystemen. En boeren moeten overschakelen op variëteiten die beter bestand zijn tegen klimaatextremen.