Iraans atoomprogramma brengt gaspijpleiding in gevaar
Paranjoy Guha Thakurta
14 februari 2006
Nu internationale sancties dreigen voor Iran, staat ook de aanleg van een 2.600 kilometer lange gaspijpleiding van Iran naar India op losse schroeven. De Verenigde Staten zijn tegenstander van de pijpleiding die gas via Pakistan naar India moet transporteren.
Terwijl de drie regionale regeringen doorgaan met de planning van het project, zien analisten steeds meer belemmeringen opdoemen. Volgens de regeringen van India, Pakistan en Iran komt het project ter waarde van 7 miljard dollar (5,9 miljard euro) niet in gevaar nu het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) het nucleaire dossier van Iran heeft doorverwezen naar de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
De Pakistaanse minister van Olie, Amanullah Khan Jadoon, brengt deze week een bezoek aan India om de besprekingen over de pijpleiding voort te zetten met Murli Deora, de nieuwe Indiase minister voor Olie en Aardgas. Deora wordt beschouwd als een van de leden van de pro-Amerikaanse lobby binnen de regerende Congrespartij, terwijl Mani Shankar Aiyar, zijn voorganger, er een duidelijk
socialistische visie op na hield.
De wisseling van de olieministers kwam op het moment dat er speculaties ontstonden over de vraag of New Delhi het pijpleidingproject nog wel wil voortzetten, omdat het begin deze maand tegen Iran stemde toen de atoomkwestie aan de orde kwam bij het IAEA. India moet uiterlijk in mei besluiten of het meedoet aan het project.
Indiase commentatoren toonden zich kritisch over het vertrek van Aiyar als minister van Olie en Aardgas.Volgens Prem Shankar Jha van het weekblad Outlook, heeft Aiyars vertrek mogelijk te maken met zijn langetermijnplannen voor de Indiase energievoorziening, waardoor de Amerikaanse controle over de energiemarkt in de regio zou verminderen.
Aiyar was niet alleen vastbesloten om de Iran-Pakistan-India-pijpleiding aan te leggen, hij wilde ook een Aziatisch gasnetwerk dat India, Iran, Turkmenistan, Kazachstan, China en Birma zou verbinden, schreef Jha afgelopen weekend in Outlook.
De gesprekken over de pijpleiding komen op een gevoelig moment, omdat India bezig is met de nadere uitwerking van een overeenkomst voor nucleaire samenwerking met de VS. De VS beloofden onder meer steun aan India bij ontwikkeling van het nucleaire programma voor burgerdoeleinden.
De pijpleiding naar Iran is voor India belangrijk om de energievoorziening voor de toekomst veilig te stellen. Het land importeert momenteel driekwart van de benodigde ruwe olie. De nieuwe pijpleiding zou vanaf 2009 dagelijks 90 miljoen kubieke meter gas kunnen transporteren van Iran naar India. Pakistan zou 60 miljoen kubieke meter kunnen ontvangen.
Nadat India tegen Iran stemde bij de IAEA-bijeenkomst begin deze maand, reageerde Iran met een weigering om een overeenkomst te ratificeren voor de levering van 5 miljoen ton vloeibaar aardgas aan India na 2009. Het Atoomagenschap besloot na de stemming, waarbij
35 lidstaten de kwestie Iran wilden voorleggen aan de Veiligheidsraad, het land nog een maand de tijd te geven om te rapporteren over het nucleaire programma.
Deora zegt dat de aanleg van de pijpleiding ondanks de huidige ontwikkelingen door zal gaan. We hebben het gas uit Iran nodig en we zullen er alles aan doen dit project te laten slagen. Energiedeskundigen zijn echter kritischer. Ik verwacht dat er weinig haast gemaakt zal
worden met het project,zegt Ravi K. Batra van het Energy and Resources Institute (TERI), een denktank in New Delhi. Hij erkent dat de pijpleiding een ‘win-win-win-situatie’ oplevert voor de drie landen, maar volgen hem zijn er minstens drie hindernissen waarop het project vast kan lopen.
Ten eerste is er aanzienlijke tegenstand vanuit de Verenigde Staten. Ten tweede wil India een redelijke prijs betalen voor het gas uit Iran. Volgens Batra is dat een eufemisme voor een tarief onder de marktprijs. Tot nu toe was Iran daar niet erg happig op. Tot slot kan het project gedwarsboomd worden door onrust in de provincie Baluchistan in Pakistan. Er wordt al gesproken over een langere pijpleiding langs de kust van Pakistan, omdat die route veiliger is, zegt Batra.
Volgens Batra wordt ook nagedacht over een alternatieve pijpleiding om gas uit Turkmenistan via Afghanistan en Pakistan naar India te transporteren. Functionarissen in Islamabad en New Delhi erkennen dat de pijpleiding naar Iran mogelijk heroverwogen wordt, als de VN-Veiligheidsraad sancties oplegt aan Iran.
De eerste bijeenkomst met de drie betrokken partijen, Iran, India en Pakistan in Teheran, valt toevalligerwijs samen met de bijeenkomst volgende maand in Wenen, waar het Atoomagentschap opnieuw in conclaaf gaat over het nucleaire programma van Iran.
Iran heeft de op één na grootste gasreserve ter wereld. Het land wil graag een deel van die reserves exporteren om inkomsten te genereren. India is voor Iran een belangrijke groeimarkt. Volgens de Energy Information Administration van de Amerikaanse regering, verbruikte India in 2002 bijna 25 miljard kubieke meter gas. In 2010 zal dat naar verwachting 34 miljard kubieke meter zijn en in 2015 45,3 miljard. (JS)