Iran verliest strijd tegen het afval

Nieuws

Iran verliest strijd tegen het afval

Ramin Mostaghim

07 oktober 2003

Voor de 75-jarige Parvin Abdullahi is Kahrizak, een plaatsje ten zuidoosten van Teheran, het einde van de wereld. Ze brengt er haar laatste eenzame dagen door in een sanatorium, al is Kahrizak de laatste plaats waar een dergelijke instelling zou mogen staan. Een groot deel van het afval dat elke nacht in Teheran wordt opgehaald, komt in Kahrizak terecht.

Als Parvin Abdullahi uit het venster kijkt, denkt ze dat ze al in de hel is, want de hoeveelheden afval die worden aangevoerd zijn veel te groot om alles naar behoren te verwerken.

Teheran heeft 12 miljoen inwoners, en die produceren elke dag meer dan 7.000 ton afval. Wat er in de andere steden en gemeenten in het grote land aan vuilnis bijeenkomt is onbekend, maar dat ook die steden een probleem hebben met afvalverwerking is duidelijk. Slecht beheerde stortplaatsen aan de rand van woonwijken puilen uit, ook in de bossen wordt steeds meer afval begraven. De rivieren, de Kaspische Zee en de Perzische Golf krijgen ook hun deel te verwerken.

Het stadsbestuur van Teheran doet tenminste nog een poging om oordeelkundig om te gaan met de bergen afval. Teheran wordt elke nacht geveegd en gepoetst. Vuilnisemmers worden geleegd door privé-ondernemingen. Slechts een fractie van het afval wordt aan de bron gesorteerd - voornamelijk door de traditionele voddenrapers. De stad gaat ervan uit dat een systeem van gescheiden afvalophaling te duur zou zijn, en bovendien is er geen coördinatie tussen de verschillende ophaaldiensten. Het leeuwendeel van het vuilnis gaat naar Kahrizak. Op een oppervlakte van 500 hectaren wordt daar afval begraven en verbrand. Hier en daar worden waardevolle materialen gerecupereerd, en een klein deel van het huishoudelijk afval wordt omgezet in compost.

De recyclagegedachte heeft een nieuwe impuls gekregen door de milieuorganisaties die als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten sinds het aan de macht komen van de hervormingsgezinde president Mohammad Khatami. Ze knopen aan bij eerdere initiatieven om verstandig om te springen met afval. Teheran kreeg al in 1968 zijn eerste recyclagefabriek. Maar de Britse ondernemer had zich verkeken op het hoge aandeel aan organische resten in het Iraanse afval. Bovendien raakte de fabriek ingesloten door de snelle stadsuitbreiding. De omwonenden begonnen te klagen over geurhinder. Dat gevaar dreigt ook voor Kahrizak, dat over afzienbare tijd een buitenwijk van Teheran wordt.

In veel provinciesteden is het milieubewustzijn nog veel minder ontwikkeld en zijn er geen organisaties die een waarschuwende stem laten horen. De stadsbesturen hebben er ook niet zoveel geld als in Teheran. Gescheiden afvalophaling is daar nog helemaal een verre droom, en op sommige plaatsen wordt ook erg onverstandig omgesprongen met gevaarlijk afval. Ziekenhuisafval wordt alleen in Kahrizak oordeelkundig begraven, stelt Bakhshi, de ingenieur die verantwoordelijk is voor de stortplaatsen daar. De zowat 70 ton die dagelijks wordt aangevoerd uit de ziekenhuizen van Teheran worden bedekt met ongebluste kalk om het infectiegevaar te bannen.

Kleinere stortplaatsen zijn vaak te vergelijken met mijnenvelden - niemand weet wat er precies in de grond zit. Zelfs huishoudelijk afval kan gaan gisten, waardoor er zich methaanbellen vormen die opeens kunnen ontploffen of in brand vliegen. Nog gevaarlijker is een mogelijke besmetting van het grondwater door doorsijpelend gift. Dat risico is vooral reëel in de buurt van de steden aan de Kaspische Zee, waar veel afval op beboste berghellingen wordt begraven.