Europa is zwaarst getroffen
Invasieve soorten kosten de economie veel meer dan gedacht
De wereldwijde economische kost van invasieve soorten ligt tot 1600% hoger dan tot nog toe werd gedacht, blijkt uit onderzoek in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. Europa is het zwaarst getroffen.
Biologische invasies (als uitheemse soorten een ecosysteem ontwrichten) vormen een wereldwijde bedreiging voor de biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Ze spelen een rol in zes op de tien diersoorten die het moeilijk hebben of zelfs met uitsterven zijn bedreigd.
Ook economisch is de schade enorm, blijkt uit een nieuwe studie in Nature Ecology & Evolution. Daarin worden de kosten in kaart gebracht van 162 invasieve soorten zoals de Aziatische tijgermug, of de Japanse duizendknoop.
Op basis van bestaande studies modelleerden de auteurs de verspreiding en dus de economische kost van de soorten in andere landen. Hun conclusie: de totale wereldwijde kost van invasieve soorten klokt af op ruim 2000 miljard dollar. Dat bedrag is vergelijkbaar met de kosten van klimaatrampen.
Europa
Vooral Europa is zwaar getroffen, met een totale economische schade van 1584 miljard dollar in de voorbije zestig jaar. Dat is een pak meer dan Noord-Amerika (226 miljard dollar) en Azië (182 miljard dollar).
Vooral invasieve planten blijken schadelijk (zo’n 926 miljard dollar). Ze brengen niet alleen meer schade toe, maar het is ook veel duurder om ze te bestrijden. Geleedpotigen - denk bijvoorbeeld aan muggen die ziekten overbrengen - volgen met een kostenplaatje van 830 miljard. Zoogdieren, zoals wilde zwijnen die oogsten kunnen vernielen, hebben de economie zo’n 263 miljard dollar gekost.
En de werkelijke cijfers van invasieve soorten liggen waarschijnlijk nog hoger, zeggen de onderzoekers, omdat hun studie maar met 162 soorten rekening heeft gehouden.
Niets missen?
Abonneer je op (één van) onze nieuwsbrieven.
