Japan worstelt met zijn rol in Azië
Suvendrini Kakuchi
15 augustus 2007
Na de traumatische overgave die 62 jaar geleden een einde maakte aan de Tweede Wereldoorlog op 15 augustus 1945, gloort voor Japan een invloedrijke rol in Azië. Maar het land staat ook voor nieuwe en pijnlijke keuzes, zeggen Japanse analisten.
“Voor de meeste Japanners is het oude beeld van een sterk pacifistisch land op losse schroeven komen te staan”, zegt professor Koichi Ishiyama, expert in internationale economie aan de Tooin Universiteit in Yokohama. “Japan heeft momenteel te maken met een assertief Azië, de groeiende invloed van China in de regio, een aanstaande top van de twee Korea’s en de eigen, langzamere economische groei. Dat geeft ons een onbestendig gevoel.”
Als de bescheiden ceremonieën vandaag (woensdag) bij de Yasukuni-schrijn, ook wel ‘Dag van Rouw’ genoemd, gelden als een voorbeeld voor hoe Japan omgaat met de nieuwe geopolitieke situatie, dan is het gebrek aan gebruikelijke nationalistische geestdrift een levendige indicatie van de voortdurende verwarring in het land.
In tegenstelling tot twee jaar geleden, toen de voormalige premier Junichiro Koizumi op 15 augustus 2005 de Yasukuni-schrijn bezocht, bleven de ministers en premier Shinzo Abe, een doorgewinterde conservatief, thuis. Een ontwikkeling die volgens deskundigen het gevolg is van de uitkomst van de verkiezingen vorige maand. De regerende Liberaal Democratische Partij leed daarbij een nederlaag.
“Het besluit om de Yasukuni-kwestie dit jaar niet te hoog op te spelen reflecteert de verkiezingsuitslag. Die laat zien dat het publiek niet achter Abes beleid staat. Dat beleid is gebaseerd op bevorderen van nationalisme door een sterke regering die de glorie van het verleden wil herstellen”, zegt analist Hideo Shimzu, een grondwetexpert.
Bij Yasukuni liggen Japanse oorlogsmisdadigers begraven. De Shinto-schrijn speelde een centrale rol toen Japan een groot deel van Azië binnenviel aan het begin van de twintigste eeuw. Traditioneel verzamelen zich op 15 augustus oud-strijders in militaire uniformen en rechtse groepen bij de schrijn, om op te roepen tot een militair sterk Japan.
Abe, die bedacht is op kritiek uit Aziatische landen, heeft de schrijn niet bezocht na het vertrek van Koizumi. Wel heeft hij zich de revisie van de pacifistische Japanse grondwet die na de Tweede Wereldoorlog werd opgesteld, als doel gesteld. Die wijziging zou een belangrijke stap zijn op weg naar een leidende Japanse rol in wereldwijde kwesties.
Abe wil een sterke Japanse regering die het land trots kan maken op zijn verleden en identiteit. Dat is volgens hem noodzakelijk om te kunnen omgaan met een veranderende wereld. In lijn met dat beleid hebben de Japanse Zelfverdedigingstroepen nu een speciale eenheid die inzetbaar is bij conflicten in het buitenland. Ook hield Japan samen met India en de Verenigde Staten marineoefeningen in de Indische Oceaan.
Volgens analisten verloopt deze nieuwe strategie echter minder vlot dan het in eerste instantie leek. “De poging om het nationalisme te laten herleven sloeg tot op zekere hoogte aan bij het publiek, omdat dat op zoek was na nieuw zelfvertrouwen na de economische en sociale neergang in de afgelopen tien jaar. Maar de daarmee gepaard gaande opkomst van de conservatieve politiek, heeft nieuwe alarmerende kwesties op de agenda gezet en de behoedzaamheid bij het publiek vergroot”, zegt Shimzu.
Het meest noemenswaardig in dit verband zijn de nog verder bekoelde relaties met China en beide Korea’s. Het bezoek van Koizuma aan de Yasukuni-schrijn leidde tot een succesvolle Chinese campagne tegen de Japanse pogingen om een permanente zetel in de prestigieuze VN-Veiligheidsraad te krijgen in 2005.
Een ander dilemma voor Japan is de opdoemende isolatie van het land als het gaat om het oplossen de Noord-Koreaanse dreiging in Azië, zegt Masao Okonogi, professor aan de Keio Universiteit, verwijzend naar de komende top van de Korea’s op 28 augustus. Abe heeft de Japanse diplomatie op een ongemakkelijk pad geleid met zijn harde lijn ten opzichte van Noord-Korea. Hulp aan de stalinistische staat is gekoppeld aan de terugkeer van ontvoerde Japanners. De Verenigde Staten, Zuid-Korea en China kozen voor een meer coöperatieve strategie en zij nemen nu de leiding in de besprekingen om Pyongyang zo ver te krijgen het nucleaire-wapenprogramma in te dammen. “De regering-Abe maakt in deze regionale kwestie een grote fout”, zegt Okonogi, die regelmatig de conservatieve analisten die Abe steunen uitdaagt.
De Japanse isolatie in de Aziatische diplomatie is ook duidelijk op het economisch front, waar Japan een antwoord moet vinden op de uitdaging van de Chinese economische groei. “Terwijl de Japanse investeringen en hulp in Azië hoog gewaardeerd worden in de regio, kan niemand ontkennen dat China de belangrijkste handelspartner is geworden voor veel landen. Dat vraag om een nieuwe visie in Japan en bekrompen nationalisme is niet het antwoord”, zegt Ishiyama.
De Chinese handel met India bedroeg zeventien miljard dollar in 2005, drie keer meer dan de Japanse bilaterale handel met India in datzelfde jaar. Chinese buitenlandse investeringen en internationale hulp, zoals het China-Afrika Ontwikkelingsfonds dat in juni werd gelanceerd, zijn ook nieuw voor Japan.