Justitie Bangladesh krijgt geen vat op fatwa's
Tabibul Islam
04 januari 2003
Sommige religieuze leiders in Bangladesh
waarschuwen vrouwen niet ongesluierd naar de stembus te trekken bij de
lokale verkiezingen eind deze maand. Wie dat wel doet, zondigt volgens hen
tegen de islam en kan worden gestraft. Het Bengalese hooggerechtshof
oordeelde twee jaar geleden dat alleen rechtbanken dergelijke vonnissen
kunnen vellen en verbood het uitspreken van 'fatwa's' - oordelen in naam van
de islam - door onbevoegden. Maar voorlopig blijkt de gewoonte sterker dan
de rechtspraak.
Vooral vrouwen moet het ongelden. De mensenrechtenorganisatie Ain O Salish
Kendra (Centrum voor Wet en Arbitrage) schat dat 99 procent van de fatwa's
betrekking hebben op vrouwen. Tussen 1993 en 2000 zouden in Bangladesh
minstens 200 fatwa's zijn uitgevaardigd die vermeende overspelige vrouwen
veroordeelden tot openbare geseling - een illegale praktijk. Tussen januari
en oktober 2002 kregen minstens 39 vrouwen een of andere illegale fatwa
gepresenteerd.
In sommige plattelandsgebieden blijft de deelname aan verkiezingen onder
meer door dergelijke fatwa’s de facto taboe voor vrouwen. Veel vrouwen
kunnen niet lezen of schrijven en zijn daardoor uitgesloten. Maar andere
vrouwen worden afgeschrikt door plaatselijke dreigementen of verboden. Een
fatwa die uitgesproken werd in het district Jamalpur, tweehonderd kilometer
ten noorden van de Bengalese hoofdstad Dhaka, verbiedt vrouwen zonder
hoofddoek te gaan stemmen. Tussen 26 januari en 2 februari zijn er lokale
verkiezingen in Bangladesh.
Er ligt een misverstand aan de basis van deze religieuze verordeningen,
zegt Maulana Obaidu Haque, de khatib of hoogste verantwoordelijke van de
Baitul Mukarram-moskee in Dhaka. Een fatwa (Arabisch voor beslissing of
resolutie) is bedoeld om de sharia - de islamitische wet - uit te leggen aan
de gelovigen. Een islamgeleerde kan een fatwa uitspreken als een
verduidelijking, maar niet als een juridisch oordeel of een regelrechte
straf. Daartoe is enkel de rechtbank bevoegd.
De rechters van het Bengalese hooggerechtshof riepen in januari 2001 het
parlement op om een wet te stemmen die het uitspreken van een fatwa door een
onbevoegd persoon strafbaar maakt. Maar in de praktijk blijven religieuze
leiders ongestraft fatwa’s uitspreken. Veel mullahs genieten de steun van de
leiders in hun dorp en hebben een grote invloed.
Mawlana Hasan, een moslimgeleerde uit Dhaka, noemt de fatwa beter geschikt
dan de burgerlijke wet om in te gaan tegen de ziekten van de Bengaalse
maatschappij. Er zijn zo veel corrupte procureurs en politieagenten dat je
beter fatwa’s laat gelden als een soort snelrecht dan het logge
justitieapparaat in gang te zetten.
Niet akkoord, zegt een vrouwelijke advocaat van het hooggerechtshof. De
rechtspraak moet in handen liggen van burgerlijke rechtbanken en niet
afhankelijk zijn van de willekeur van enkele slecht opgeleide mullahs.