Laatste loodjes CAFTA-akkoord wegen zwaar
Manuel Bermúdez
02 mei 2006
Het is een achterhoedegevecht, maar Costa Rica blijft hopeloos verdeeld over het DR-CAFTA-akkoord. Vier andere Midden-Amerikaanse landen en de Dominicaanse Republiek hebben het regionale vrijhandelsakkoord met de VS al geratificeerd, maar in Costa Rica dreigt dat ten koste te gaan van de sociale vrede in het land.
Óscar Arias, die op 8 mei wordt ingezworen als nieuwe president van Costa Rica, heeft zijn kiezers beloofd dat hij het verdrag zal doen goedkeuren. Maar hij moet optornen tegen een indrukwekkend kamp van tegenstanders. De vakbonden, veel sociale bewegingen, studentenorganisaties, sommige ondernemersverbanden en de grootste oppositiepartij PAC zijn gekant tegen de overeenkomst.
“Alle sociale bewegingen in het land hebben hetzelfde doel: het verdrag voorgoed naar de papiermand verwijzen”, zegt Albino Vargas, secretaris van de Nationale Vereniging van Werknemers uit de Openbare en de Private sector. “We zetten alles op alles.”
De tegenstanders kunnen profiteren van het grote ongenoegen bij de bevolking dat tot uiting kwam tijdens de verkiezingen van februari. Meer dan een derde van de kiezers bleef weg uit de stemlokalen, de regeringspartij werd verpletterd en Arias won het pleit met minder dan 25 procent van alle mogelijke stemmen, het laagste aandeel waarmee in Costa Rica ooit iemand tot president werd verkozen.
Arias gelooft dat hij in het parlement kan rekenen op de 38 stemmen die nodig zijn voor de ratificatie van het verdrag. Maar Ottón Solís, het boegbeeld van de PAC en één van de tegenstanders van Arias bij de voorbije verkiezingen, waarschuwt de toekomstige president het niet tot een confrontatie te laten komen.
Ook de socioloog Carlos Sojo, directeur van de Latijns-Amerikaanse Faculteit Sociale Wetenschappen (FLACSO), oordeelt dat de nieuwe regering er verkeerd aan zou doen het parlement meteen voor een verscheurende keuze te plaatsen. Volgens hem kan de regering beter eerst projecten opzetten in het kader van de zogenaamde “complementaire agenda” van het verdrag - maatregelen die bedoeld zijn om ondernemers en werknemers te helpen die nadeel ondervinden door de vrijhandel.
Sojo denkt ook dat de tegenstand zal verslappen als na verloop van tijd duidelijk wordt dat Costa Rica verlies lijdt door buiten het verdrag te blijven. Het is niet ondenkbaar dat investeerders buurlanden opzoeken die wel deel uitmaken van de overeenkomst, en dat er in de exportbedrijven arbeidsplaatsen beginnen verloren te gaan.
Het DR-CAFTA-akkoord werd op 24 mei 2004 gesloten tussen de Verenigde Staten, de Dominicaanse Republiek, Guatemala, El Salvador, Nicaragua, Honduras en Costa Rica. Het voorziet in een geleidelijke reductie en afschaffing van de invoerheffingen tussen de lidstaten, investeringswaarborgen en afspraken over intellectueel eigendomsrecht. Tegenstanders vrezen dat vooral de grote Amerikaanse bedrijven zullen profiteren van de regelingen. (PD/MM)