Indiase regering krijgt de volle laag voor dure benzine
Paranjoy Guha Thakurta
11 juni 2006
De Indiase communisten plannen op dinsdag 13 juni de eerste van een mogelijk lange reeks stakingen en betogingen tegen de regering in New Delhi. De minderheidsregering heeft de steun van de communisten nodig, maar maakte haar bondgenoten woedend door de benzine deze week negen procent duurder te maken. Het steekt veel Indiërs de ogen uit dat Pakistani aan de pomp nu drie keer minder betalen dan de Indiërs.
Een liter benzine kost in Delhi voortaan 47,49 roepie (0,82 euro) en een liter diesel 32,45 roepie (0,56 euro). Voor ons klinkt dat nog erg redelijk, maar in India gaat het om een stijging van respectievelijk 9 en 6,5 procent. De internationale prijs van ruwe olie is de afgelopen twee jaar verdubbeld, en India moet driekwart van zijn olie invoeren, verdedigt olieminister Murli Deora zich. Zonder de prijsstijging zouden de Indiase overheidsraffinaderijen en oliebedrijven diep in het rood gaan.
In een poging de machtige communistische bondgenoten gunstig te stemmen, liet de Congresregering de prijzen van kerosine en gas ongemoeid. Beide brandstoffen dienen om te koken. Maar de communisten, die de regerende minderheidscoalitie van buitenuit steunen, lieten zich niet paaien. Ze eisen een belastingverlaging. Pakweg de helft van wat consumenten betalen voor hun brandstof, gaat naar de overheid. Daardoor is benzine en diesel in India maar liefst drie keer duurder dan in buurland Pakistan.
Een deel van de Congrespartij is het met de communisten eens, maar deze groep heeft geen andere keus dan de onpopulaire zet van de regering te steunen. Ze liggen er wel wakker van dat de kracht van de communisten toeneemt. De communisten wonnen onlangs de deelstaatverkiezingen in West-Bengalen en in de zuidelijke deelstaat Kerala. De communisten beweren dat er weinig verschil is tussen het economische beleid van deze regering en dat van de vorige BJP-regering.
De BJP, de grote hindoenationalistische partij die in 2004 verrassend het onderspit moest delven in de nationale verkiezingen, heeft dezelfde kritiek op de prijsstijging als de communisten, maar die krijgt veel minder weerklank. (ADR/PD)