Karel De Gucht maakt balans op van zijn ministerschap
Hans van Scharen
01 juli 2007
De termijn van minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht zit er bijna op -tenzij hij er in slaagt Yves Leterme te overtuigen van zijn meerwaarde voor een roomsblauw kabinet. MO* maakte alvast een balans op van de voorbije jaren met de demissionaire minister en Johan Verbeke, Belgisch ambassadeur bij de VN. De Gucht waarschuwt voor het "gebruiken" van president Abbas, kondigt grote Belgische investeringen in de watersector aan en beklemtoont het belang van "menselijke veiligheid".
Het was een onwennig zicht, een week geleden, het kleine en dappere België centraal in de beruchte VN Veiligheidsraad. Het koninkrijk aan de Noordzee werd aan weerszijden geflankeerd door VN-toplui uit China en de VS. Maar, vergis u niet, stellen Verbeke en De Gucht als chefs van de Belgische diplomatie: België is een klein land maar wordt gewaardeerd en speelt mee op het internationale toneel. In de kantoren van de Belgische VN-vertegenwoordiging, met een schitterend uitzicht over New York, is de sfeer dan ook opperbest.
Verbeke: ‘Als voorzitter van de Veiligheidsraad denk ik dat we met tevredenheid kunnen terugblikken. We hadden een evenwichtige, maar toch ambitieuze agenda. En we zijn er in geslaagd om alles te doen wat we moesten doen, behalve het dossier-Ivoorkust dat nu door China behandeld zal worden. We hebben met de hele ploeg de juiste balans kunnen vinden. Je moet hier immers ‘pushy’ genoeg zijn om bepaalde doelstellingen na te streven, maar je mag dat ook weer niet op een niet al te agressieve zijn. Je moet als voorzitter een sterk leider zijn, maar wel zien dat je de veertien andere leden van de Veiligheidsraad mee aan boord houdt. We hebben door onze aanpak veel goodwill gecreëerd. Dat heeft ons toegelaten sommige dossiers te deblokkeren en andere op de politieke agenda te plaatsen.’
Verbeke noemt als actueel voorbeeld een verklaring van de Veiligheidsraad over de situatie in Libanon. ‘België had een goede en evenwichtige tekst voorbereid en het duurde maandagochtend welgeteld 15 minuten om die in de wandelgangen goedgekeurd te krijgen. Ik verzeker u dat dit vaak veel langer duurt. Het voordeel van België is dat de meeste landen erkennen dat wij geen verborgen agenda’s hebben.’
Nog een overwinning voor de Belgische diplomatie: de relatie tussen gewapende conflicten en grondstoffen als bijvoorbeeld olie, goud, diamant, coltan of tropisch hardhout staat voortaan hoog op de internationale politieke agenda. ‘Door de unaniem aanvaarde verklaring van de voorzitter van de Veiligheidsraad, zegt de internationale gemeenschap expliciet dat grondstoffen in eerste instantie een veiligheidskwestie zijn,’ aldus minister De Gucht, die maandag de voorzittershamer mocht hanteren en op wiens initiatief de VN-Veiligheidsraad vorige week maandag voor het eerst over dit algemene thema sprak.
Er werd erkend dat de VN-Veiligheidsraad rond dit thema zeker een belangrijke rol te spelen heeft. En dat zou een invloed kunnen hebben op de manier waarop de VN in de toekomst reageren op conflicten in wording. De Gucht: ‘De basis is nu gelegd en het komende anderhalf jaar kunnen we in de Veiligheidsraad als België een doorbraak forceren rond het thema grondstoffen.’
De Gucht: ‘Als balans kun je vaststellen dat de Veiligheidsraad een diplomatiek en politiek interessant instrument is. Voor ons voorzitterschap bezocht ik Griekenland, waar de minister van Buitenlandse Zaken zwaar ontgoocheld was over hun lidmaatschap van de Veiligheidsraad. Mijn ervaring is een andere. Mede ook dankzij de voorbereiding die we met het voorzitterschap van de OVSE hadden, biedt het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad - nog altijd het kernkabinet van de wereld - een mogelijkheid tot het ontsluiten van ontoegankelijke terreinen en gebieden.’
Ban Ki-moon
Verbeke en De Gucht benadrukken dat het verwerven van aanzien op het politieke wereldtoneel niet evident is. ‘Als permanent lid van de Veiligheidsraad (Rusland, de VS, China, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) heb je automatisch macht. Als niet-permanent lid moet je dat gezag opbouwen. België heeft dat kunnen doen, mede dankzij het feit dat we ons opstellen als betrouwbare partner, niet hegemonistisch en zonder verborgen agenda’s. Als voorbeeld wijs ik op de meer dan uitstekende contacten tussen België en VN secretaris-generaal Ban Ki-moon. We hebben regelmatig en uitvoerig overleg. Dat heeft alles te maken met onze opstelling binnen de Veiligheidsraad. Door ons opgebouwde gezag hebben we als klein land onze eigen accenten kunnen leggen binnen de VN-Veiligheidsraad,’ aldus De Gucht, ‘Het etiket België betekent nog wel iets in de wereld.’
Volgens Verbeke en De Gucht is er mede dankzij het Belgische voorzitterschap sprake van een verbetering van de interne verhoudingen: ‘Nieuw is bijvoorbeeld dat secretaris-generaal Ban Ki-moon voortaan de leden van de Veligheidsraad persoonlijk komt briefen als er een vergadering van het kwartet (VN, VS, Rusland en EU) is geweest over het Midden-Oosten. We hebben ook - bijvoorbeeld voor het gondstoffendebat - uitdrukkelijk de institutionele samenwerking binnen de VN zelf bevorderd, door samen te werken met de Sociaal-economische Raad (Ecosoc) en de Peacebuilding Commission. We hebben de transparantie proberen te bevorderen, door tien publieke zittingen te organiseren, waaronder twee publieke debatten. Transparantie en samenwerking betekende ook nauwe contacten met de ngo’s en het vertolken van gezamelijke EU-standunten richting partners in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.’
Afrika
Mede op Belgisch initiatief ondernam de Veiligheidsraad in juni nog een missie naar de Afrikaanse Unie in Addis Abeba en enkele Afrikaanse landen (Soedan, Congo, Ghana en Ivoorkust). Verbeke: ‘Zo’n 70 procent van de dossiers die de Veiligheidsraad behandelt hebben te maken met Afrikaanse kwesties. Het is voor diplomaten van belang dat zij regelmatig ook het terrein bezoeken, want zonder directe en persoonlijke contacten dreigt die diplomatie wereldvreemd te worden.’ Het centraal plaatsen van Afrikaanse kwesties is meteen ook een van de vier pijlers van het Belgische buitenlandse beleid.
Ten tweede waren er de actuele en ‘hete’ dossiers die België als voorzitter moest opvolgen, waaronder Kosovo , Libanon en het Israëlisch-Palestijnse conflict. ‘Je kunt als voorzitter van de Veiligheidsraad vooral de agenda beheren, het is geen voorzitterschap zoals van de EU. Maar je kunt dus wel impulsen geven. Niet te ver gaan, maar ook niet te soft blijven, want anders gebeurt er niets,’ aldus Verbeke.
De Gucht stelt dat België ook wel ‘moedige standpunten inneemt inzake de Palestijnse kwestie: ‘De internationale gemeenschap en Israël zouden zich toch wat serieuzer moeten engageren. Hamas als bestuurder heeft ook niet mijn voorkeur, maar dan moet Israel wel een politiek ernstige koers varen. We moeten erg opletten met het instrumentaliseren van president Abbas, zoals nu gebeurt, want dat is een politiek heel gevaarlijk spel omdat het zijn positie verzwakt.’
De derde pijler - een klassiek aandachtspunt van de Belgische diplomatie - was de ‘rule of law’. De strijd tegen straffeloosheid en het ondersteunen van het recht binnen de opbouw van staten en maatschappijen is een belangrijk middel voor stabiliteit, meent De Gucht. De vredesbesprekingen met de Oegandese rebellenleider Kony in Zuid-Soedan of de verzoeningsgesprekken in Burundi zijn hier een voorbeeld van. Ook organiseerde België een briefing van de Veiligheidsraad door procureur Ocampo van het Internationaal Strafhof (ICC) in verband met Darfur en de twee aanhoudingsmandaten tegen een voormalig Soedanees minister en een Janjaweed-leider. Khartoem werkt voorlopig niet mee, toch sijpelt het feit dat staten die het verdrag ondertekenden ook verplicht zijn om mee te werken met het ICC langzaam door. De uitlevering van rebellenleider Thomas Lubanga door DR Congo aan het ICC is hier een goed voorbeeld van.
‘Openbaar aanklager van het Joegoslavië-tribunaal Carla del Ponte kwam de Veiligheidsraad briefen en dankte België expliciet voor de voortrekkersrol bij het dossier rond het oppakken van Servische oorlogsmisdadigers. De druk vanuit de Veiligheidsraad versterkt het gezag van deze ad hoc straftribunalen,’ aldus Verbeke. België speelt ook een voortrekkersrol bij het debat over hoe de werking van de verschillende ad hoc tribunalen in de periode 2008-2010 moet worden afgewerkt en afgesloten.
De vierde pijler van het Belgische optreden binnen de Veiligheidsraad is dus het organiseren van aandacht voor het verband tussen de exploitatie van gronstoffen en gewapende conflicten.
‘Human security’
Volgens Verbeke en De Gucht kan het Belgische accent binnen de VN worden samengevat onder de noemer ‘human security’. Het behoeden van mensen voor onveiligheid als gevolg van conflicten, maar ook honger of watergebrek. De Gucht: ‘België tekende samen met Noorwegen als eerste een verdrag tegen clusterbommen, was ook een voortrekker bij het verdrag van Ottawa tegen landmijnen. Het grondstoffendebat is ook een voorbeeld. Dat was geen tussendoortje, we gaan daar zeker nog nieuwe stappen in kunnen zetten. En we willen het thema water - als elementaire levensbehoefte en als bron van conflicten - veel meer gaan uitspelen in internationaal verband. België wil de komende jaren een miljard euro gaan spenderen in de watersector. Daarmee zouden we mondiaal de derde speler zijn in deze sector. Dat is van belang, gezien het belang van water, en omdat we denken dat je als land beter enkele prioriteiten kunt stellen om echt invloed te hebben.’
De Gucht is tevreden over zijn ministerschap: ‘Ik heb dat heel graag gedaan. Het heeft wel iets, in de Veiligheidsraad zitten. Ik hou van dat afgeleefde VN-gebouw, nog gebouwd door Rockefeller in de jaren vijftig. Het gebouw weerspiegelt de breekbaarheid van de VN als multilaterale instelling.’
‘We hebben geprobeerd good governance te stimuleren, bijvoorbeeld via verkiezingen in Congo, waar Kabila zich niet heeft verzet tegen een nieuwe politieke dialoog en waar men de oppositie toch serieus de ruimte wil geven. Het grondstoffenthema kan niet worden onderschat. Ik ben er zeker van dat een grote klant van grondstoffen als China zich ook steeds meer realiseert dat het gebaat is bij een ordentelijke ontginning van grondstoffen.’ Dat wil zeggen: op een wijze die niet leidt tot te veel sociaaleconomische of politieke instabiliteit. ‘We zien nu al dat het leidt tot een positievere opstelling van China binnen de Veiligheidsraad.’