Indonesische islam vaart eigen koers
Alexandra Di Stefano Pironti
08 augustus 2012
Het begin van de vastenmaand ramadan op 21 juli viel in Indonesië amper op. Het land, verdeeld over duizenden eilanden in de Indische en Grote Oceaan, heeft een geheel eigen type islam ontwikkeld, dat niet te vergelijken is met de islam in de Arabische wereld.
“Voor u uw geloof en voor mij mijn geloof”, is een tekst uit de koran die in een notendop de Indonesische islam samenvat. Abdul Mu’ti van de Raad van Bestuur van Muhammadiyah, de op een na grootste islamitische burgerorganisatie in het land, zegt dat de Indonesische islam nauwelijks vergelijkbaar is met die in welk ander moslimland dan ook.
De ramadan ging op 21 juli in Indonesië weinig opvallend van start. De gebeden die doorgaans bij zonsopgang met veel decibellen uit luidsprekers klinken, vallen hier veel minder op omdat de moskeeën het volume lager zetten uit wellevendheid naar mensen die een ander geloof aanhangen. Opzichtige vertoningen van vroomheid ontbreken en er mag, anders dan in de meeste islamitische landen, overdag gewoon op straat gegeten worden.
In het land met 240 miljoen inwoners, waarvan 90 procent moslim is, zitten ‘s avonds nog veel klanten koffie te drinken bij Starbucks in de blitse winkelcentra van Jakarta, of verdringen ze zich tijdens lunchtijd rond eetstalletjes.
Maritieme cultuur
Een totaal ander beeld dan in het ultraconservatieve Saoedi-Arabië, waar niet-islamitische expats gewaarschuwd worden dat wie eet, drinkt of rookt in het openbaar tijdens de ramadan, het land uitgezet kan worden.
De Indonesische regering heeft echter wel enkele restricties opgelegd, en vanwege de seksuele onthouding tijdens de ramadan een miljoen pornosites op internet geblokkeerd.
“Indonesië heeft een maritieme cultuur. Die is meer open en democratisch, en sterk verschillend van de Arabische woestijncultuur”, zegt Nasaruddin Umar, de Indonesische vice-minister van Religieuze Zaken.
“Indonesië heeft het recht de koran te interpreteren volgens zijn eigen cultuur”, zeg Umar, die ‘gendergelijkheid in de heilige boeken’ koos als onderwerp voor zijn doctoraalstudie. Volgens hem schrijft de koran gelijkheid tussen man en vrouw voor.
“De Arabische culturele interpretatie van de koran is erg dominant. Maar de koran verplicht vrouwen nergens om een chador of hoofddoek te dragen”, zegt hij.
In Indonesië zie je op straat dan ook meisjes in minirok tussen vrouwen met hoofddoeken, mannen en vrouwen houden in het openbaar elkaar hand vast en bij concerten of in tv-programma’s zijn dansende vrouwen met hoofddoek te zien.
Atheïsme
Toch heeft de religieuze verdraagzaamheid in het land zijn beperkingen. Op identiteitskaarten kunnen Indonesiërs kiezen uit zes geaccepteerde religies. Atheïsme is illegaal volgens de grondwet en in juni van dit jaar werd een man tot tweeënhalf jaar cel veroordeeld omdat hij zijn atheïstische denkbeelden propageerde op internet.
Godslastering, wat ook gezien wordt als een ernstige misdaad, leverde een sjiitische geestelijke in juli een gevangenisstraf van twee jaar op. Hij zou “openbare onrust” hebben veroorzaakt met ideeën die afweken van de ideeën binnen de soennitische hoofdstroom van de islam in Indonesië.
Zijn arrestatie vond plaats in een periode waarin ook sprake was van agressie door soennitische moslims tegen sjiieten.
Leden van de Ahmadiyah-minderheid, die anders dan de meeste moslims Mohammed niet zien als de laatste profeet, zijn vaak het doelwit van aanvallen. Het meest recente incident vond vorige maand plaats, toen een menigte de huizen van zes leden van de Ahmadiyah-gemeenschap bestormde op het moment dat journalisten bezig waren met maken van een documentaire. Bij het incident raakten vier mensen gewond.
Kerken
Een aantal christelijke kerken zag zich gedwongen de deuren te sluiten en in mei viel een groep radicale moslims op West-Java christenen lastig die een kerkdienst wilden houden. De christenen werden bekogeld met rioolafval en kikkers, zei een van de kerkgangers in een plaatselijke krant.
“Op papier respecteert en beschermt Indonesië de religieuze en etnische diversiteit van zijn burgers. Maar dit mooie ‘sociale contract’ tussen de staat en het volk betekent in dagelijkse praktijk vaak niets”, zegt Bona Sigalingging, woordvoerder van de Yasminkerk van de Indonesische Christelijke Kerk (GKI). De Yasminkerk in Bogor heeft te kampen heeft met spanningen tussen de gemeente en radicale moslims.
Umar houdt vol dat de regering er hard aan werkt om dergelijke incidenten te voorkomen. “Het ministerie van Religieuze Zaken heeft een speciale taakgroep die radicalisme bestrijdt”, zegt hij.
De radicale islam, die in 2002 zijn ‘toptijd’ beleefde met een aanslag op Bali waarbij 202 mensen, vooral westerse toeristen, omkwamen, is volgens hem nu grotendeels onder controle. De politie trad in de afgelopen jaren hard op tegen radicalisme, zegt hij, en extremisten worden “heropgevoed.”
“De overheid heeft in het hele land 60.000 penyuluh, of religieuze adviseurs, in dienst. Het is hun werk om voorlichting te geven over de gematigde aspecten van de islam. Daar gebruiken ze mijn boeken en programma’s voor.”
Atjeh
Hoewel Indonesië 79 islamitische wetten heeft geïntroduceerd sinds de aanvang van het democratiseringsproces in 1999, zijn veel van die wetten nog nooit gebruikt, zegt Mu’ti. “Sjariawetten of islamitische wetten zijn het product van politieke propaganda door plaatselijke leiders die lang niet alle moslims representeren”, zegt hij. “Veel plaatselijke wetten zijn niet volledig geïmplementeerd.”
Alleen in de autonome provincie Atjeh, de plaats waar ooit de islam in Zuidoost-Azië geïntroduceerd zou zijn, worden islamitische wetten, zoals lijfstraffen voor overspel, verplicht toegepast.
Volgens Mu’ti zijn er echter maar weinig mensen die deze praktijken in het hele land terug willen zien. “Ik zie niets in pogingen om van Indonesië een moslimstaat te maken. Daardoor zouden andere religies worden uitgesloten.” Hij wijst op het feit dat Kerstmis, het Chinese Nieuwjaar en tal van andere religieuze feesten gevierd worden in het land, met name in de grote steden.
Ondanks zijn optimisme lopen de spanningen vaak hoog op. Een week na het begin van de ramadan, werd een bar in Zuid-Jakarta die alcohol schonk, vernield door een groep van meer dan honderd woedende mensen. De Indonesische website kompas.com citeerde aanstichter van het geweld, Habib Bahar (33). Die zei het “normaal te vinden” om “zondige plaatsen aan te vallen tijdens de ramadan.”