‘Justitie Congo faalt in massaverkrachtingszaak’

Nieuws

‘Justitie Congo faalt in massaverkrachtingszaak’

‘Justitie Congo faalt in massaverkrachtingszaak’
‘Justitie Congo faalt in massaverkrachtingszaak’

IPS

01 oktober 2015

Justitie in de Democratische Republiek Congo is er niet in geslaagd de daders van massaverkrachtingen op een goede manier te vervolgen en moet haar justitiesysteem dringend hervormen. Dat stelt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) in een nieuw rapport.

In het vandaag (donderdag) verschenen rapport concludeert HRW dat, ondanks veel internationale steun en aandacht, de zogenoemde Minova-zaak mislukt is. Er is volgens de mensenrechtenorganisatie geen recht gedaan aan de minstens 76 slachtoffers van Congolese militairen die in november 2012 een verwoestend spoor achterlieten in Minova en enkele dichtbijgelegen dorpen.

‘De rechtszaak was een grote teleurstelling voor de slachtoffers van een van de ergste massaverkrachtingen in het land in de afgelopen jaren’, zegt Géraldine Mattioli-Zeltner van HRW. ‘De Congolese autoriteiten zijn verplicht aan de slachtoffers om lessen te trekken uit dit misbruik en recht te verschaffen in toekomstige zaken.’

Oorlogsmisdaden

Na internationale verontwaardiging over de verkrachtingen in Minova, werden 39 militairen gearresteerd op beschuldiging van oorlogsmisdaden en het schenden van militaire orders. Toen de zaak vijf maanden later voor een militaire rechtbank was afgerond, bleken slechts twee laaggeplaatste soldaten veroordeeld te zijn voor verkrachting.

De meeste militairen kwamen wegens gebrek aan bewijs weg met een veroordeling voor plundering. Hooggeplaatste militairen die de eindverantwoordelijkheid hadden over de troepen in Minova, werden niet vervolgd. Beloofde herstelbetalingen door de overheid aan de slachtoffers bleven uit.

HRW constateert dat de aanklager zwak stond wegens een gebrek aan juridische expertise om een dergelijke gecompliceerde zaak te voeren, de afwezigheid van een strategie om bewijs te verzamelen en procedurele fouten. De selectie van voornamelijk laaggeplaatste militairen doet bovendien het vermoeden rijzen dat er bij het leger weinig bereidheid bestond om de verantwoordelijken te vervolgen.

ICC

De mensenrechtenorganisatie constateerde ook positieve ontwikkelingen. Zo stelde de overheid geld beschikbaar voor de rechtszaak, deden rechters en aanklagers een beroep op het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (ICC) om hiaten in de binnenlandse wetgeving te compenseren en garandeerde sterke diplomatieke druk dat er een zaak kwam.

Congo heeft in de afgelopen jaren steeds vaker daders vervolgd voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Dertig zaken werden afgehandeld voor militaire rechtbanken. De Minova-zaak laat volgens HRW echter zien dat niet alleen de aantallen tellen, maar dat ook kritisch gekeken moet worden naar de kwaliteit van de procesvoering.