Indonesisch radioagentschap wint Koning Boudewijnprijs
Op 19 mei krijgt KBR68H de Internationale Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingswerk. De jury looft het Indonesische radiopersagentschap voor zijn bijdrage aan de versterking van de democratie. Indonesië, het land met de grootste moslimbevolking van de wereld, zit middenin een belangrijk verkiezingsjaar.
‘We hebben al een paar nationale prijzen gewonnen, maar dit is de eerste keer dat er ook internationaal erkenning komt voor onze bijdrage aan de Indonesische maatschappij’, reageert Isaac Santoso (45) vanuit Jakarta. ‘We zijn trots en blij.’
Santoso is managing director van KBR68H, dat hij precies tien jaar geleden oprichtte. ‘Aanvankelijk zijn we gestart met zes journalisten. Vandaag is KBR68H uitgegroeid tot een organisatie met 120 journalisten en honderd correspondenten.’ De opvallende naam van het medium verwijst naar het adres van zijn eerste radiostudio: Jalan Utan Kayu 68H in Jakarta.
stap voor stap
‘KBR68H levert dagelijks zowat acht uur onafhankelijke informatie en educatieve programma’s aan 630 aangesloten radio’s, verspreid over Indonesië en tien andere Aziatische landen’, staat te lezen in het juryrapport van de Koning Boudewijnstichting. ‘De keuze voor radio ligt voor de hand: men wil een zo groot mogelijk deel van de 240 miljoen inwoners van het land bereiken, die verspreid leven op een archipel van meer dan 17.000 eilanden.’
Santoso geeft voorbeelden van het soort programma’s dat KBR68H de ether instuurt: ‘Nieuws is het populairst, maar daarnaast brengen we ook een talkshow over thema’s als mensenrechten, volksgezondheid of verkiezingen. En in specifieke regio’s zoals Atjeh en Papoea –een provincie met onopgeloste autonomieproblemen– hebben we een platform voor politieke discussies.’ Volgens de jury draagt het radiopersagentschap op die manier bij tot ‘de vorming van een onafhankelijke publieke opinie’ en tot ‘religieuze verdraagzaamheid’.
Santoso: ‘In Indonesië is negen op de tien inwoners moslim. We hebben goede ervaringen met de gematigde islam. In dat opzicht is Indonesië goed geplaatst om vorm te geven aan een democratische moslimsamenleving. KBR68H maakt deel uit van dat proces, door luisteraars kwaliteitsvolle informatie aan te bieden zodat ze de juiste keuzes kunnen maken. Informatie is erg belangrijk in onze maatschappij, aangezien we in een transitiefase zitten. De overgang van het autoritair regime van Soeharto –in 1998 van de macht verdreven– naar echte democratie gebeurt stap voor stap.’
nieuw parlement, nieuwe president
Het toonaangevende weekblad The Economist noemt Indonesië ‘de enige volledig functionerende democratie van Zuidoost-Azië’. Santoso: ‘Formeel hebben we een democratie, maar aan de kwaliteit moet nog gewerkt worden.’
Indonesië-kenner Kris Vanslambrouck, verantwoordelijke van de partnerwerking Azië bij ngo-koepel 11.11.11, beaamt: ‘De grote uitdaging voor Indonesië vandaag ligt in het versterken van de parlementaire democratie. Concreet: er moet een sterker inhoudelijk debat komen in het parlement. Maar feit is dat Indonesië de voorbije tien jaar enorme vooruitgang heeft geboekt op democratisch vlak. Er is nu een wildgroei aan volksorganisaties, waarin mensen zich organiseren om hun stem te laten horen. Wanneer vroeger in een dorpje een vergadering werd georganiseerd, was er altijd de vrees dat er een spion in de zaal zat. Nu is het allemaal veel opener.’
Op 9 april vonden in Indonesië parlementsverkiezingen plaats –de derde sinds de val van Soeharto. Vanslambrouck: ‘Reeds voor de verkiezingen stond de kiescommissie onder zware druk –logistiek is het een nachtmerrie om in zo een land verkiezingen te organiseren– en ook achteraf kwam er kritiek.’
Op de kieslijsten stonden maar liefst 38 partijen en 11.000 kandidaten. De definitieve uitslag zal begin mei worden bekendgemaakt, maar op basis van de exit polls gaat men ervan uit dat de Democratische Partij van president Susiolo Bambang Yudhoyono als grote winnaar uit de bus komt.
Vanslambrouck: ‘Yudhoyono –kortweg SBY genoemd in Indonesië– is een populaire man. Hij is een voormalig generaal maar was nooit een hardliner. Als minister van Politieke Zaken wist SBY in het verleden al een goede reputatie op te bouwen. Hij speelde ondermeer een verzoenende rol in onderhandelingen rond etnische conflicten. SBY’s sterkste wapen is dat hij erin geslaagd is boven alle verdachtmakingen van corruptie –een groot probleem in het land– te staan. Toen zijn schoonbroer voor de rechter werd gedaagd, is hij bijvoorbeeld niet tussengekomen. Dat pleit in zijn voordeel.’
De Democratische Partij, die tijdens de vorige verkiezingen nog op 7 procent strandde, haalt op basis van de prognoses zowat 20 procent van de stemmen. Verliezers zijn Golkar –de partij van Soeharto– en moslimpartijen zoals de PKS. Vanslambrouck: ‘Het belang van de parlementsverkiezingen zit hem vooral in de link met de presidentsverkiezingen in juli: enkel partijen of coalities met een vijfde van de zitjes in het parlement of een vierde van de stemmen mogen een presidentskandidaat aanduiden.’
‘eenheid door verscheidenheid’
Gezien het succes bij de parlementsverkiezingen heeft president Yudhoyono uitstekende papieren om in juli herkozen te worden. Wie het ook wordt, de nieuwe Indonesische president staat voor immense uitdagingen. Zo is er de enorme diversiteit in Indonesië –‘eenheid door verscheidenheid’ is het nationale motto. Santoso: ‘Indonesië is een land met meer dan 300 etnische groepen en talen. Onder Soeharto werd de cohesie opgelegd met ijzeren vuist. Sinds de vrijheid zijn intrede deed, ligt het moeilijker. De politieke elite moet de cohesie versterken.’
Ander aandachtspunt is de economische crisis. ‘Die heeft een grote impact’, zegt Santoso. ‘Er komen jaarlijks twee miljoen nieuwe arbeidskrachten op de markt, maar jobs zijn een probleem.’ Vanslambrouck: ‘Tien jaar geleden, tijdens de Aziatische crisis, heeft Indonesië wel een aantal maatregelen genomen waardoor het minder vandaag kwestbaar is. Het land is bijvoorbeeld niet meer zo afhankelijk van buitenlands kapitaal.’
‘Een belangrijke uitdaging op economisch vlak zijn echter de consessies die door de overheden worden toegekend. Al te vaak gebeurt het dat een dorp zich op een ochtend omsingeld ziet door mijnbouwbedrijven die met vergunningen zwaaien. De districtshoofden, die de vergunningen afleveren, leggen geen rekenschap af aan de bevolking. Mort het volk, dan zegt de overheid: “Je moet bij het bedrijf aankloppen”. De vraag is: hoe maak je de overheid verantwoordelijk en meer transparant?’ En het is uitgerekend in dat soort thema’s dat onafhankelijke informatie doorslaggevend is.