Koraalriffen sterven af door klimaatopwarming

Nieuws

Koraalriffen sterven af door klimaatopwarming

Stephen Leahy

11 april 2006

Grote delen van de koraalriffen in de Caribische Zee en de Zuidelijke Stille Oceaan sterven als gevolg van de klimaatopwarming af. Recent ontdekte koudwaterkoralen in de noordelijke wateren zullen het einde van de eeuw niet halen, zeggen wetenschappers.

Bij Puerto Rico en de Maagdeneilanden is een derde van het koraal verdwenen op de plaatsen die door wetenschappers in het oog gehouden worden. Ook met het Great Barrier Rif bij Australië gaat het volgens recente rapporten niet goed.

De extreem hoge zeewatertemperatuur in de zomer en herfst van 2005 leidde tot een hevig orkaanseizoen en veroorzaakte daarnaast ernstige koraalverbleking. De schade strekt zich uit van de eilandengroep Florida Keys tot aan Tobago en Barbados voor de kust van Venezuela en tot aan Panama en Costa Rica, meldt de Amerikaanse National Oceanic en Atmospheric Organisation (NOAA). Het Australische Instituut voor Zeewetenschap maakte bekend dat 98 procent van het koraal in een bepaald gedeelte van het Great Barrier Rif - het grootste koraalrif ter wereld - bleek is geworden.

Koraalrif komt maar in minder dan een procent van de oceaan voor, maar koraalgebieden huisvesten 25 tot 33 procent van alle leven in zee. Rif bestaat uit kleine koraaldiertjes, koraalpoliepen genoemd. De typische rifstructuren ontstaan doordat de poliepen met calcium uit het zeewater skeletten bouwen. De prachtige kleuren dankt tropisch koraal aan de algen waarmee het in symbiose leeft en dat de poliepen voorziet van voedingsstoffen.

Als het zeewater te warm of te vervuild is, verliezen de poliepen hun algenlaag en worden ze wit. Dat gebleekt koraal kan zich nog herstellen, maar alleen als de stressfactor maar een paar weken aanhoudt. In 2002 had het Great Barrier Reef zo erg te lijden onder verbleking dat 5 procent van het koraal stierf. De Koraalrifalliantie, een Amerikaanse milieuorganisatie, schat dat 20 procent van alle koraal ter wereld intussen voorgoed verloren is en dat 50 procent matig tot ernstig bedreigd.

Riffen hebben te lijden onder sleepnetten van vissers, dynamietvisserij, vervuiling, toerisme, en ziekte, maar ook van klimaatverandering. Bij warmer water sterven ze, maar daarnaast zorgt een verhoogde CO2-uitstoot voor verzuring van het zeewater. Dat de oceanen verzuren door klimaatverandering betwist niemand, zegt Scott Doney, als wetenschapper verbonden aan het Woods Hole Oceanographic Institution in de Verenigde Staten. Wat we niet weten, is hoe het leven in zee erop zal reageren.

Koudwaterkoraal

Volgens Doney lijkt gewoon koraal tegen de verzuring te kunnen. Maar recent onderzoek geeft volgens hem wel aan dat koudwaterkoraal extra gevoelig is voor verzuring van het zeewater. Koudwaterkoraal werd nog maar twintig jaar geleden ontdekt op 2000 tot 3000 meter diepte in de noordelijke Atlantische Oceaan en in mindere mate in het noorden van de Stille Oceaan. Bijna alle bekende koudwaterriffen zijn beschadigd door sleepnetten.

Net als tropisch koraal gebruiken koudwaterpoliepen calcium uit het zeewater om skeletten te bouwen. Maar op de diepte waar het koudwaterkoraal leeft is minder calcium beschikbaar, en de hogere zuurgraad van het water vermindert die hoeveelheid verder. De calciumhoeveelheid is nu al gedaald in veel delen van de oceaan. Tegen het jaar 2100 zal 70 procent van de oceaan niet langer in staat zijn koude koralen te onderhouden, zegt John Guinotte, zeewetenschapper aan het Marine Conservation Biology Institute in Washington.

Zijn collega Doney voorspelt dat al voor 2100 ook vele andere belangrijke zeesoorten die skeletten of schelpen bouwen daartoe niet meer in staat zullen zijn. Hij heeft het bijvoorbeeld over fytoplankton, dat aan de basis van de voedselketen staat in zee. “Wat de precieze impact van de veranderingen zal zijn, weten we niet, zegt Guinotte. Wat we wel weten is dat de oceanen er tegen 2050 heel anders zullen uitzien dan nu. (ADR/JS)