Inheemse Latijns-Amerikanen raken niet uit armoede
IPS
17 februari 2016
Miljoenen Latijns-Amerikanen zijn sinds 2000 uit de armoede geraakt, maar dat geldt niet voor de inheemse bevolking. Dat is moreel niet juist, en het is ook niet slim, zegt de Wereldbank.
In de eerste tien jaar van het nieuwe millennium zijn 70 miljoen Latijns-Amerikanen uit de armoede geraakt, zegt de Wereldbank in een pas gepresenteerde studie. Daar zijn heel wat inheemse inwoners bij, vooral in Bolivia, Brazilië en Peru.
Maar voor de inheemse bevolking verloopt dat ontwikkelingsproces veel minder snel. ‘Latijns-Amerika heeft een grondige sociale transformatie doorgemaakt die de armoede heeft teruggedrongen en de middenklasse heeft uitgebreid, maar de inheemse gemeenschappen hebben daar minder de vruchten van geplukt dan de rest van de Latijns-Amerikanen’, zegt de Mexicaan Jorge Familiar, ondervoorzitter Latijns-Amerika van de Wereldbank.
Kloof wordt groter
De kloof tussen de inheemse gemeenschappen en de andere Latijns-Amerikanen is niet kleiner geworden en soms zelfs vergroot.
De inheemse gemeenschappen zijn goed voor 14 procent van de totale bevolking van de regio, maar bijvoorbeeld in de groep van Latijns-Amerikanen die in extreme armoede leven, loopt hun aandeel op tot 17 procent. Wie inheemse ouders heeft, heeft meer kans om in armoede op te groeien, ongeacht het onderwijsniveau van de ouders.
SDG’s
De Wereldbank vraagt van de overheden dringend beleid dat de achterstand van inheemse inwoners op verschillende domeinen wegwerkt, vooral met het oog op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s), die eind vorig jaar in de VN zijn vastgelegd.
‘Als de inheemse volken een sleutelrol willen spelen in de agenda na 2015, dan moeten we naar hun opinies en ideeën luisteren’
‘Als de inheemse volken een sleutelrol willen spelen in de agenda na 2015, dan moeten we naar hun opinies en ideeën luisteren’, zegt Ede Ijjasz-Vasquez, bij de Wereldbank verantwoordelijk voor stedelijke, rurale en sociale ontwikkeling.
De zeventien SDG’s bevatten afspraken over het recht van inheemse volken op onderwijs, grond en markten.
‘De inclusie van inheemse volken in het beleid en de ontwikkelingsprogramma’s dringt niet alleen de armoede terug, het verbetert ook hun capaciteit en kansen om een belangrijke rol te spelen in de samenleving’, zegt Ijjasz-Vasquez. ‘Hun inclusie is voor overheden niet alleen juist vanuit moreel standpunt, het is ook slim vanuit economisch perspectief.’
Wel politieke vooruitgang
Op politiek vlak is er wel vooruitgang te noteren. In een groot deel van Latijns-Amerika zijn inheemse volken zichtbaarder in de politiek. In Bolivia zijn ze zelfs goed voor 30 procent van de parlementsleden.
Verscheidene landen aanvaardden ook inheemse tradities in verkiezingsprocessen. In de Mexicaanse deelstaat Oaxaca worden 418 van 570 gemeenten volgens inheemse tradities bestuurd.
Dat is deels een gevolg van de toepassing van internationale verdragen en verklaringen zoals de VN-Verklaring voor de Rechten van Inheemse Volken uit 2007.
Ook op onderwijsvlak gingen de inheemse Latijns-Amerikanen erop vooruit, zegt de Wereldbank. De studie noemt de toegang tot lager onderwijs voor inheemse kinderen een van de belangrijkste verwezenlijkingen van die eerste tien jaar. Landen als Ecuador, Mexico en Nicaragua hebben de onderwijskloof gedicht.