Journalisten hebben kritiek op nieuwe anti-terreurwet
Yadira Ferrer
02 maart 2003
Na de bloedige aanslagen van de linkse FARC-guerrilla in februari bereidt de regering van president Alvaro Uribe een controversiële anti-terreurwet voor. Journalisten vrezen dat de bepalingen over de “verantwoordelijkheid van de media” de persvrijheid in het gedrang brengen.
Een voorlopige versie van het wetsvoorstel kwam in circulatie op het moment dat de verontwaardiging over de aanslagen van marxistische FARC-guerrilla het hoogst was. Op 7 februari ontplofte een bom in de exclusieve club El Nogal in Bogota, een verzamelplaats voor politici en zakenlui. Een week later ontploften enkele bommen in een huis nabij de luchthaven van de stad Neiva, op de vooravond van een bezoek van president Uribe. Bij de twee aanslagen kwamen vijftig mensen om het leven.
Het voorstel wil 31 artikelen uit het stafwetboek wijzigen en voegt er tien nieuwe aan toe. Van de media wordt verwacht dat zij zich bij de berichtgeving over terrorisme “verantwoordelijk” gedragen. Wie bijvoorbeeld statistieken publiceert die “contraproductief in de strijd tegen het terrorisme”, riskeert acht tot twaalf jaar gevangenisstraf en het verlies van zijn zend- of publicatievergunning. Hetzelfde geldt voor wie “informatie verspreidt die operaties van het leger of de politie bemoeilijkt of die het leven van veiligheidsmensen of privaatpersonen in gevaar brengt.” Eveneens strafbaar is “het versterken van het imago of de positie van de vijand”.
“De wetgevers vergeten hier even dat de Colombiaanse grondwet censuur verbiedt en dat de bevolking een recht op informatie heeft”, zo meent de voorzitter van de Reportersvereniging van Bogota, César Velásquez. Volgens onafhankelijk reporter Sigifredo Eusse wil de regering dat journalisten enkel officiële informatie gebruiken en onderwerpt de nieuwe wet journalisten aan het subjectieve oordeel van regeringsambtenaren.
Niet censuur, maar zelfregulering is wat Colombia nodig heeft, aldus voormalig minister van communicatie Fernando Cepeda. De regels zijn voor elk medium verschillend. “Wanneer je een guerrillero of lid van een doodseskader live interviewt op radio of televisie kan je zijn visie niet kritisch omkaderen zoals in een krantenartikel”, zegt Cepeda.
Het anti-terreurvoorstel bevat ook systematisch strafverzwaringen voor misdrijven die worden gepleegd met een “terroristisch” doel. Wie een boot, vliegtuig of openbaar vervoermiddel kaapt riskeert 7,5 tot 17 jaar gevangenisstraf, wie daarbij terroristische motieven heeft 17,5 tot 25,5 jaar. Gelijkaardige regels gelden voor wie vertrouwelijke documenten openbaar maakt, geld witwast voor een terreurorganisatie of schade toebrengt aan natuurlijke rijkdommen en gebieden met ecologische waarde.
“Incidenten als de aanslag op El Nogal zijn niet goed te praten, maar we mogen niet in dezelfde logica van geweld vervallen”, zegt Ana Bernal, de voorzitster van het Netwerk voor Vredesinitiatieven (REDEPAZ). Bernal betreurt dat de roep naar de herinvoering van de doodstraf steeds luider klinkt. “We begrijpen die politieke visie achter de aanslagen niet, maar hebben ook moeite met de manier waarop de regering de crisis aanpakt”, aldus Bernal. Het REDEPAZ verenigt 30 burgerorganisaties die vragen dat het ruim veertig jaar oude conflict in Colombia door onderhandelingen wordt opgelost.
Yadira Ferrer
xml=3
Ref: la ic hd