Inwoners Soweto willen geen betaalmeters voor water
Steven Lang
30 december 2007
Meer dan driehonderd inwoners van Phiri, een van de armste buitenwijken in Soweto, demonstreerden deze maand voor het hooggerechtshof in Johannesburg om betaalmeters voor water ongrondwettelijk te doen verklaren. Na een zitting van drie dagen meldde het hof dat er begin 2008 een uitspraak zal volgen.
Gewoon hun stem laten horen was al een overwinning voor Lindiwe Mazibuko, Grace Munyai, Jennifer Makoatsane, Sophia Malekutu en Vusimuzi Paki, de vijf inwoners van Phiri die de klacht indienden. In een onvervalst David versus Goliath drama staan de vijf werkloze aanklagers tegenover de verdediging: de stad Johannesburg, de watermaatschappij Johannesburg Water en het ministerie voor Water en Bosbouw.
De vijf eisen dat de betaalmeters afgeschaft worden en ze weer een vast bedrag kunnen betalen voor hun volledige watervoorziening, zoals dat voor 2004 het geval was, toen een vast bedrag van tien dollar per maand volstond.
De rechtszaak is weliswaar aangespannen door maar vijf personen, maar de uitspraak kan verstrekkende gevolgen hebben voor het hele land. Ze zal immers bepalen hoever het grondwettelijke recht op voldoende water strekt.
In februari 2001 besliste de toenmalige bevoegde minister, Ronnie Kasrils, op basis van de grondwet dat alle huishoudens kosteloos recht hadden op zesduizend liter per maand, of vijfentwintig liter per dag.
Maar omdat Johannesburg Water zich geconfronteerd zag met een enorm aantal wanbetalers, besliste de maatschappij om betaalmeters te installeren. Mensen moeten eerst betalen, voor ze water krijgen. Om in overeenstemming met de wet te zijn, begint de meter elke maand pas aan te rekenen nadat de gratis zesduizend liter opgebruikt zijn.
Het nieuwe systeem kon er enkel komen met de schriftelijke toestemming van het hoofd van elk huishouden. Maar sommige inwoners vinden dat het systeem niet voldoende uitgelegd is. Ze voelen zich bedrogen.
De eerste klager, Lindiwe Mazibuko, beweert dat de maatschappij haar enkel vertelde dat het oude apparaat vervangen zou worden een nieuw, zonder daarbij te vertellen dat ook het betalingssysteem zou veranderen.
Wim Trengove, advocaat van de klagers, zegt dat de stad Johannesburg de waterklanten niet geconsulteerd heeft over de installatie van het nieuwe systeem. Hij vindt het ook discriminerend dat het systeem er niet gekomen is in de rijkere buurten van Johannesburg, waar de inwoners zoveel water kunnen gebruiken als ze willen en pas achteraf de maandelijkse rekening moeten betalen.
Een van de nadelen van de meters in combinatie met de zesduizend liter-regel is dat er geen rekening wordt gehouden met het aantal personen in een huishouden. Het cijfer van zesduizend liter is berekend op een gemiddelde van acht personen die 25 liter per dag gebruiken.
Maar de Coalitie tegen de Privatisering van Watervoorziening, een ngo die de inwoners van Phiri steunt, wijst op de resultaten van een onderzoek in 2004. Daaruit blijkt dat een gemiddeld huishouden in Phiri zestien personen telt.
Lindiwe Mazibuko woont bijvoorbeeld in het huis van haar moeder samen met negentien andere mensen. Niemand heeft werk, dus ze leven allemaal van het pensioen van haar moeder, 120 dollar per maand. Het huishouden is meestal halverwege de maand door de gratis watervoorraad heen. Omdat er geen geld is voor extra water, zitten de bewoners daarna zonder.
De verdediging kwam op de proppen met getuigenissen van andere inwoners van Phiri, die tevreden zijn met het nieuwe systeem. Enoch Vusi Mtshali bijvoorbeeld zegt dat de meters correct gedemonstreerd zijn aan de bewoners en dat de meeste mensen er blij meer waren. Ook Bruce Lebethe is even tevreden, maar dat kan te maken hebben met het feit dat hij werknemer is van de watermaatschappij. “Mijn gezin gebruikt zes tot zevenduizend liter water per maand. Normaal kopen we extra water voor ongeveer drie dollar. Dat valt een stuk goedkoper uit dan het oude systeem”, zegt hij.
De publieke opinie sympathiseert met de inwoners van Phiri, maar veel Zuid-Afrikanen zijn zich ervan bewust dat hun eis in de praktijk bijna onmogelijk in te willigen is.