Internationaal folktalent overspoelt Belgische kust

Nieuws

Internationaal folktalent overspoelt Belgische kust

Internationaal folktalent overspoelt Belgische kust
Internationaal folktalent overspoelt Belgische kust

Andy Furniere

10 augustus 2010

Van 2 tot 9 augustus vond in Oostende het internationale muziekkamp Flanders Ethno plaats. 62 jonge muzikanten uit 14 landen wisselden er de muziektradities van hun thuisland uit. MO* was er bij.

Vrijdag 6 augustus, in de vroege uurtjes. Het is een vriendelijke non die de weg wijst naar de binnenkoer van de Oostendse Sint-Lutgardisschool waar Flanders Ethno plaatsvindt, een organisatie van Muziekmozaïek en Jeugd en Muziek. Het is muisstil. Niets doet vermoeden dat hier een troep jonge wolven zich een hele week uitleeft op folkmuziek van over de hele wereld.
Wim Claeys, de organisator van Flanders Ethno, heeft er een lange nacht opzitten. Gisteren stond hij nog op het podium van Dranouter als accordeonist van Gorki. Vandaag repeteert hij met muzikanten uit alle winstreken voor een concert in Gent zaterdag en het afsluitende optreden op Dranouter zondag. De jonge bende maakt hem meteen goed wakker, want zelfs vroeg bij het ontbijt is de sfeer uitgelaten. ‘Zet een groep muzikanten samen, en het is altijd ambiance,’ spreekt Claeys uit ervaring.
Het is die ambiance op een internationaal muziekkamp die Claeys zelf er toe heeft aangezet om beroepsmuzikant te worden. ‘Als 22-jarige trok ik naar een gelijkaardig Ethno-kamp in Zweden, waar ik besefte dat ik mij volledig op de muziek wou storten. Diezelfde ervaring wil ik meegeven aan de jongeren hier.’
Nu heeft hij samen met vier artistieke leiders de leiding over een kamp met 62 muzikanten van zestien tot dertig jaar uit veertien landen. De grootste delegaties na die van de Belgen, zijn die uit Zweden, Oost-Europa en de Balkan. Maar de deelnemers komen ook naar Oostende vanuit Argentinië, Jordanië, Oeganda, India, Denemarken, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

Museumstukken

De bedoeling is dat de kampleden elkaar de traditionele folkmuziek van hun eigen land aanleren. Elk land leidt een workshop waarin een liedje typisch voor de regio wordt ingestudeerd, dat de hele groep tijdens de concerten zal spelen. Tijdens de repetities in de voormiddag blijkt de Roemeen Dumitru Iederan een gedreven leraar. Telkens weer herhaalt hij de zinnen op het geïmproviseerde lesbord, driftig stampend en gesticulerend. Hij geeft dan ook les op een folkschool in het noordoosten van Roemenië. Al vier jaar brengt hij nieuwe leerlingen naar Flanders Ethno om hen kennis te maken met andere stijlen.
Iederan toont een oud type altviool met drie snaren –bratsche genoemd– en legt uit dat dit instrument verloren was geraakt totdat hij het opnieuw begon te maken. Nu zou het in Roemenië erg populair zijn als begeleidingsinstrument. Eén van zijn instrumenten is ook opgenomen in het Muziekinstrumentenmuseum in Brussel, bevestigt Wim Verhulst van het museum.
Op de binnenkoer van de Oostendse school liggen nog andere instrumenten die veeleer doen denken aan museumstukken. Nadia Vujin uit Kroatië is een zangeres maar speelt ook hurdy gurdy, een middeleeuwse draailier. Het is een gemechaniseerde viool die je bespeelt met een zwengel en toetsen.
‘Het is geweldig om zoveel verschillende muziekinstrumenten en -stijlen bij elkaar te hebben’, vertelt ze. ‘Je krijgt zicht op totaal andere manieren van spelen.’ Merlijn Mooren, een Belgische doedelzakspeler die met zijn zeventien jaar toch al aan zijn tweede Ethno-kamp toe is, verwoordt het sterker: ‘Ik leer hier meer in één week dan op een heel jaar in de muziekschool. Gewoon omdat je zonder partituren speelt, je luistert en pikt alles meteen op.’

‘Racisme? Onmogelijk’

Hoe belangrijk de muziek ook is, voor de deelnemers maakt de sfeer van het kamp een groot deel van de charme uit. ‘Doordat we dezelfde interesse delen, is iedereen erg open tegen elkaar. We hebben dan wel een andere achtergrond, maar de muziek breekt het ijs,’ zegt de zestienjarige Marieke Van Ransbeeck, een jonge Belgische die net als Merlijn doedelzak speelt.
Organisator Claeys bevestigt het belang van het menselijke aspect: ‘Als je een hele week samenleeft met mensen van een andere cultuur, dan leer je elkaars verschillen relativeren en appreciëren. Het is onmogelijk om nog een racist te worden na dit kamp.’

Leopold II

Wie zou denken dat de muzikanten na het gedisciplineerde oefenen even nood hebben aan stilte en rust tijdens het middageten, komt bedrogen uit. Overal in de cafetaria klinkt gezang. Even is het stil wanneer organisator Wim Claeys aankondigt dat de repititie van de namiddag iets anders wordt dan ze gewoon zijn.
De kampleden zullen in groepjes met minstens drie verschillende nationaliteiten verdelen. Als straatmuzikanten moeten ze zich opstellen op de Zeedijk aan de Koninklijke Gaanderijen en zoveel mogelijk geld proberen te verdienen. Daarna volgt een concert met de hele bende aan het standbeeld van Leopold II.
Die namiddag maken de flaneerders op de Zeedijk kennis met de essentie van Flanders Ethno: de verscheidenheid aan stijlen. Terwijl de Roemeense deelnemers de regels van de competitie aan hun laars lappen en enkel met hun klasje hun klassieke repertoire brengen, speelt enkele meters verder een bont groepje nationaliteiten Led Zeppelin zonder dat er een gitaar –laat staan een elektrische– aan te pas komt.
De competitie zelf is niet bepaald spannend want –ere wie ere toekomt– The flying tango’s verpletteren de tegenstand met een winst van iets meer dan twintig euro in drie kwartier. Ter vergelijking: een ander bandje haalde slechts tachtig eurocent. Al was de muziek waarschijnlijk niet doorslaggevend, geven enkele van de winnaars toe, maar vooral de strategische positionering aan het begin van de Gaanderijen.

Reizen op de tonen van muziek

Gelukkig voor de verliezers is er nog een afsluitend groepsconcert waar ze drink- of ijsjesgeld voor die avond kunnen verdienen. Terwijl de groepjes apart slechts bosjes toehoorders aantrokken, vormt zich nu een hele kring nieuwsgierigen voor de jonge muzikanten.
Meer dan een uur lang reizen ze op de tonen van de muziek van Jordanië naar Oeganda, Estland, India enzomeer tot de Belgen uiteindelijk het concert afsluiten. Na de diepe buiging blijkt de oogst meer dan genoeg om opnieuw een lange nacht voor iedereen te verzekeren.
Ondanks het succes lijken weinige deelnemers tevreden met het optreden. Complimentjes worden afgeweerd of met voorbehoud in ontvangst genomen. ‘Het zal veel beter moeten in Gent en zeker op Dranouter,’ bevestigt Brusselaar Nicolas Hauzeur, een artistieke leider hier en op de zomerstages van de Académie Internationale d’Eté de Wallonie in het Waalse Neufchâteau.
Maar Hauzeur houdt de moed er in met een wijsheid uit de muziekwereld: ‘Hoe slechter de repetitie, hoe beter het concert.’
Dranouter was gewaarschuwd.