Kleine landen gooien deuren Veiligheidsraad open
Thalif Deen
21 maart 2006
Waarom mag de rest van de wereld niet weten wat er precies in de Veiligheidsraad wordt bedisseld? En waarom kunnen vetomachten als de VS, Rusland en China beslissingen blokkeren zonder daarvoor een reden op te geven? Vijf kleine landen hebben een hervormingsvoorstel klaar dat het machtigste orgaan van de Verenigde Naties aan transparantie en legitimiteit moeten doen winnen.
Laat de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad - de VS, Rusland, China, Groot-Brittannië en Frankrijk - verantwoording afleggen als ze gebruik maken van hun vetorecht, stellen Zwitserland, Costa Rica, Jordanië, Liechtenstein en Singapore voor. Als één van de grootmachten gaat dwarsliggen, moet die daarover tekst en uitleg geven aan alle lidstaten van de VN, vinden de vijf. Bij beraadslagingen over volkenmoord, misdaden tegen de menselijkheid en zware schendingen van het internationaal humanitair recht zou één land alleen zelfs nooit een veto mogen gebruiken.
De Veiligheidsraad waakt in de eerste plaats over vrede en veiligheid in de wereld. De vijftien leden kunnen sancties opleggen aan VN-lidstaten en zelfs een militair ingrijpen tegen oorlogszuchtige landen goedkeuren. De vijf permanente leden hebben nog een grotere verantwoordelijkheid doordat ze op hun eentje elke beslissing kunnen tegenhouden.
Gelet op die grote macht is het onaanvaardbaar dat de Veiligheidsraad zoveel achter gesloten deuren bedisselt, vinden de vijf kleine landen. Rond hete onderwerpen als de invasie van Irak of de houding tegenover de nucleaire plannen van Iran vergaderden de vetomachten zelfs onder elkaar. De vijf vinden dat er veel meer overleg en uitwisseling moet komen tussen de V-raad en de Algemene Vergadering van de VN, waarin alle lidstaten zetelen.
Zwitserland, Costa Rica, Jordanië, Liechtenstein en Singapore hebben hun ideeën in een ontwerpresolutie gegoten die nu de ronde doet langs alle 191 lidstaten van de Algemene Vergadering. De dwergen op het internationale toneel gaan ervan uit dat veel landen zich achter hun standpunten zullen scharen.
De voormalige Duitse Buitenlandminister Joschka Fischer stelde vier jaar geleden al voor de permanente leden van de V-raad te verplichten het gebruik van hun veto te motiveren. En de G77, de groep van de 132 ontwikkelingslanden in de VN, ergert zich steeds meer aan initiatieven waarmee de Veiligheidsraad volgens hen op het terrein van de Algemene Vergadering komt.
Maar uiteindelijk is natuurlijk aan de Veiligheidsraad om te beslissen over zijn manier van werken. En een veto van een van de permanente leden volstaat om de vijf kleine landen terug naar af te sturen. Die kans lijkt reëel. Sommigen zien in de voorstellen in verband met het gebruik van het vetorecht een heimelijke poging om de invloed van de vijf permanente leden terug te dringen, zegt een diplomaat uit een ontwikkelingsland die anoniem wil blijven. (PD/MM)