Keniaanse sloppenwijk kookt op biogas uit toiletten
Miriam Gathigah
29 maart 2011
Het Katwekera-centrum in Kibera, de grootste sloppenwijk van de Keniaanse hoofdstad Nairobi, is niet alleen een ontmoetingsplaats voor de lokale bevolking, het is een ook model voor het gebruik van groene energie. De mensen koken er op energie die door de toiletten wordt geleverd.
De sanitaire voorzieningen in de sloppenwijk zijn rampzalig. Bovendien nemen de hoge, stijgende brandstofkosten (kerosine, paraffine, houtskool, brandhout) vaak een enorme hap uit het inkomen van de arme huishoudens en is het gebruik van vervuilende energiebronnen in kleine gesloten ruimtes nefast voor de gezondheid, om nog niet te spreken van de grotere milieugevolgen van fossiele brandstoffen en inefficiënt verbrande biomassa.
Biogas uit toiletten
De Umande-stichting, een niet-gouvernementele organisatie die in kleine gemeenschapsprojecten investeert, wilde de hygiëne in Kibera opkrikken. Daarvoor bouwde ze aanvankelijk toiletten en badkamers in de wijk, maar al snel kwamen ze op andere ideeën. “Het was mogelijk om het biogas uit onze toiletten te gebruiken als energie voor de huishoudens, met die energie zouden de inwoners dan hun eten kunnen klaarmaken”, zegt David Kihara, de manager van het Katwekera Tosha Bio Centre.
Het Katwekera-centrum heeft toiletten op de gelijkvloerse verdieping. Die toiletten zijn verbonden met een tank waarin het biogas wordt geproduceerd. De menselijke ontlasting vloeit naar binnen, bacteriën breken het af en geven ondertussen methaangas vrij. Dat gas wordt bovenaan in de tank opgevangen.
“Via een leiding wordt de tank verbonden met de keuken op de eerste verdieping”, zegt Kihara. In die keuken komen de mensen van de wijk koken. “We betalen een heel kleine prijs voor een fornuis. Het is een heel goedkope energiebron”, zegt Nina Oyaro, een inwoner van de wijk.
250 tot 450 euro winst
Volgens Paul Muchire, de pr-manager van het centrum, is het centrum veel meer dan een plek waar mensen kunnen koken, naar het toilet gaan of een bad nemen. “Er kan van alles gedaan worden”, zegt Muchire. “De gemeenschap kan de volledige ruimte van de gebouwen benutten.” De gemeenschap mag bijvoorbeeld zelf kiezen wat er gedaan wordt met de bovenste verdieping van het gebouw. “Hier in Katwekera heeft de gemeenschap besloten om te investeren in een schotelantenne”, zegt Otieno Owour, een andere inwoner. “Mensen kunnen komen kijken naar wedstrijden, daar betalen ze dan een kleine prijs voor.”
De Umande-stichting heeft ook op andere plekken biocentra geplaatst. Volgens Muchira zijn de biocentra belangrijke plekken geworden voor de uitwisseling van informatie. Dat kan je zien aan de posters aan de muren en de verschillende opgeprikte annonces. “Het zijn niet alleen keukens, maar steeds meer ontspanningsplaatsen waar mensen kunnen ontspannen na een lange dag”, vertelt Muchire.
Ook in een zakelijk perspectief zijn de biocentra interessant. Katwekera maakt maandelijks tussen de 250 en 450 euro winst. Dit geld wordt opnieuw geïnvesteerd in diensten voor iedereen die zich in het centrum heeft ingeschreven.
Het centrum opent om half zes ‘s ochtends en blijft open tot elf uur ‘s avonds. Muchire zou deze uren graag uitbreiden. “De klok rond zou mooi zijn, maar daar is de onveiligheid in deze sloppenwijken te groot voor.”