Kleine vissers moeten vechten om te overleven in Centraal-Amerika
Danilo Valladares
31 maart 2011
Duizenden kleine vissers in Centraal-Amerika moeten vechten om te overleven. Vrijhandelsakkoorden, multinationals, grote toeristische projecten en vervuiling maken hen het steeds moeilijk om voldoende inkomsten te verwerven.
“We verdwijnen langzaam”, zegt Oscar Marroquín, voorzitter van de Confederación de Pescadores Artesanales de Centroamérica (Confederatie van Kleine Vissers van Centraal-Amerika).
De vissersbond, opgericht in 1997, vertegenwoordigt meer dan 95.000 kleine vissers uit Belize, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama en werkt aan de ontwikkeling van de sector.
Dat is een zware taak. De belangrijkste hindernissen voor de kleine vissers zijn de vrijhandelsovereenkomsten die grote bedrijven bevoordelen, zegt Marroquín, een visser uit Guatemala.
Er bestaan verschillende preferentiële handelsakkoorden in de regio, zoals Cafta, het akkoord tussen de Verenigde Staten, de Dominicaanse Republiek en Centraal-Amerika uit 2006. Dit akkoord geeft vrije toegang tot de Amerikaanse markt voor producten zoals tonijn en sardines.
El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama hebben een vrijhandelsakkoord met Taiwan. Dat akkoord biedt hen tariefvoordelen bij de export van vis- en schaaldieren.
Onderhandelingen over een overeenkomst tussen Centraal-Amerika en de Europese Unie zitten in de laatste fase.
Panama
De commerciële visserijbedrijven, niet de kleine vissers, profiteren echter van de vrijhandelsakkoorden. In Panama, de grootste visproducent in de regio, neemt de industriële visserij 77,3 procent van de productie voor zijn rekening. Kleine vissers zijn goed voor 16,1 procent en aquacultuur voor 6,6 procent, blijkt uit cijfers van de Autoridad de Recursos Acuáticos in Panama.
Centraal-Amerika produceert jaarlijks 550.000 ton zeevruchten met een gezamenlijke waarde van 1,3 miljard euro. Zestig procent daarvan is bestemd voor export en die gaat voornamelijk naar Europa en de Verenigde Staten.
Hoewel de export kansen biedt, is de situatie voor de kleine vissers moeilijk. “We kunnen onmogelijk concurreren met grote bedrijven zoals het Spaanse Calvo in El Salvador, Rianxeira in Guatemala en Pescanova in Nicaragua”, zegt Marroquín. “We moeten organisatorisch sterker worden, nieuwe technologie voor efficiëntere productie introduceren en de marketing verbeteren.”
El Salvador
De bond schat dat 25 procent van haar leden vist voor eigen gebruik. Vijfenzeventig procent verkoopt de gevangen vis in de regio.
De kleine vissers ondervinden ook hinder van de toeristenresorts die als paddenstoelen uit de grond schieten en van de agrobusiness, die schadelijke kunstmest en pesticiden in zee lekt, zegt Marroquín.
Saúl Baños van de Stichting voor de Studie en Toepassing van de Wet (Fespad) zegt dat een Salvadoraanse mensenrechtenorganisatie in januari een rapport heeft uitgebracht over de problemen van de kleine vissers en de milieuschade die restaurants en hotels aanrichten aan de Costa del Sol, 78 kilometer ten zuidoosten van San Salvador.
Het rapport beschrijft vervuiling door chemicaliën, motorolie en rioolvuil van schepen in toeristengebieden. De vervuiling heeft een negatieve invloed op het zeeleven. Het rapport meldt ook dat grote vissersschepen in de regio hun vis op zee overladen in speedboten, om zo de belasting te ontduiken.
Aan de Salvadoraanse kust werken ongeveer 30.000 kleine vissers. Hun werk genereert meer dan 100.000 banen, volgens het Centrum voor Visserij- en Aquacultuurontwikkeling (Cendepesca).
Hun laatste strijd richt zich op het bewerken van het Salvadoraanse Congres om een hervorming van de visserijwetgeving te steunen. Die hervorming zou ervoor moeten zorgen dat er een zone van 5 mijl langs de kust wordt ingesteld waar industriële vissers niet mogen komen. Tot nu loopt het Congres echter nog niet warm.
Beugvisserij
In Panama gingen kleine vissers in december vorig jaar de straat op om te protesteren tegen een verbod op beugvisserij, een techniek waarbij lange lijnen worden gebruikt. Amílcar Rodríguez van de vissersbond Puerto Remedios in de West-Panamese provincie Chiriquí, zegt dat de maatregel honderden vissers heeft “overvallen.” Zij zijn nu in gesprek met de overheid om het conflict op te lossen.
In Puerto Pedregal, een havenstad in Chiriquí waar het grootste deel van de bevolking leeft van visserij, heeft het verbod ertoe geleid dat veel vissers zonder werk zitten. Ook in andere plaatsten gebeurde dat.