‘Israëlische bommen maken geen onderscheid tussen christenen en sjiieten’

Nieuws

‘Israëlische bommen maken geen onderscheid tussen christenen en sjiieten’

‘Israëlische bommen maken geen onderscheid tussen christenen en sjiieten’
‘Israëlische bommen maken geen onderscheid tussen christenen en sjiieten’

‘Libanon is rustig en veilig’, zegt Yousouf Fawwaz, plaatsvervangend burgemeester van de Zuid-Libanese gemeente Tibnin. Hij bedankt de VN-troepen en met name de Belgische soldaten daarvoor. Dé bron van veiligheid en stabiliteit in de regio is echter het Islamitisch Verzet, alias Hezbollah, zegt restauranthouder Shaqib Fawwaz.

239 Belgische militairen maken momenteel deel uit van de VN-missie in Libanon (United Nations Interim Force in Lebanon, UNIFIL). Ze zorgen vooral voor opruiming van de clustermunitie die Israël overvloedig gebruikte tijdens de oorlog tegen Hezbollah in 2006. De bewoners van Tibnin denken met nostalgie terug aan het hospitaal dat de Belgen hier opzetten bij het begin van hun opdracht. Tijdens een avondmaal met enkele notabelen klinkt herhaaldelijk de vraag om aan de Belgische overheid te laten weten dat de Zuid-Libanezen terugverlangen naar die betrouwbare geneeskundige zorgen. De Belgische Technische Cooperatie steunt de uitbreiding van het lokale ziekenhuis, maar dat geeft blijkbaar onvoldoende vertrouwen in een functionele, kwalitatieve en toegankelijke gezondheidszorg straks.
In Tibnin zijn zowat alle zichtbare gevolgen van de oorlog van 2006 opgeruimd. De 110 huizen die gebombardeerd werden, zijn heropgebouwd. De doden zijn begraven en worden herdacht, de gewonden zijn hersteld, de wegen en andere infrastructuur werden vernieuwd. Alleen de munitie is nog niet helemaal opgeruimd. ‘Wij hebben een leven van geweld achter de rug’, zegt Yousouf Fawwaz, ‘maar voor onze kinderen en kleindkinderen willen we vrede nalaten.’ De anderen beamen. ‘Gewone mensen houden zich niet bezig met internationale politiek’, vervolledigt Shaqib Fawwaz. Toch duiken de wortels van het geweld de hele avond lang weer op: de verdrijving van de Palestijnen in 1948, de expansiepolitiek van Israël, de blijvende kankers van de Palestijnse vluchtelingenkampen en de extremistische milities die daar vandaag de plak zwaaien… De internationale politiek is net zo lokaal als de landbouw, de handel en de migratie. ‘Duizenden Tibninezen wonen in Michigan, Verenigde Staten’, zegt Shaqib. ‘Wie hier geen werk vindt, gaat gewoon elders.’ Ook de tolk, Manolia Kathura, ziet haar toekomst voorbij de grenzen: ‘Als ik in Tibnin blijft, kan ik hoogstens lerares worden. Maar ik heb meer ambitie. Ik wil nog verder studeren en ik wil mijn ervaring als tolk voor de blauwhelmen proberen inzetten in Irak, bijvoorbeeld.’
De disgenoten zijn opgetogen over het bezoek dat premier Said Hariri onlangs aan Damascus bracht. Geen evidentie, wat het politieke kamp van de jonge Hariri heeft Syrië er altijd van beschuldigd dat het achter de moord op Said’s vader, Rafik Hariri, zat. ‘We hebben maar met twee landen een grens’, zegt Shaqib. ‘Die met Israël zit potdicht, dus heeft Libanon er alle belang bij dat de grens met Syrië open is.’
De gouden periode voor Zuid-Libanon was tussen 2000 en 2006 -tussen de terugtrekking van de Israëlische troepen en de terugkeer ervan- en bij de inwoners van Tibnin groeit de hoop dat die periode terug is. Is de huidige rust en veiligheid te danken aan de terugkeer van het Libanese leger dat hier decennia afwezig was, aan de aanwezigheid van de internationale troepenmacht of aan de kracht het Islamistisch Verzet, willen we weten. Alledrie hebben ze hun verdienste, zo blijkt, maar de tafel is het roerend eens over de stelling dat Hezbollah de voornaamste factor is. De gesprekspartners doen alsof ze niet beseffen dat het Westen diezelfde Hezbollah als een terroristische organisatie beschouwt en dat de VN-blauwhelmen eigenlijk ingezet worden om de bewegingsvrijheid van Hezbollah in te perken. In het gesprek wordt de Hezbollahslogan -‘het Verzet is het volk en het volk is het Verzet’- gedebiteerd alsof hij terplaatse bedacht bedacht wordt. Ook de Grieks-katholieke Muchtar Kathura deelt die mening, ‘want als de Israëli’s bombarderen, maken ze geen onderscheid tussen christenen en sjiieten’.
Bij een kopje sterke koffie vragen de notabelen van Tibnin nog eens dat de Belgische regering de aanwezigheid van haar gewaardeerde troepen verlengt ‘zo lang er geen stabiele vrede is in Zuid-Libanon’. Die vrede hangt echter vooral af van een overeenkomst tussen Palestijnen en Israël, en die lijkt nog heel ver weg. Intussen, beaamt commandant D’Hoedt, wordt er volop geïnvesteerd in hartelijke relaties tussen Belgen en Libanezen ‘want dat is duurzamer dan het optrekken van een nieuw gebouw’. D’Hoedt zegt er niet bij dat de aanwezigheid van de Belgische militairen in Tibnin allesbehalve duurzaam is en wellicht al over enkele maanden beëindigt wordt. Maar dat weten de Tibninezen natuurlijk, vandaar hun gretige pleidooi in aanwezigheid van enkele Belgische journalisten. Je weet nooit of het helpt.