Israël laat niet in zijn kaarten kijken over Iran (analyse)
Pierre Klochendler
08 november 2011
Israël zou zich opmaken voor een preventieve aanval tegen Iran. Ook over militaire steun van bondgenoot VS wordt druk gespeculeerd. Aanleiding is een explosief VN-rapport over Irans nucleaire programma dat vandaag verschijnt.
In het rapport zal het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) naar alle verwachtingen onthullen dat Iran experimenten heeft uitgevoerd voor de ontwikkeling van atoomwapens, waaronder kernproeven en computersimulaties van explosies.
Vrijdag reageerde the Israëlische president Shimon Peres in het journaal op geruchten in de media. “De andere landen in de wereld moeten in actie komen. Het is hoog tijd dat ze hun belofte aan ons nakomen en hun volledige verantwoordelijkheid opnemen, of het nu zware sancties worden of een militaire operatie.”
Peres hield vol dat er nog geen beslissing was genomen en dat alle opties nog op tafel liggen, zoals eerder ook Israëlische en Amerikaanse woordvoerders hadden gedaan. Toch vraagt de internationale gemeenschap, met de VS op kop, zich af of Israël op het punt staat om een unilaterale aanval tegen Iran te lanceren.
Slapeloze nachten
De vooraanstaande Israëlische columnist Nahum Barnea stak vorige week de lont in het kruitvat. “Hebben de premier en de minister van Defensie het onderling op een akkoordje geworpen voor een militaire aanval tegen de nucleaire installaties in Iran?” vroeg hij zich af in de krant Yedioth Ahronoth. Een voorgevoel of goed geïnformeerd, in ieder geval gonsde het in de media van de geruchten.
De krant Haaretz meldde dat premier Netanyahu volop leden van zijn kabinet polst over zo’n aanval. “Ik hoef je niet te vertellen hoe ingewikkeld deze aanval is”, aldus Eli Yishai, minister van Binnenlandse Zaken en hoofd van de religieuze Shaspartij. “Deze operatie bezorgt me slapeloze nachten”, vertrouwde hij een groep aanhangers toe.
Zijn sombere bekentenis had als doel om alle Israëlische neuzen in dezelfde richting te krijgen. Maar misschien zat er meer achter: niet alleen het IAEA maar ook Amerikaanse functionarissen tot spoed aanmanen.
Volgens Barnea begrijpen buitenlandse regeringen niet goed wat hier gaande is. “Enerzijds heb je de geruchten over de Israëlische zet die het Midden-Oosten grondig dooreen zal schudden. Aan de andere kant is er helemaal geen publiek debat.”
Panetta in Israël
Het klopt dat Amerikaanse functionarissen veel minder Israëlische uitspraken over de kwestie horen, zowel publiek als privé via diplomatieke kanalen, aldus de Amerikaanse bronnen die de krant Haaretz citeert.
Dat kan verklaren waarom de Amerikaanse minister van Defensie, Leon Panetta, vorige maand in Jeruzalem op bezoek was: omdat zijn regering geen idee heeft van wat Israël met Iran van plan is. Panetta kreeg echter geen enkele garantie dat Israël eerst met de VS zou overleggen alvorens Iran aan te vallen.
Dat was in het verleden niet anders. In 1981 gaf premier Begin toestemming gaf voor het Israëlische bombardement van de Iraakse reactor Osirak, zonder voorafgaand president Ronald Reagan te waarschuwen. In zijn memoires van vorig jaar schrijft ex-president George W. Bush over de Israëlische luchtaanval op de Syrische reactor Deir e-Zour in 2007: “Premier Olmert vroeg mij niet om groen licht. Hij deed wat hij nodig achtte om Israël te beschermen.”
Obama
Maar Syrië is Iran niet. Hebben de bilaterale relaties te lijden onder een gebrek aan wederzijds vertrouwen? Niet echt. De VS waren nog nooit zo openlijk begaan met Israëls veiligheid als onder president Obama. In het pro-Israëlische Washington Institute for Near East Policy verklaarde de Amerikaanse assistent-secretaris voor politiek-militaire zaken, Andrew Shapiro: “Onze veiligheidsrelatie met Israël is breder, dieper en intenser dan ooit tevoren.” Israëls militaire voorsprong is een “topprioriteit” voor de VS, voegde hij eraan toe.
“Het is in ons nationaal belang om Israël te steunen”, beklemtoonde Shapiro. Dat is ook de teneur van een recent rapport van het Washington Institute. “Als Israël zwakker staat, durven zijn vijanden meer. Daardoor zou het conflict kunnen uitdijen, met mogelijk rampzalige gevolgen voor de Amerikaanse belangen in de regio”, besluit Shapiro.