Iraakse christenen in Jordanië houden vast aan hun geloof
Mona Alami
14 mei 2010
Van bij het begin van het Amerikaanse offensief in Irak vluchtten Iraakse christenen massaal naar buurland Jordanië. Vandaag leven de meesten onder hen in stuitende armoede, zonder hoop om ooit nog terug te keren.
“We zijn ons thuisland verloren, maar we zijn niet bereid ons geloof ook nog eens te verliezen”, zegt de 65-jarige Brahim in Amman. De christelijke vluchtelingen in Jordanië behoren tot verschillende kerken, zoals de assyrische-, chaldeïsche- en protestantse kerk. “De meesten onder ons spreken Chaldeïsch, een taal die dicht aanleunt bij wat Jezus Christus sprak”, zegt de 24-jarige Oussama.
In de kelder van een kleine kerk komen christenen dagelijks samen om te bidden, te praten met lotgenoten en steun te vinden. “De internationale gemeenschap is onverschillig geworden voor het lot van de christenen die nog in Irak wonen. Hun aantal is geslonken van een miljoen tot minder dan vierhonderdduizend”, zegt Brahim.
Batoul, een zestigjarige vrouw, vluchtte pas enkele maanden geleden uit Bagdad. “We bezaten er twee huizen. Op een morgen zag ik een boodschap geschilderd staan op de tuinmuur: we zouden gedood worden als we niet met 80.000 dollar op de proppen kwamen. De politie raadde ons meteen aan om het land te verlaten, omdat ze niet over de middelen beschikten om ons te beschermen.”
Brahims verhaal is gelijkaardig. “Ik verliet mijn baan als leraar op een christelijke school toen de hoofdpriester vermoord werd door militanten”, vertelt hij. “Maar ook toen ik thuis bleef, stopten de dreigementen niet. Ik moest uiteindelijk vertrekken om mijn 24-jarige dochter te beschermen.”
Hard leven
Veel Iraakse christenen vluchten zonder veel middelen, waardoor ze het erg moeilijk krijgen in hun nieuwe land. Als Iraakse vluchtelingen een verblijfsvergunning willen in Jordanië en er ook willen werken, moeten ze 50.000 dollar op een speciale rekening storten. Vluchtelingen die geregistreerd zijn bij de UNHCR krijgen een speciaal document als asielzoeker, maar ze kunnen niet legaal aan het werk en hebben daardoor ook geen toegang tot gezondheidszorg en onderwijs.
“De leefomstandigheden zijn bijzonder moeilijk en de kosten lopen hoog op” zegt Brahim; “We hebben tot duizend dollar per maand nodig om te kunnen overleven, maar de meesten onder ons kunnen hier niet werken. Veel christenen reizen daardoor verder naar Libanon.”
Priester Moussalli schat dat ongeveer de helft van de christenen die de kerk bezoekt in extreme armoede leeft. Maar over de relatie met de Jordaanse overheid is de priester erg positief: “In tegenstelling tot Irak worden we hier niet vervolgd omwille van ons geloof”, zegt hij.