Krimpen van sneeuwoppervlakte in noordpoolgebied versnelt

Nieuws

Krimpen van sneeuwoppervlakte in noordpoolgebied versnelt

08 januari 2013

De sneeuwoppervlakte in het noordpoolgebied is sinds 1967 stelselmatig kleiner geworden. Dat hebben NASA-wetenschappers vastgesteld. Sinds 2003 versnelt de evolutie.

In het noordpoolgebied ligt er normaal sneeuw gedurende negen maanden per jaar. Maar de laatste decennia krimpt de sneeuwoppervlakte, zegt de NASA.

Het Amerikaanse ruimtevaartagentschap legde satellietbeelden van de maand juni van 1967 tot 2012 naast elkaar en zag dat de sneeuwoppervlakte in die periode stelselmatig kleiner werd en dat dit vanaf 2003 zelfs in versneld tempo gebeurde.

De laatste vijf jaar (2008-2012) liet het Noord-Amerikaanse deel drie minimumrecords optekenen, in het Euraziatische deel was elk van die vijf jaar zelfs goed voor een minimumrecord.

Gevaren voor permafrost

Chris Derksen en Ross Brown, de auteurs van de studie, waren niet verbaasd dat de sneeuwoppervlakte kleiner wordt – eerder onderzoek wees al op het verband met de stijgende luchttemperaturen – maar de aanhoudende recordregen van de laatste vijf jaar verbaast hen wel.

“De sneeuwoppervlakte in de Arctische lente schommelt normaal in cycli van drie tot vier jaar, maar je verwacht niet dat het kleiner worden van de sneeuwoppervlakte blijft aanhouden door die natuurlijke cycli heen”, zegt Brown.

De sneeuw is belangrijk, zegt de NASA. Ze fungeert als waterreservoir en weerkaatst ook het zonlicht. Hoe minder ijs en sneeuw er is, hoe meer de bodem zonnewarmte absorbeert. Dat houdt gevaren in voor de permafrost, de permanent bevroren grond, waarin nog enorme hoeveelheden CO2 en methaan zitten. Methaan is een broeikasgas dat nog veel krachtiger is dan CO2. De permafrost strekt zich uit over een gebied van 13 miljoen vierkante kilometer over Alaska, Canada, Siberië en stukken van Europa.

Andere studies wezen er al meermaals op dat ook de ijsoppervlakte in de Noordelijke IJszee steeds kleiner wordt. Vorig jaar sneuvelden daarbij alle records.

De nieuwe studie verscheen in Geophysical Research Letters.