Keniaanse economie groeit ondanks kwakkelende landbouwsector

Nieuws

Keniaanse economie groeit ondanks kwakkelende landbouwsector

Keniaanse economie groeit ondanks kwakkelende landbouwsector
Keniaanse economie groeit ondanks kwakkelende landbouwsector

Miriam Gathigah (IPS)

18 december 2014

Kenia wordt sinds kort tot de middeninkomenlanden gerekend, maar zal armoede en werkloosheid pas kunnen verslaan als meer geïnvesteerd wordt in de landbouw, een van de meest productieve sectoren, en in opkomende industrieën, zeggen experts.

European Commission DG ECHO (CC BY-NC-ND 2.0)

European Commission DG ECHO (CC BY-NC-ND 2.0)

David Kamau is een kleine maïsboer in Nyeri in Centraal-Kenia. Hij ging onlangs ook wortels verbouwen, maar maakt nog steeds geen winst. De kosten zijn te hoog, zegt hij, en hij denkt eraan zijn vijf hectare grond in delen te verkopen. Het verhaal van Kamau is het verhaal van veel kleine boeren in het Oost-Afrikaanse land, waar landbouw goed is voor ongeveer een kwart van het bruto binnenlands product. Kleine boeren, die ongeveer 75 procent van de productie leveren, draaien meestal nauwelijks break-even.

Volgens het ministerie van Landbouw zijn 5 tot 8 miljoen Keniaanse huishoudens direct afhankelijk van de landbouw voor hun levensonderhoud. Dat boeren er niet in slagen winst te maken, komt volgens economisch analist Jason Braganza doordat er te weinig geld naar de sector gaat. Van het nationale budget is 2,4 procent gereserveerd voor landbouw. Dat is 0,6 procent minder dan de 3 procent in 2012/2013, en ook flink lager dan de grens van minimaal 10 procent die de Afrikaanse Unie in 2003 als wenselijk vaststelde.

Het gevolg, zegt Kamau, is dat steeds meer boeren stoppen en andere ondernemingen proberen op te zetten. “Centraal-Kenia was altijd de graanschuur van het land, maar landbouwgrond wordt nu gebruikt voor woningbouw en commerciële complexen.”

Ongelijkheid

Niet alleen de landbouw heeft het economisch moeilijk. Kleine bedrijven in Kenia kampen met een gebrek aan ondersteunende diensten, vooral op financieel gebied. Twee derde van de Kenianen heeft geen toegang tot financiële basisdiensten zoals een bankrekening.

“De groei van sloppen, zowel in de stad als op het platteland, laat zien dat steeds meer mensen het moeilijk hebben”, zegt Dinah Mukami van Bunge la Mwananchi (het Volksparlement), een sociale beweging die zich inzet voor armen. Ze wijst erop dat de regering vorige maand de ‘Sociaal-Economische Atlas van Kenia’ heeft gepubliceerd, een document dat aanzienlijke ongelijkheid in het land blootlegt. “De Atlas is een krachtig middel, maar of de regering de informatie zal gebruiken om de levens van mensen te verbeteren, moeten we nog afwachten”, zegt ze.

Felix Omondi, een activist en inwoner van Kibera in Nairobi, een van de grootste sloppenwijken van Afrika, zegt dat de Atlas wel degelijk goed gebruikt wordt. Volgens hem bestaat er inmiddels een programma gericht op het ‘upgraden’ van sloppenwijken. De regering zet samen met bewoners van de sloppenwijken projecten op om inkomen te genereren en basisvoorzieningen te verschaffen zoals toiletten, verlichting en drainage. Omondi is zelf betrokken bij een van de korenmolens die door de overheid zijn opgezet.

Middeninkomenland

In september werd Kenia na een revisie van de cijfers officieel eenmiddeninkomenland. Een groeiende middenklasse is een belangrijk voor economische groei, maar hoe ziet die middenklasse eruit? De recentelijk gereviseerde Keniaanse cijfers laten zien dat het bruto inkomen per hoofd van de bevolking in Kenia 1.160 dollar is. De Wereldbank legt de grens om tot de middeninkomenlanden gerekend te worden, bij 1.036 dollar.

De laatste cijfers over inkomensspreiding in Kenia dateren uit 2005. In dat jaar leefde 45,9 procent van de bevolking onder de nationale armoedegrens. De rijkste 10 procent van de bevolking was goed voor een inkomensaandeel van 38 procent. In deze gedateerde cijfers is geen rekening gehouden met de informele economie, zegt Africa Arino, hoogleraar strategisch management aan de IESE Business School in Spanje.

De middenklasse heeft niet in elk land hetzelfde gezicht, laat hij zien. “Een taxichauffeur verdient 15.000 Keniaanse shilling, ongeveer 132 euro of 178 dollar per maand, en is ongeveer 25 procent daarvan kwijt aan de huur van een woning voor hemzelf, zijn vrouw en twee kinderen”, legt Arino uit. “Ze hebben geen eigen keuken of badkamer. Die worden gedeeld met anderen in hetzelfde gebouw. Zijn inkomen is ongeveer gemiddeld voor een chauffeur. Behoort hij tot de middenklasse?”

Volgens Braganza ligt een van de grootste uitdagingen voor Kenia in het feit dat de economische structuur in het land onveranderd is gebleven, terwijl de economisch groei duurzaam is. Het geld gaat daardoor niet naar de meest productieve sectoren van de economie, die de totale productiviteit kunnen aanzwengelen en banen kunnen creëren.

De economische groei zal zich pas vertalen in betere levensomstandigheden voor de bevolking als er een structurele transformatie komt, zegt hij. “Dat betekent investeren in de meest productieve sectoren en in opkomende sectoren. Zo kunnen we de werkloosheid en armoede verminderen.”