“Iran is ’s werelds laatste kinderbeul”
Omid Memarian
31 juli 2008
Een week na de terechtstelling van twee jonge delinquenten, die minderjarig waren op het ogenblik van de feiten, dringt een coalitie van mensenrechtenorganisaties er bij het Iraanse parlement op aan om zulke executies snel te verbieden. Nergens ter wereld krijgen nog zo veel jongeren de doodstraf.
“Iran stelt verscheidene kinderen per jaar terecht, hoewel dat verboden is bij internationale wet”, zegt de coalitie waartoe onder meer Amnesty International, Human Rights Watch en de Internationale Campagne voor de Mensenrechten in Iran behoren, aangevuld met nog zes andere internationale en lokale mensenrechtenorganisaties.
In een gezamenlijke verklaring dinsdag veroordeelde de coalitie Irans voortdurende executies van jonge misdadigers. “Het is al wreed en onmenselijk om de doodstraf bij volwassenen uit te voeren, laat staan bij veroordeelden die op het ogenblik van de feiten nog geen 18 jaar zijn.”
“Het is een signaal dat de wereld deze praktijk verafschuwt”, aldus Drewery Dyke, van Amnesty International in Londen. “Het is de hoogste tijd dat Iraanse functionarissen en andere leiders gehoor geven aan de bezorgdheid van de vele juristen en activisten in Iran die herhaaldelijk opgeroepen hebben de terechtstelling van jongeren af te schaffen.”
Iran, dat de lijst aanvoert van minderjarige terechtstellingen wereldwijd, is daartoe verplicht. Het heeft immers het Internationale Verdrag van de Burger- en Politieke Rechten en het Verdrag van de Rechten van het Kind ondertekend. “De Iraanse autoriteiten moeten ophouden met excuses verzinnen en hun wetten aanpassen zodat niemand die op het ogenblik van de feiten minderjarig is, nog wordt terechtgesteld”, verklaart Clarisa Bencomo, onderzoekster voor het Midden-Oosten bij de kinderrechtenafdeling van Human Rights Watch.
Op 22 juli voerden het Iraanse gerecht de executie uit van Hassan Mozafari en Rahman Shahidi, samen met de meerderjarige delinquent Hussein Rahnama, in de zuidelijke stad Bushehr. “De terechtstellingen van Mozafari en Shahidi zijn zeer onrustwekkend”, vindt Clarisa Bencomo. “Families van vermoorde slachtoffers verleenden twee andere jonge misdadigers gratie slechts enkele dagen voor de laatste executies. Dat toont hoe arbitrair het systeem van de Iraanse justitie wel niet is.”
In 2007 stelde Iran in totaal acht minderjarigen terecht. De recente ophangingen van Mozafari en Shahidi zetten de teller op vier in 2008. Van geen enkel ander land is bekend dat het in 2008 een jongere heeft geëxecuteerd. “Iran blijft kinderen terechtstellen, waardoor het land zich vastberaden toont in het negeren van het internationale recht en het ontlopen van zijn verplichtingen”, stelt Hadi Ghaemi, coördinator van de Internationale Campagne voor Human Rights in Iran.
Laatste kinderbeul
Volgens mensenrechtenactivisten heeft de situatie van jonge misdadigers die tegen de doodstraf aankijken in Iran een kritiek punt bereikt. De Iraanse schendingen van internationale normen zijn groter dan in eender welk ander land. Van minstens 132 jeugddelinquenten is bekend dat ze op hun terechtstelling wachten in Iran. Het reële cijfer kan veel hoger liggen.
“De praktijken bezorgen Iran de kwalijke reputatie van ’s werelds laatste kinderbeul”, zeg Dyke. “We ondervinden dat dit niet is wat de Iraniërs willen, en het helpt geenszins om een sterkere cultuur van mensenrechten uit te bouwen in het Iran van de toekomst.”