Inzet is al wat we nodig hebben om het klimaat te redden
Kitty Stapp (IPS)
08 juli 2015
Ongeveer 96 procent van de emissiereductie die nodig is om de opwarming van de aarde onder de grens van 2 graden te houden, kan met de juiste inzet bereikt worden. Dat staat in een nieuw rapport van de Global Commission on the Economy and Climate.
‘De CO2-arme economie dient zich al aan’, zegt voormalig president Felipe Calderón van Mexico, de voorzitter van de commissie. ‘Maar regeringen, steden, bedrijven en investeerders moeten veel nauwer samenwerken en profiteren van recente ontwikkelingen en kansen pakken. We kunnen deze kansen niet door onze vingers laten glippen.’
Van 30 november tot 11 december proberen landen in Parijs tijdens de Klimaatconferentie (COP21) voor het eerst in twintig jaar een wettelijk bindend akkoord en universele overeenkomst over het klimaat te bereiken. Het doel daarvan is de opwarming van de aarde onder de 2 graden Celsius te houden. Voorafgaand aan de top moeten regeringen hun Intended Nationally Determined Contributions (INDC’s), hun nationale doelstellingen, inleveren.
Belofte van China
Begin juli beloofde China – de grootste uitstoter en tegelijk de grootste investeerder in schone energie – een emissiepiek te bereiken voor 2030, de CO2-intensiteit te reduceren met 60 tot 65 procent ten opzichte van 2005 en het aandeel niet-fossiele brandstoffen in de energiemix te verhogen tot 20 procent voor 2030. Andere industrielanden en grote uitstoters blijven echter achter bij deze plannen.
‘We weten dat we met de huidige INDC-beloften de temperatuurstijging waarschijnlijk niet onder de 2 graden houden’, zegt Michael Jacobs van The New Climate Economy. ‘Dit rapport laat echter zien dat er aanzienlijke ruimte is voor steviger actie die in het belang van de economie van de landen zelf is.’
Kansen in Afrika
De commissie stelt dat minstens 1 biljoen dollar geïnvesteerd moet worden in hernieuwbare energie voor 2030. Dat is mogelijk als regeringen sterk inzetten op het stimuleren van schone energie (bijvoorbeeld met terugleververgoedingen en gunstige afnamecontracten), de subsidies voor fossiele brandstoffen afschaffen en een prijskaartje aan CO2-uitstoot hangen.
‘Er liggen immense kansen in de opkomende, CO2-arme economie.’
Nationale en internationale ontwikkelingsbanken moeten nauw samenwerken met regeringen en de private sector om de kosten van kapitaal te verminderen door risicobeperking en om geschikte projecten te ontwikkelen. Institutionele investeerders, internationale banken en staatsinvesteringsfondsen moeten zich meer op de financiering van hernieuwbare energie richten en de financiering van kolen verminderen.
‘De bevindingen van dit rapport, gecombineerd met die van het recent verschenen Africa Progress Report, laten zien dat er immense kansen liggen in de opkomende, CO2-arme economie’, zegt Trevor Manuel, voormalig minister en voorzitter van de Zuid-Afrikaanse Planningscommissie.
‘Afrika kan de fase van groei op basis van fossiele brandstoffen overslaan en een leider worden op het gebied van CO2-arme ontwikkeling, door zijn rijke – en momenteel onderbenutte – hernieuwbare energiebronnen te gebruiken.’
Efficiënte steden
De commissie beveelt aan om partnerschappen tussen steden op te schalen om zo CO2-arme stedelijke ontwikkeling te stimuleren. Belangrijke aspecten daarbij zijn investeringen in openbaar vervoer, efficiënt bouwen en betere afvalverwerking. Met dergelijke maatregelen kan wereldwijd 17 biljoen dollar bespaard worden tegen 2050.
Ook pleit zij voor het versterken van partnerschappen zoals het ontbossingsprogramma REDD+, het 20x20-initiatief in Latijns-Amerika en de Afrikaanse Alliantie voor Klimaatslimme Landbouw. Op die manier kunnen landen met veel bossen, rijke landen en de private sector een einde maken aan de ontbossing tegen 2030 en uitgeputte landbouwgrond herstellen. De landbouwproductie en veerkracht in de landbouw groeien hierdoor, staat in het rapport, waardoor de levensomstandigheden van de bevolking verbeteren.
De G20 moet de standaarden op het gebied van energiezuinigheid aanscherpen in de leidende economieën, zoals op het gebied van huishoudelijke apparaten, verlichting en auto’s. Investeringen in efficiënt energiegebruik kunnen de wereldwijde economie 18 biljoen dollar opleveren tegen 2035.
Voormalig president Felipe Calderón van Mexico: ‘We kunnen deze kansen niet door onze vingers laten glippen.’
CIAT (CC BY-SA 2.0)
Superbroeikasgassen
Het verlagen van de uitstoot van de luchtvaart en scheepvaart en ‘superbroeikasgassen’ (HFC’s) onder het Montreal-protocol kan de uitstoot met 2,6 gigaton verminderen in 2030. Alleen al in de scheepvaart kan met strengere efficiencystandaarden jaarlijks gemiddeld 200 miljard dollar aan brandstofkosten bespaard worden tegen 2030.
Lees ook: Paus Franciscus en Naomi Klein: één strijd!
‘Dit jaar hebben we de kans om klimaatactie in gang te zetten die groei aanzwengelt. Belangrijke conferenties over ontwikkelingsfinanciering, de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en klimaatverandering hebben het potentieel om een nieuw tijdperk van internationale samenwerking in te luiden’, zegt Kristin Skogen Lund, directeur van de Noorse werkgeversorganisatie NHO.
The New Climate Economy, een project van de Global Commission on the Economy and Climate, is in gang gezet door zeven landen: Colombia, Ethiopië, Indonesië, Noorwegen, Zuid-Korea, Zweden en Groot-Brittannië. Het is een onafhankelijk initiatief om te onderzoeken hoe landen economische groei kunnen bereiken en tegelijk de risico’s van de klimaatverandering beperken.
De voormalige Mexicaanse president Felipe Calderón is voorzitter van de commissie, en de bekende econoom Nicholas Stern medevoorzitter. De commissie telt 28 leiders uit 20 landen, inclusief voormalige regeringsleiders en ministers van Financiën, vooraanstaande zakenmensen, investeerders, burgemeesters en economen.