Kosovo geen prioriteit voor modale Serviër
Vesna Peric Zimonjic
21 december 2005
2006 wordt het jaar van de waarheid voor Kosovo, dat al zes jaar bestuurd wordt door de VN. In januari beginnen de gesprekken over de definitieve status van wat officieel nog steeds een Servische provincie is. Maar de modale Serviër maakt zich niet meer zo druk over een mogelijke afscheuring, zo blijkt uit een aantal peilingen.
Kosovo is dagelijkse kost in de Servische media. Alle Servische politici zweren dure eden dat ze Kosovo nooit zullen opgeven. De 1,8 miljoen etnische Albanezen in Kosovo willen niets minder dan de onafhankelijkheid. Geen enkele Servische politicus is bereid om dat toe te staan.
De fanatici trekken in de nationale kranten alle haatregisters open tegen de criminele Kosovaren. Gematigde politici nemen hoogstens een (moeilijke) tussenpositie in. Premier Vojislav Kostunica zegt dat ze meer dan autonomie, en minder dan onafhankelijkheid kunnen krijgen. Geen mens begrijpt wat hij bedoelt.
De emotionele argumenten van de rabiate tegenstanders van een onafhankelijk Kosovo daarentegen, gaan erin als zoete koek. Kosovo is de wieg van het middeleeuwse Servië en wie aandringt op verzelfstandiging ontrukt Servië van zijn wortels.
Ondanks het geweld van de nationalistische retoriek heeft de modale Serviër andere prioriteiten. Zes op tien procent van de Serviërs (in Servië) heeft Kosovo nooit bezocht en voelt geen affiniteit met de provincie. Dat blijkt uit een studie van het Europese Beweging van Servië en van het Kosovaarse Instituut voor Politiek Onderzoek.
Ander onderzoek bevestigt dat Serviërs de Kosovaarse kwestie nog nooit met zo weinig emoties benaderd hebben. Het Centrum voor Vrije Verkiezingen en Democratie (CeSID) toont dat 27 procent van de Serviërs gelooft dat Kosovo onafhankelijk zal worden. En wat meer is: uit een onderzoek van het peilingbureau Gallup blijkt zelfs dat 39 procent van de Serviërs voor onafhankelijkheid is.
Alle data tonen dat de Serviërs in de eerste plaats begaan zijn met de verbetering van hun levensstandaard, zegt analist Djordje Vukadinovic. De mensen maken de afweging. Het opgeven van Kosovo kan voordelen opleveren in de onderhandelingen over toetreding tot de EU.
De onderhandelingen over een stabilisatie- en associatieakkoord zijn pas opgestart. Het duurt nog minstens tien jaar voor Servië kan toetreden. Een Europese integratie biedt volgens Vukadinovic ook perspectieven voor de 90.000 mensen die deel uitmaken van de Servische minderheid in Kosovo. (PD)