Japanse oorlogsslachtoffers willen op de valreep genoegdoening
Suvendrini Kakuchi
15 augustus 2006
Een 140-tal bejaarde Japanners wil klacht indienen tegen de Japanse staat voor het leed dat een grootscheepse Amerikaanse luchtaanval op Tokio 61 jaar geleden aanrichtte. Japan lokte het bombardement uit door de invasie van zijn buurlanden de jaren voordien, luidt hun redenering.
“Het leven was vol ellende en ontberingen voor de gewone mensen”, zegt Hiroshi Hoshino, de 75-jarige voorzitter van de Vereniging van Slachtoffers van de Grote Luchtaanval op Tokio. De vereniging telt ongeveer 750 leden die allemaal het massale luchtbombardement van 10 maart 1945 meemaakten. Die apocalyptische aanval kostte 100.000 burgers het leven; nog veel mensen raakten gewond of hadden geen onderdak meer.
Jarenlang kropte Hoshino zijn pijn op. Zijn twee zussen en zijn moeder waren ook in Tokio toen het bommen begon te regenen uit de lucht. Zijn broers sneuvelden op de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog. Het economisch herstel van na de oorlog nam het gevoel van verlies niet weg dat in Hoshino bleef knagen.
“Onze leden worden wanhopiger naarmate ze ouder worden”, zegt Hoshino. “We hebben het gevoel dat de Japanse staat haar verantwoordelijk niet heeft opgenomen voor de schade die gewone mensen hebben geleden.”
Volgens historici zitten veel oude Japanners met dat probleem. Maar nieuw is dat mensen er in het openbaar voor uitkomen. “Er rust nog altijd een groot taboe in Japan op kritische opmerkingen in verband met de oorlog”, zegt Tadahito Yamamoto, de curator van het Museum van Luchtaanval op Tokio dat de herinnering aan de aanval mee levendig houdt. “Dat taboe heeft veel te maken met de plicht die Japanners voelen om zich loyaal op te stellen tegenover hun land. Ik geloof dat Hoshino en zijn groep een keerpunt vertegenwoordigen.”
“We moeten spreken voordat we sterven”, zegt Hoshino. “De bedoeling van de rechtszaak is de herinnering aan de wreedheid van het bombardement en wat eraan voorafging officieel vast te houden. We hopen ook dat de staat de fouten van vroeger nooit zal herhalen.”
Hoshino vindt het ook wraakroepend dat Japan na de oorlog wel een gulle pensioenregeling op poten zette voor soldaten en hun gezin, maar geen bijstand verleent aan de burgers die onder de oorlog hebben geleden. De VS betalen Japanse Amerikanen die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar gevangenenkampen werden gestuurd wel, weet hij.
De advocaten van de klagers wijzen op het belang van de zaak in het licht van de uitbouw van de militaire macht van Japan. “Gewone mensen hebben veel geleden onder de bombardementen. Het is hoog tijd dat hun kijk op het Japanse oorlogsverleden openbaar wordt gemaakt”, zegt Taketoshi Nakayama, de leidende advocaat van de groep.
Nakayama moet toegeven dat er geen officiële documenten bestaan over de effecten van de oorlog op de man en de vrouw in de straat. Het Japanse gerechtssysteem moedigt klachten van burgers tegen de staat ook niet bepaald aan.
Advocaten geloven dat de rechtszaak andere oorlogsslachtoffers zal aanzetten ook hun kans te wagen voor het gerecht. Misschien zet dat de Japanse overheid ertoe aan zich intensiever over het oorlogsverleden te buigen. Dat zou kunnen helpen bij de verwerking ervan. (PD/ADR)