Iraanse en Boliviaanse president verbroederen

Nieuws

Iraanse en Boliviaanse president verbroederen

Franz Chávez

25 november 2009

Bij zijn Latijns-Amerikaanse rondreis heeft de Iraanse president Mahmud Ahmadinejad zijn banden met zijn Boliviaanse collega Evo Morales nog versterkt. Volgens de oppositie is Ahmadinejad vooral in het Boliviaanse uranium geïnteresseerd.

Na zijn bezoek aan Brazilië, en voor hij naar Venezuela ging, bracht Ahmadinejad dinsdag een vijf uur durend bezoek aan Bolivia.

“Beste vriend en revolutionair, ondanks de moeilijkheden die het imperialisme veroorzaakt, groeit de samenwerking tussen onze twee landen”, zei Ahmadinejad in een toespraak. “Ik ben een groot bewonderaar van u en van uw volk”, zei Morales.

Vanuit het presidentieel paleis woonden beiden, via videoconferentie, de opening van een ziekenhuis in de verarmde stad El Alto bij, een project dat met Iraanse hulp tot stand kwam.

Samenwerking

Beide landen ondertekenden in september 2007 een akkoord voor economische samenwerking en technische bijstand ter waarde van 1,1 miljoen dollar.

Morales en Ahmadinejad beloofden de samenwerking nog uit te breiden. Ze tekenden akkoorden voor onderzoek naar de ontginning van lithium in Salar de Uyuni, waar zich de grootste lithiumvoorraden ter wereld bevinden. Iran gaat ook bijstand verlenen bij het opzetten van hemodialysecentra in het land. Morales vroeg zijn collega bovendien hulp bij de uitbouw van zijn petrochemische industrie.

Uranium

Doordat het oorlogsverleden van Iran de internationale aandacht trekt, moet Bolivia goed de voor- en nadelen van de banden met Teheran tegen elkaar afwegen, zegt parlementslid Marisol Abán van de conservatieve Nationalistische Revolutionaire Beweging (MNR). President Morales “moet de gevolgen evalueren en voordelen en duidelijke investeringen voor het land bekomen.”

Volgens een ander parlementslid, Carlos Klinsky van het rechtse Podemos, is Iran op de eerste plaats geïnteresseerd in het Boliviaanse uranium om zijn nucleaire plannen te kunnen verwezenlijken. Die opinie strookt met versies die worden toegeschreven aan geheime rapporten van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken.

Op tien plaatsen in Bolivia zit uranium in de grond. Maar de regering verzekert dat ze niet over de capaciteit beschikt om het te ontginnen en commercialiseren.