Internetgebruik in Afrika groeit maar traag
Thalif Deen
01 oktober 2002
Gisteren (maandag) heeft de ICT-task force van
de Verenigde Naties een studie uitgebracht over het gebruik van de 'nieuwe'
informatie- en communicatietechnologieën in Afrika. Daaruit blijkt dat het
heel wat tijd heeft gekost vooraleer Afrika een plaatsje kon veroveren op de
informatiesnelweg, maar dat het continent nu aan een vrij snelle
inhaalbeweging bezig is. Toch blijft de digitale kloof in Afrika nog
uitzonderlijk groot.
In vergelijking met andere delen van de wereld staat de informatie- en
communicatietechnologie (ICT) er echt nog in de kinderschoenen. Het
internetgebruik is het hoogst in de Verenigde Staten, waar 54,3 procent van
de bevolking op het web surft, in vergelijking met 28,2 procent in
West-Europa, 3,9 procent in Oost-Europa, 3,2 procent in Latijns-Amerika, 2,3
procent in Oost-Azië en de Pacific, 0,6 procent in het Midden-Oosten en 0,4
procent in Zuid-Azië en in Afrika. Zolang Afrika achteraan bengelt, zal het
continent niet in staat zijn de investeringen aan te trekken die economische
groei kunnen voortbrengen, denken de VN.
Uit de studie van de Verenigde Naties (VN) blijkt dat vijf jaar geleden
amper enkele landen toegang hadden tot internet, maar dat nu elke grote stad
op het web kan gaan. Van de ongeveer 816 miljoen Afrikanen had in 2001 één
op vier een radio, één op drie een televisie, één op 35 een mobiele
telefoon, één op 40 een vaste telefoonverbinding, één op 130 een PC, één op
160 surfte op het internet en één op 400 had betaaltelevisie.
De voorbije vijf jaar heeft Afrika een ware explosie in het gebruik van
mobiele telefoons gekend. In die periode zijn meer draagbare telefoons in
gebruik genomen dan er de voorbije eeuw vaste verbindingen tot stand zijn
gebracht. In vele landen zijn er veel meer mobiele telefoonnummers dan
traditionele vaste nummers, aldus de studie. Het internet is niet zo’n
succesverhaal. In de stedelijke centra is er een snelle toename vast te
stellen van telecentra, cybercafés en andere diensten die een publieke
internettoegang bieden en veel internetadressen worden wel gemeenschappelijk
gebruikt. Maar desondanks staat Afrika samen met Zuid-Azië, waar de groei
evenwel sneller verloopt, helemaal onderaan op de lijst van internetgebruik
in ontwikkelingsgebieden.
VN-baas Kofi Annan wijst erop dat het dichten van de digitale kloof in
Afrika en elders, een zware taak is die niet alleen goed leiderschap vergt,
maar ook een aanzienlijke inzet van middelen. Nergens elders zijn de noden
zo groot als in Afrika. ICT kan veel betekenen voor Afrika. Het is
natuurlijk geen wondermiddel voor alle problemen. Maar het is wel een
krachtig instrument voor economische groei en armoedebestrijding en het kan
de Afrikaanse landen helpen om mee te spelen in de wereldeconomie. We moeten
proberen met de vernieuwingen en goedkope technologieën die nu worden
onderzocht, een goedkope, snelle en uiteindelijk ook gratis internettoegang
te bieden, aldus de algemeen secretaris. Toch zullen er volgens Annan nog
altijd investeringen noodzakelijk zijn, niet alleen om te garanderen dat
mensen de technische vaardigheden en de kennis bezitten om de mogelijkheden
van de informatietechnologie te benutten, maar ook om materiaal uit te
werken dat tegemoet komt aan de noden en belangen van het continent.
In het zwarte continent is de sterkste groei op te tekenen in het noorden en
het zuiden en bij de groepen met het hoogste inkomen. Half 2002 lag het
aantal internetabonnees op bijna 1,7 miljoen, twintig procent meer dan het
jaar voordien. Die stijging was vooral toe te schrijven aan de groei in een
aantal landen, zoals Nigeria. Uit de studie blijkt dat radio nog altijd het
meest voorkomende massamedium is in Afrika. In 2002 bezitten ongeveer 200
miljoen Afrikanen een radiotoestel. 62 miljoen beschikt over een televisie.