Knokkelkoorts bedreigt Azië en Stille Oceaan
Stella Gonzales
02 oktober 2008
Nu al 1,8 miljoen mensen lopen het risico door dengue (knokkelkoorts) besmet te worden. De voorbije dertig jaar maakte de ziekte steeds meer slachtoffers in Azië en de Stille Oceaan. Knokkelkoorts is nu de snelst groeiende door muggen verspreide ziekte.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zag in de periode 1991-2004 een dengue-pandemie groeien in de landen in het westen van de Stille Oceaan. Tien landen zijn zwaar getroffen: Vietnam, Maleisië, de Filipijnen, Cambodja, Laos, Singapore, Frans-Polynesië, Fiji, Nieuw-Caledonië en China. In Cambodja, de Filipijnen, Singapore en Kiribati is het aantal dengue-gevallen opvallend hoog sinds 2007.
De ziekte is nu zo wijd verspreid in de regio dat 1,8 miljoen mensen er het risico lopen besmet te worden. De voorbije maanden zijn in de Indiase hoofdstad New Delhi 600 nieuwe gevallen vastgesteld. Twee mensen overleden.
Verwaarloosd
Ondanks de alarmerende cijfers is dengue “een verwaarloosde ziekte”, zegt de WHO. De bevolking en de overheden schieten alleen wakker bij echte epidemieën, en dan het is vaak al te laat om in actie te schieten. En zelfs bij epidemieën kampen de dengue-programma’s met een tekort aan menselijke en financiële middelen, aldus de WHO.
Het aantal sterfgevallen als gevolg van de knokkelkoorts is het hoogst bij het begin van een epidemie. Vooral bij kinderen is de sterftekans groot omdat zich vaak complicaties voordoen en kinderen niet snel genoeg adequate verzorging krijgen. Uit studies blijkt dat de sterftekans tot 1 procent of minder kan worden teruggebracht als de ziekte vroeg genoeg ontdekt en behandeld wordt.
Sommige landen blijken enig succes te hebben om de ziekte te stoppen, andere landen slagen daar helemaal niet in. Volgens de WHO gaat het weinige geld dat landen wel in de strijd tegen dengue investeren, naar insecticiden, die weinig impact hebben op de epidemieën.
Plan
Eind september kwamen gezondheidsministers en deskundigen uit de regio in Manilla samen om een strategisch plan op te stellen dat de ziekte onder controle moet krijgen. Het plan bevat onder meer maatregelen die de verspreiding van de aedes aegypti, de muggensoort die het virus overdraagt, tegen te gaan. De steden moet ook een betere begeleiding krijgen bij hun ruimtelijke ontwikkeling en de bevolking moet informatie krijgen waardoor ze de symptomen van de knokkelkoorts sneller herkent. Het plan stelt ook dat de ontwikkeling van een vaccin en betere diagnosemethodes nodig zijn.
De verspreiding van dengue in de regio is een gevolg van “ongeordende stedelijke ontwikkeling”, menselijke migratie en een grote bevolkingsdichtheid, zegt de Wereldgezondheidsorganisatie. Hoe dichter een gebied bevolkt is, hoe meer kansen het virus krijgt om zich te verspreiden. Stortplaatsen met gebruikte banden, en plastieken en metalen verpakkingen verhogen het risico: de aedes aegypti broedt in helder, stilstaand water in deze materialen. De klimaatwijziging zou ook een rol spelen bij de dengue-toename in de regio.
Door het toegenomen internationale toerisme- en handelsverkeer is de knokkelkoorts in landen terechtgekomen die voordien gevrijwaard gebleven van de ziekte. De aanwezigheid van dengue in een land betekent meteen een bedreiging voor andere landen. De ziekte kan geen halt worden toegeroepen als de inspanning beperkt blijven tot enkele landen, internationale samenwerking is absoluut nodig, stelt de WHO.